metropolis m

stanley brouwn gaat niet naar de komende Biënnale van Venetië. Het Mondriaan Fonds besluit, na protest, van de deelname van deze ‘centrale figuur’ in het komende Nederlands Paviljoen af te zien. Wat nu?

Er zullen niet veel kunsthistorici in Nederland zijn geweest die zich niet hebben verbaasd over de selectie van stanley brouwn voor de Nederlandse inzending op de Biënnale van Venetië 2019. Benno Tempel werd vorige week door een door het Mondriaan Fonds samengestelde jury als curator gekozen voor Venetië op basis van een voorstel waarin stanley brouwn naast Remy Jungerman en Iris Kensmil weliswaar niet expliciet, maar dan toch impliciet werd opgevoerd als vertegenwoordiger van Surinaams-Nederland. Die keuze was verbazingwekkend omdat de vorig jaar overleden brouwn, anders dan Jungerman en Kensmil, algemeen bekend staat om zijn strikte scheiding van kunst en leven, de maker en diens werk. Hij meed media als de pest en weigerde ook consequent elke referentie naar zijn werk en persoon in catalogi. Met het gevolg dat catalogi met stanley brouwn bestonden uit heel veel lege pagina’s waar normaal gesproken cv’s en andere persoonlijke gegevens staan. stanley brouwn deed ooit mee aan een documenta, met ook toen een lege cataloguspagina als resultaat. De redacteur had alleen zijn (verkeerd geschreven) naam toegevoegd, en zijn geboorteplaats Paramaribo (per abuis Paramariko genoemd) (zie tekst Melvin Moti). Daarna was het bij brouwn helemaal voorbij met elke referentie aan de persoon van de maker, waar de kunstenaar met grote strengheid op toezag.

Als je aan de hand van diens werk met stanley brouwn over (nationale) identiteit wilde praten was je bij hem aan het verkeerde adres. Zijn kunst was het product van een ander regime, niet een dat mensen identificeert aan de hand van herkomst en maatschappelijke positie, maar een dat wat lastiger te bepalen is, artistiek van karakter en nogal nadrukkelijk moeilijk meetbaar. Het werk leek in zijn eigenaardige minimale hoedanigheid vooral een basale vorm van mens-zijn uit te drukken, altijd in beweging, en het best samen te vatten als: een stap, twee stappen, etc., en de afstand die dat virtueel of werkelijk inhoudt. Mens loopt op planeet aarde, heette het recente overzicht van zijn werk in het Schiedams Museum. Veel treffender kun je de kunst van brouwn niet definiëren. Het was een onophoudelijke oefening in specificiteit, zonder labels, zonder abstracties, zonder kleur, zonder vooraannames en opgelegde gevolgtrekkingen, hier en nu. Weigerachtig en dwars van aard wellicht, voegde het zich in ieder geval niet naar de mores van de witte kunstwereld, noch die van een andere: This way brouwn.

Als ‘eerbetoon aan het gedachtegoed’ van de vorig jaar overleden kunstenaar had curator Benno Tempel (directeur van het Gemeentemuseum Den Haag) in overleg met Jungerman en Kensmil een plan ontwikkeld met als titel The Measurement of Presence. Zo staat het geschreven in het persbericht van het Mondriaan Fonds waarmee het uitverkoren tentoonstellingsplan bekend werd gemaakt. Drie Surinamers zonder dat hun werk daar nu erg over zou gaan. ‘Centraal in de tentoonstelling staat een aantal conceptuele werken van de onlangs overleden kunstenaar Stanley Brouwn.’ Het blijft verwonderlijk dat niemand, ook niet iemand uit de jury, bedacht heeft dat deze uitverkiezing, onder de aangegeven noemers, geen eerbetoon is maar een affront voor een kunstenaar die zich nooit expliciet heeft willen voorstaan op wie hij was en waar hij vandaan kwam, zijn werk daar zelfs met de nodige stelligheid van wilde vrijwaren.

Na protest van de weduwe van de overleden kunstenaar heeft het Mondriaan Fonds nu in overleg met curator Benno Tempel en de deelnemende kunstenaars besloten dat het werk van stanley brouwn niet naar Venetië zal worden meegenomen. Zijn plek in het paviljoen blijft onbezet, zo wordt meegedeeld in een persbericht. ‘Wat blijft is de leegte die stanley brouwn achterlaat, terwijl hij tegelijkertijd een van de inspiratiebronnen is voor Remy Jungerman en Iris Kensmil, door zijn blik op de wereld die weerklank vindt in hun werk.’ Het Mondriaan Fonds verklaart dat de jury het bijgestelde plan steunt en ook de weduwe wordt geciteerd: ‘Ik ben tevreden dat niet alleen stanleys artistieke positie gerespecteerd wordt, maar ook die van de twee andere kunstenaars.’

Iedereen, zeker uit de omgeving van stanley brouwn, zal blij zijn met deze wending, maar het feit dat de tentoonstelling gewoon doorgang vindt roept vragen op. Wat blijft er over van een tentoonstellingsconcept als je de centrale figuur eruit weglaat? Niets ten nadele van Jungerman en Kensmil, wier uitverkiezing hen van harte is gegund (en wat mij betreft ook gehandhaafd kan blijven), maar misschien is het goed het hele plan nog een keer grondig te overdenken, open te gooien en van aard te veranderen. Nu blijft het gemis van brouwn bij voorbaat tot in Venetië aanwezig en is daar steeds weer die zeurende vraag of Jungerman en Kensmil de felle competitie om de Nederlandse vertegenwoordiging in Venetië ook zonder stanley brouwn hadden gewonnen. Ondertussen kan het Mondriaan Fonds zich gaan bezinnen op de waarde van deze Biënnale-competitie nu de uitkomst van een gehonoreerd voorstel in Venetië zo anders gaat uitpakken dan oorspronkelijk bedoeld, en is er voor hen de vraag hoe dit zo fout heeft kunnen gaan.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen