metropolis m

Vanavond vanaf 18u30 verzamelen kunstenaars uit verschillende disciplines zich in de Beursschouwburg in Brussel om zich te beraden over de zoveelste ronde zware besparingen. Het is vooral de weggesneden 60% uit de projectenpot 2020 die zowel kunstenaars, middelgrote podia als kunstinstellingen zorgen baart. “Hoe gaan we hiermee om”, dat is de inzet van de avond.

Vorig weekend maakte minister-president Jan Jambon zijn beleidsnota Cultuur en de bijhorende cijfers bekend. Naast generieke besparingen van 3% voor de instellingen en 6% voor de rest van de sector, springt daarin de meer-dan-halvering van de projectmiddelen in het oog. De beleidsnota luidt : “Het projectenbeleid geeft ontwikkelingskansen aan opkomend talent, maar dit mag er niet toe leiden dat de illusie wordt gecreëerd dat dit automatisch leidt tot een structurele subsidie. Bij de beoordeling gebeurt de selectie prioritair in functie van het potentieel om een internationaal niveau te bereiken.” 

Projectsubsidies ondersteunen echter veel meer dan “opkomend talent”, ze maken een groot stuk uit van de kunstproductie in Vlaanderen – ook die van gevestigde makers en gezelschappen. Weinig andere overheidsinvesteringen creëren zoveel met zo weinig geld. Ze maken veel van onze festivals mogelijk, die een groot stuk van het cultuurpubliek bereiken. Ze zijn de absolute motor van vernieuwing. De betrokken kunstenaars zijn daarbij bezorgd om alle vormen van spreiding, niet enkel internationaal. Daarom lijkt het criterium van internationaal potentieel ook zinloos: kunstenaars die na enkele projecten naam maken gaan hun werk doorgaans vanzelf internationaal spreiden.

Deze ontwikkelingsruimte meer dan halveren betekent dat ongeveer duizend kunstenaars per jaar niet langer een opstap vinden om hun werk te maken, en daarmee een breder publiek missen. Hoe deze nieuwe Vlaamse regering dat vereenzelvigen met haar grote nadruk op extra werkgelegenheid? 

Samen met de niet-indexering en structurele besparingen past deze knip in de projectsubsidies in een langere reeks besparingen sinds tien jaar, voor in totaal al ruim 25 miljoen. De sector werkt allang in een overlevingsmodus en opnieuw zijn onafhankelijke kunstenaars en hun publiek daar het grootste slachtoffer van.

Vanavond verzamelen kunstenaars zich om samen met grote en kleine kunstorganisaties uit alle disciplines, in gesprek te gaan over acties en maatregelen op de korte en de lange termijn. Het gaat hen niet alleen om hun eigen belang, maar ook om solidariteit met andere domeinen van de samenleving en sectoren die door dit besparingsbeleid getroffen worden, zoals etnisch-culturele verenigingen, de publieke omroep, de onafhankelijke journalistiek en het sociaal-culturele veld.

Recente artikelen