metropolis m

Het is wat vroeg wellicht, nu al te bedenken wat is aangevallen, door wie en waarom, als er zoveel doden te betreuren zijn. De wreedheid is groot, de lafheid weerzinwekkend. Kogels versus potloden.

Ik zie steeds de gezichten van de redacteuren van Charlie Hebdo, een glimlach op hun gelaat. Onbevangen levensplezier.

Overal klinkt in koor dat de vrijheid is aangevallen, onze vrijheid, die verdedigd moet worden door de vrije geesten, versus de losers en lafhartigen van geest, de bekrompen zielen die zich verschuilen achter een ziekelijke interpretatie van hun geloof.

Zou die vrijheid echt in gevaar zijn?

Twaalf unieke, door velen geliefde (en gehate) stemmen zijn verloren gegaan, op extreem gewelddadige wijze. Maar iedereen weet dat het vrije woord alleen maar harder zal klinken. Zo ook nu. Waren de gewraakte spotprenten van Mohammed gezien door duizenden, nu worden ze bekeken door miljoenen. Charlie Hebdo verschijnt komende week in een oplage van één miljoen, in plaats van de gebruikelijke vijftigduizend exemplaren.

Een beetje slimme terrorist laat het de volgende keer wel uit zijn hoofd een Mohammed-spotprent te wreken.

Zo sta ik gisteravond wat vertwijfeld te demonstreren op een plein, als wel vaker de laatste tien jaar ben ik iets aan het verdedigen. Ik weet alleen niet zo goed wat en tegen wie. Om me heen vooral heel veel mensen die er precies zo uitzien als ik.

Wie is de vijand?

Zouden de daders voorbij hun daad gedacht hebben, en het bloedbad werkelijk veroorzaakt hebben uit wraak? Kan het hen werkelijk iets schelen, die cartoons?

Meest waarschijnlijk is dat er wraak is genomen op een samenleving, met een symbolische representant ervan als kop van jut. De maatschappij was het onderwerp. Niet zozeer religie.

Des te wranger dat bestreden zijn zij die van binnenuit diezelfde maatschappij bestrijden vanuit evenzo ideële motieven. Slechte slachtofferkeuze van de daders!

Terwijl ik daar sta op het plein denk ik aan de ontwrichting waar terrorisme op uit is. Ik sta daar in die groep vastberadenheid en samenhang uit te drukken, pure gemeenschapszin, uit solidariteit met de Fransen, uit solidariteit met het gedrukte vrije woord. Als vertegenwoordiger van de vrije pers.

Maar daar op het plein denk ik ook aan de ontwrichting waar Charlie Hebdo op uit is, criticus van het systeem, bestrijder van alle mogelijke heilige huisjes, van onnozele gemeenschapszin. Charlie Hebdo doet niet anders dan denkbeelden en overtuigingen omverwerpen, in een poging tot verzet, onrust en verandering. Ze lijken wel terroristen van het vrije woord, zijn verslaafd aan het exces.

Er mag dan een wereld van verschil zijn tussen deze daders en slachtoffers, ze hebben ook het nodige gemeen. Hara-Kiri heette de (evenzeer het zwijgen opgelegde) voorganger van Charlie Hebdo. Kunst is niet voor mietjes en heeft ook een extreem destructieve kant. Volgens sommigen was de redactie van Charlie Hebdo al jaren bezig het puntige potlood in de eigen buik te priemen. In naam van de vrijheid.

Het zijn ongemakkelijke gedachten, op een moment als dit, als de oproep is de rijen te sluiten, schouder aan schouder te staan en barbarij te bestraffen. Er is een verschrikkelijke misdaad gepleegd, en we mogen hopen dat de daders worden gepakt, zonder standrechtelijke executie. Toch juist in tijden als deze is het goed ook weer een ander perspectief te kiezen, en simplistisch moralisme en zwart-wit denken achter ons te laten. Kunst kan daarbij helpen, luis in de pels als ze is, ook in tijden van oorlog.

Ik hoop dat het nieuwe nummer van Charlie Hebdo van volgende week ons hierin voorop gaat.


Beeld: de cover van BLAST, tijdschrift van Wydnam Lewis ‘oorlogskunstenaar’ en ‘gevaarlijke’ provocateur uit de Eerste Wereldoorlog, voorganger van de vorticisten, een bestrijder van veel en velen, onder anderen de ‘collega’-futuristen

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen