metropolis m

Tabor Robaks video van een digitale toekomstfantasie
Tabor Robaks video van een digitale toekomstfantasie

Tentoonstelling na tentoonstelling bewijst: kunst heeft een hartgrondige hekel aan data. Waarom eigenlijk?

Het probleem van data is dat het er zoveel zijn. Er bestaat geen enkelvoud van. Het is geen ditje of datje. Data komen met vele en ze gaan met vele.

De wereld stikt van de data en er komen er steeds meer van. Dagelijks worden er vele miljarden gigabyts van rondgepompt door computernetwerken, nadat ze aan de hand van allerlei vernuftige registratiemethodes zijn verzameld.

Spreken over data is daarom een vorm van generaliseren, van sociologie, van massapsychologie.

Zeker als het over Big Data gaat. Big data stapelen data op data. Ze zijn de woekeraars van het digitale tijdperk. Er kleeft iets monsterlijks aan hun mateloosheid.

Big data hebben de beeldvorming over data definitief negatief bijgekleurd, ze gemaakt tot iets oncontroleerbaars als onkruid in een klamme zomer. Iets oncontroleerbaars dat hogere machten niettemin amechtig proberen te controleren met vergaande observatiemethodiek (NSA).

Big brother loves big data.

Ons databewustzijn is groeiende, met dank aan types als Edward Snowden. Leefden wij eens een bescheiden leven, onopgemerkt en anoniem, tegenwoordig is iedereen, zelfs de grootste grijze muis, een dataproducent van formaat. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat zijn we bezig data af te scheiden, als de olie in een wereldwijde informatie-machine. En niet alleen wij mensen, maar ook het weer, de dieren en planten, en niet te vergeten computers zelf.

Computers kunnen niet zonder data, het is hun raison d’etre. Ze vreten ze, steeds sneller en in grotere hoeveelheden. Er komt geen mens meer aan te pas.

Data voor data. Het heeft wel iets van l’art pour l’art.

Dat schept een band met de kunst, zou je denken, deze neiging van data naar autonomie, naar een bestaan van en voor zichzelf. En toch is de kunstwereld van alle domeinen in de wereld nog relatief data-arm. De data-revolutie in kunst verloopt vooralsnog stroef en traag.

Ik denk dat de kunstwereld, liefhebber van het enkelvoud, van het onnavolgbare en ongeregelde, de statistische geaardheid van data gevaarlijk en weerzinwekkend vindt. Een vijand eerder dan een vriend. Iets dat ze van nature geneigd is op afstand te houden.

Op data gebaseerde kunst is een zeldzaamheid, nog altijd. Ook al bestaan computers al vele decennia, Peter Struycken is in zekere zin al vijftig jaar een roepende in de woestijn.

Datakritische kunst is daarentegen de laatste tijd erg populair. Als het om kritiek op de cultuur en economie van de data gaat staat de kunst vooraan, waarschijnlijk om voornoemde redenen.

Omarming van data is in de ogen van kunst een vorm van zelfopheffing

Klote data.

Vermoedelijk ziet kunst in data het gevaar van het verlies van een wereld waarin het unieke en eenmalige een kans van slagen heeft en kan rekenen op respect. Omarming van data is in de ogen van kunst een vorm van zelfopheffing.

In Nederland was er vorig jaar de tentoonstelling Dread in De Hallen, waarin de digitale toekomst met de nodige scepsis werd aanschouwd. Momenteel galmt de data-weltschmerz door de zalen van de Kunsthalle Düsseldorf, waar de tentoonstelling Smart New World is ingericht in het kader van de nog een week lopende Quadriënnale, die aan de toekomst van de stad is gewijd.

Boodschap van Smart New World is dat die New World helemaal zo Smart niet is, zo niet dom en kortzichtig, paranoïde en gevaarlijk. Te zien in Düsseldorf is een weerzinwekkende wereld vol digitale ruïnes, vol oppervlakkigheid, controlezucht, schijngedrag en neppigheid.

Mocht je bij binnenkomst nog een data-adept zijn, na afloop gooi je bij wijze van spreken je iPhone direct de prullenbak in om thuis op het atelier direct de kwast maar weer uit de mottenballen te halen en een schilderij te gaan maken.

Ik noem een paar namen van deelnemers en insiders weten genoeg: Trevor Paglen, Simon Denny, Santiago Sierra. Te zien: gigantische observatoria (Paglen), digitale ruïnes (Denny), angstwekkende achtervolgingen (Sierra).

In elk tweede werk op de tentoonstelling vliegt een drone voorbij met kwaaie bedoelingen. In elk derde wordt door de kunstenaar gewanhoopt over de waanzinnige hoeveelheden informatie die maken dat elk plaatje (en dus ook elk kunstwerk) volkomen verloren raakt in een onmogelijk te overzien pandemonium van beeldcirculatie.

Datablues.

Vanuit de optiek van de beeldproducent rest bij een bezoek aan Düsseldorf de vraag waarom je als kunstenaar in hemelsnaam nog een plaatje (of werk) aan die compleet vercomputeriserende wereld toe zou voegen?

Smart New World claimt dat er alleen nog een rol voor de kunst is als criticus van het systeem. Bestrijd de vijand, alleen zo is er kans op overleven! Het wordt met veel poeha gebracht in een groot kunstcentrum middenin Düsseldorf, dat die kritiek een aparte positie verleent, fysiek maakt. Het hele circus veronderstelt dat wat hier getoond wordt heel erg belangrijk is, het opmerken waard, zozeer dat er een heel gebouw voor is ingericht.

Ik vraag me na het zien van Smart New World af hoe lang kunst als beeldproductie die claim nog kan waarmaken en of kritiek op de genadeloze nivellering die de datarevolutie met zich brengt voldoende is om die verbijzonderde positie tot in lengte van dagen te continueren.

Ik waag dat te betwijfelen.

Hoe moet de datarevolutie aflopen voor de kunst? Ik heb er nog niet veel mensen over gehoord. Wie garandeert dat haar niet hetzelfde lot wacht als elk ander beeld in de beeldcultuur? En hoe lang zal de kunstbunker in Düsseldorf nog helpen (en het budget toebedeeld krijgen) een vuist te maken tegen de dreigende nivellering.

Nog even en kunst is ook statistiek, net als elk ander kennisdomein in de wereld: data onder de data.


Smart New World
Kunsthalle Düsseldorf
5 april t/m 10 augustus

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen