metropolis m

 Tentoonstellingsoverzicht Cinema Olanda: Platform, met resultaat performance Patricia Kaersenhout, Wit heeft zwart nodig (2017), Witte de With Center for Contemporary Art, Rotterdam 2017. Fotograaf: Kristien Daem

Het tweede deel van Wendelien van Oldenborghs Cinema Olanda had plaats in Witte de With. Opgeschrikt door een Open Brief werd het een memorabel supplement, dat bijdraagt aan een bewustwording die in Nederland nog niet heel erg goed ontwikkeld lijkt. (LAATSTE NIEUWS: Witte de With verandert naam

Onder de titel Cinema Olanda werd gedurende de afgelopen zomer in Witte de With een discursieve omgeving gecreëerd voor het door Wendelien van Oldenborgh en Lucy Cotter verzorgde Nederlandse paviljoen op de Biënnale van Venetië. In Rotterdam werden er in installaties enkele oudere films vertoond, naast werk van deelnemers aan de films. In debatten werd stilgestaan bij kwesties die in de films aan de orde worden gesteld.

De oudere films behelzen een interessante selectie: de meeste hebben een directe relatie met Rotterdam waarvan een deel ook nog eens relatief weinig te zien is geweest sinds hun eerste presentatie. Ze lijken net als de Venetiaanse film gericht op de grotere migratiestromen in Nederland: respectievelijk uit Indonesië, Suriname, de Antillen en ‘moslim-landen’ als Turkije en Marokko. Het werk van de bijdragende participanten heeft een passende functie: het is een archief, een podium en ontmoetingsruimte. Het ging hier om werk van Quinsy Gario (kunstenaar, dichter), Charl Landvreugd (kunstenaar, curator, schrijver), Patricia Pisters en Esther Peeren (ASCA, Universiteit van Amsterdam), New Urban Collective (Jessica de Abreu, Mitchell Esajas), en First Things First (Katayoun Arian; onderzoeker, curator en schrijver, Louise Autar; activist en organisator, en Max de Ploeg; activist en cultureel/politiek programmamaker). Verder zijn er de duidelijke lijnen te zien die zowel in het gehele oeuvre als Cinema Olanda kenmerken: architectuur, krakers, het recht op publiek zeggenschap, muziek en het postkoloniale.

Dubbelwit

“Witte de With Center for Contemporary Art onderscheidt zich door zonder terughoudendheid commentaar te geven op de gedeelde culturele en politieke vraagstukken van onze wereld door middel van tentoonstellingen, die de kern van het programma vormen.“

“Kritische reflectie op actuele vraagstukken door middel van innovatieve tentoonstellingen, theoretische en educatieve programma’s, discussie, onderzoek en publicaties is de kern van zijn missie.“

Aanvankelijk zou er nog een stem aanwezig zijn binnen het gastprogramma, maar uiteindelijk viel Egbert Alejandro Martina weg uit het rijtje, met enige commotie tot gevolg. Martina’s ‘bijdrage’ kreeg vervolgens vorm in een open brief die hij samen met Ramona Sno, Hodan Warsame, Patricia Schor, Amal Alhaag en Maria Guggenbichler schreef aan de instelling aangaande diens naam en werkwijze.

Het idee van een kritische houding als belangrijkste uitgangspunt van Witte de With (zie citaten) werd door de briefschrijvers ter discussie gesteld: wat betekent een ‘kritische houding’, als je niet kritisch handelt? Ook werd geconstateerd dat er in Witte de With geen stelselmatige aanwezigheid en (dus) zeggenschap is van mensen van kleur. Het probleem rond de structuur van de zeggenschap werd ook zichtbaar tijdens de voorbereiding van het programma Cinema Olanda. De ene kant van de tafel werd bevolkt door externe programmamakers van kleur met een voorstel, de andere kant door witte medewerkers van het instituut die de uiteindelijke beslissingen mochten maken.

[blockquote]Wat betekent een ‘kritische houding’, als je niet kritisch handelt?

Volgens de briefschrijvers wordt er door Witte de With onvoldoende structureel ruimte gegeven aan het zwarte discours en ontbreekt het binnen het team eveneens  aan meerstemmigheid en veelzijdigheid van perspectieven. Een van de concrete consequenties daarvan, zo stellen de schrijvers, is het feit dat de naam Witte de With nooit ter discussie is gesteld. Nu dit wel werd gedaan – door de uitgenodigde outsider Martina tijdens de voorbereiding van Cinema Olanda – werd de kritische reflectie met een claim op zeggenschap niet getolereerd, althans in de beleving van Martina. Met de commotie tot gevolg.

Het denken over de herkomst van namen, problematische geschiedenissen en het bevragen van de status quo is een hot topic. Alleen al in de huidige kabinetsformatie en hun formuleren van ‘dé Nederlandse Geschiedenis’ zonder enig spoor van een koloniaal verleden of teken van het besef daarvan. Nederland staat in zijn onmacht de eigen geschiedenis onder ogen te komen niet alleen, gezien de recente nasleep van de Charlottesville altright, white supremacist, KKK, nazi optochten die (letterlijk) vochten voor het behoud van het Confederate monumenten en specifiek Generaal Robert E. Lee – de generaal die het Confederale leger aanvoerde en vocht voor het behoud van slavernij in de afgesplitste zuidelijke staten tijdens de Burgerloorlog in de Verenigde Staten (1861-1865).

In de Rotterdamse context wordt Witte Cornelisz de With, de marineofficier die de wereld overvoer tijdens de 17de-eeuw, geëerd door zijn naam te gebruiken voor zowel de straat als de kunstinstelling. Tijdens zijn vaartochten vocht hij geregeld voor Nederlands grondgebied en handelsinteresses, met een significant aantal dodelijke slachtoffers als gevolg. Hoewel Witte de With niet direct valt te vergelijken met Generaal Lee is er wel degelijk een overeenkomst in de problematische positie en representatie van de geschiedenis in monumenten, straatnamen en instellingen. Zozeer dat de verantwoordelijke naamvoerders her en der in dit land zich toch op z’n minst wat ongemakkelijk zouden moeten beginnen te voelen.

Op de brief van Martina volgde een wat zwak verweer van Witte de With, dat er over gesproken en gedacht zal worden en dat het dispuut dit najaar een vervolg zou krijgen. Tastbare consequenties werden uitgesteld, waarmee de verdere beslissingen, zo lijkt het, worden overgelaten aan de opvolger van de in december vertrekkende directeur Defne Ayas. Met ingang van deze week wordt er in een nieuw programma eerst verder onderzoek naar de naamgeving gedaan.

Tentoonstellingsoverzicht Cinema Olanda: Platform, met Wendelien van Oldenborgh, Maurits Script (2011), Witte de With Center for Contemporary Art, Rotterdam 2017. Fotograaf: Kristien Dae

Maurits van Nassau

Witte de With wil dus wel ter discussie stellen, maar er nog niet naar handelen. Waar juist het oeuvre van Van Oldenborgh bij uitstek uitnodigt tot een confrontatie, debat of op z’n minst een opbouwende informatieve uitwisseling die van grote invloed is op het eindresultaat.

Meerdere personen met een link tot een onderwerp worden in een relevante architecturale context (een gebouw gelinkt aan het onderwerp) door Van Oldenborgh bij elkaar gebracht om over een onderwerp te spreken. Een vroeg voorbeeld is Maurits Script (2006). Voor de kunstenaar een belangrijk werk binnen haar praktijk aangaande het aanzwengelen van het postkoloniale discours binnen Nederland. Na een verblijf van bijna twee decennia in de ons omringende landen, was zij bij terugkomst in haar geboorteland zeer verbaasd en enigszins ontsteld over de afwezigheid van kennis over, en reflectie op deze geschiedenis. Maurits Script kan in die zin gezien worden als het begin van het onder de aandacht brengen van deze narratieven die systematisch buiten de geschiedenisboeken worden gehouden – en dus ook door het komende kabinet niet als voldoende belanghebbend worden beschouwd.

Bij Van Oldenborgh is de geschiedenis nooit ver weg. Hetzelfde geldt voor Mark Rutte: naast zijn Torentje staat het Mauritshuis – dat de architecturale context vormt in Maurits Script. Het huidige museum werd gebouwd met de vergaarde rijkdom van de koloniale strooptochten. Niet alleen de abstracte financiering, maar ook deel van het bouwmateriaal is direct afkomstig uit het gebied waar de opdrachtgevende graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen gouverneur-generaal was.

In Van Oldenborghs film is een uitwisseling van kennis, ervaringen en ideeën te zien tussen personen die een link hebben met deze geschiedenis: komende uit onder meer Brazilië, Suriname en Nederland hebben zij allen een eigen relatie met het gebouw en de nasleep van het kolonialisme. De afwezige representatie, de ontkenning van ‘de andere kant van de Gouden Eeuw’ en de hedendaagse consequenties zijn onderwerpen die toen al ter tafel kwamen; en nu nog steeds prominent in de maatschappij én het oeuvre van Van Oldenborgh aanwezig zijn.

Engagement en Activisme

‘Moeten we nu weer een stukje heden besteden aan een lang vergaan verleden?’ De poëtische vraag die Van Mierlo stelt in Instruction (2009) aangaande de Politionele Acties is een zin die zo aan de huidige onderhandelingstafel in het Haagsche Johan de Witthuis zou kunnen zijn uitgesproken. Maar het zijn altijd de historische verhoudingen die de huidige bepalen, hebben ingegeven, hebben geïnformeerd en dus continu doorwerken. De afwezigheid van kennis over de geschiedenis zorgt voor een miskenning van structurele problemen en een misinterpretatie van de invloed van het culturele archief (via Gloria Wekker naar Edward Said). Van Oldenborgh brengt veelal vergeten, uitgesloten en onderbelichte narratieven aan het voetlicht die ze combineert met een contemporaine lezing en betekenisgeving. Deze brengt ze in haar films ter tafel in de vorm van historische documenten die worden ingebracht en als uitgangspunt dienen voor experts, academici, directe betrokkenen en anderen die ermee verbonden zijn om een onderwerp te bespreken. Samen krijgen zij een podium – en het woord.

 Tentoonstellingsoverzicht Cinema Olanda: Platform, met Quinsy Gario, ROET IN HET ETEN (2012-2017), Witte de With Center for Contemporary Art, Rotterdam 2017. Fotograaf: Kristien Daem 

Dat is precies wat in het naast de tentoonstelling georganiseerde publieke programma plaatsvond. Er werd een podium gegeven aan de kennis, ervaringen en reflecties van relevante groepen en personen, gelieerd aan dezelfde doeleinden als Van Oldenborgh. Hier maakten The Black Archives het idee van archief tastbaar met hun aanwezigheid en specifieke presentatie toegespitst op Otto en Hermien Huiswoud en de zwarte geschiedenis van Nederland. Quinsy Gario liet zijn talkshow Roet in het Eten in de ruimte plaatsvinden. En in de afsluitende performance van Charl Landvreugd ging hij onder meer in op de architectuur van de expositieruimte. De schotten die zo iconisch zijn voor het werk van Van Oldenborgh werden door hem gerearrangeerd. Een deels symbolische handeling van het opnieuw schudden van de kaarten, maar ook het claimen van zeggenschap over een ruimte, alsmede deze naar de eigen hand kunnen zetten. In combinatie met de getoonde film diens projectie werd doorbroken door het herplaatsen van de schotten, werd er een letterlijke vertaling van het idee van fragmentatie tot stand gebracht. Een metafoor voor de manier waarop de maatschappij uit verschillende onderdelen, met verschillende groottes, posities en kleuren bestaat binnen een en dezelfde ruimte. De kerk in Cinema Olanda zou op een overeenkomstige manier metaforisch gelezen kunnen worden: een variatie aan mensen als aanwezige actoren binnen een gedeelde collectieve ruimte.

Doorgeven van de geschiedenis

Zoals The Black Archives zich inzet voor het doorgeven van de zwarte geschiedenis van Nederland, zo zet Van Oldenborgh zich in voor het kenbaar maken van verhalen over de (post)koloniale geschiedenis. Om dit te bewerkstelligen combineert zij publieke en persoonlijke verhalen: abstracte historie wordt in verband gebracht met een direct voelbaar niveau van het individu. Hier schuilt ook een belangrijke persoonlijke component. In Instruction is dat bijvoorbeeld het dagboek van haar moeder, wie terugging naar de plek van haar jeugd: Indonesië. Haar reflecties op de veranderingen en de hedendaagse interactie met persoonlijke herinneringen bestaan in de film naast de overwegingen van militairen die het handelen tijdens de Politionele Acties vanuit het nu beoordelen en bediscussiëren. Door deze reflecties te relateren aan hun eigen (oorlogs)ervaringen wordt de geschiedenis actief gemaakt. Met deze film en bijgaande installatie met foto’s van haar moeder in Indonesië beantwoordt Van Oldenborgh tevens luid en duidelijk op de soms gesmoesde vraag waarom een witte Nederlandse vrouw het nodig vindt om zich met het koloniale verleden – een geschiedenis die niet de hare zou zijn – bezig te houden.

Tentoonstellingsoverzicht Cinema Olanda: Platform, met The Black Archives on Tour, een project van New Urban Collective, Witte de With Center for Contemporary Art, Rotterdam 2017. Fotograaf: Kristien Daem

Dit kan tevens gezien worden als persoonlijk statement aangaande het doorgeven van de geschiedenis; Van Oldenborgh geeft de herinneringen van haar moeder door en in het verlengde betrekt ze ook haar eigen dochter in het engagement en activisme dat zowel haar oeuvre als houding kenmerkt. In (het hier niet aanwezige, maar vaak getoonde) No False Echoes (2008) figureert haar dochter anoniem als ‘het kleine blonde meisje dat Indonesische slaapliedjes zingt’. In Cinema Olanda is dezelfde dochter die de band aan het einde van de film aanvoert; en nu tien jaar later zelf de tekst heeft geschreven waarin ze over maatschappelijke cohesie zingt.

Het bekend maken van het nageslacht met geschiedenis en sociaal engagement is interessant genoeg iets wat Landelijke Organisatie van Surinamers in Nederland (LOSON) activist en architect Lucian Lafour ontbeerde. Zijn dochter Gina Lafour, die zelf actief is in de University of Colour kwam er pas tijdens de shoot van Prologue: Squat Anti Squat (2016) achter dat haar vader deel was geweest van deze in de geschiedenis verdwenen actiegroep en reageerde verbaasd met een ‘Papa, dat heb je mij nooit verteld!?’.

In de Cinema Olanda bijlage van De Groene Amsterdammer wordt gevraagd wat er mis is gegaan als nu weer dezelfde strijd wordt gevoerd als vijftig jaar geleden? Is het toenmalige spreidingsbeleid geslaagd, om het verzet, de samenhang, de saamhorigheid te slechten? Is het kapitalistische gedachtegoed dermate succesvol dat de individualisering mensen heeft vervreemd van hun naasten en voorgangers? Of mistte er een collectief bewustzijn in de vorm van instellingen die zich structureel inzetten voor actieve herinnering? De afwezige aandacht en interesse voor het verleden dat wordt ondersteund door een overheidsbeleid dat een actieve marginalisatie voorstaat; wordt door Van Oldenborgh dus structureel tegengegaan. Al meer dan een decennium stimuleert ze onderbelichte microgeschiedenissen die ze tevens vastlegt en doorgeefbaar maakt in haar films; als monumenten voor een weinig bekende noch gewaardeerde en evenzeer ondergerepresenteerde historie.

Van Oldenborgh is de auteur die samenwerkt met actieve actoren binnen een door haar gecreëerde context. Nu ze een show van deze omvang kon neerzetten is te zien dat ze anderen als gelijkwaardige bijdragers ziet aan dat proces. De genereuze Werkwijze Wendelien – het ruimte en een stem geven aan – lijkt vruchten af te werpen. Ook haar medestrijders hebben eigen autonome posities en podia (verworven). Activisten als Gario, kunstenaar-theoretici als Landvreugd, briefschrijvers als Martina, grassroots bewegingen als The Black Archives en academici als ASCA zijn ingebed en kunnen vorm geven aan de voor hen belanghebbende narratieven, perspectieven, kennis en posities. Gezamenlijk staan zij sterker in het claimen van ruimte: publiek en podium, vernoeming en instituten, woonruimte en geschiedenisboeken. Tezamen geven ze vorm aan de toekomst van een inclusief Nederland.

Rotterdam Cultural Histories #12: Witte de With; What’s in a name?, Witte de With, Rotterdam08.09.2017 t/m 31.12.2017

Vincent van Velsen

is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam

Recente artikelen