metropolis m

Marianna Simnett, Blood, 2015, installatiefoto, courtesy de kunstenaar & Jerwood/FVU Awards, foto Rob Battersy

Patricia Pisters over de hang naar perfectie en waarom het belangrijk is dat kunst zich daartegen keert.

‘Ik wil gewoon perfect zijn’, zegt balletdanseres Nina Sayers (Nathalie Portman) in Darren Aronofsky’s film Black Swan (2010). Onder het door haar choreograaf ingefluisterde motto ‘De enige persoon die je in de weg staat ben jezelf’, drijft de jonge vrouw zichzelf tot het uiterste en lijkt de competitieve balletwereld in hedendaagse New York een treffende metafoor voor de neoliberale tijdsgeest waarin iedereen geacht wordt entrepreneur van zijn eigen succes te zijn.

De opvatting dat het je eigen verantwoordelijkheid is om het beste van je leven te maken is niet nieuw. De Grieken hadden er al een term voor: kalokagathos (van kalos,mooi; en agathos, goed), verwijzend naar hun ideaal van een mooi lichaam in een gezonde geest. Via zelftransformatietechnieken als sport, scholing, zelfdiscipline en zelfreflectie was die volmaakte versie van jezelf in het oude Athene voor iedereen bereikbaar, als je tenminste een man was en uit de juiste klasse kwam. In zijn werk in de jaren tachtig bestempelde Michel Foucault dit ideaal uit de klassieke oudheid als een van de voorlopers van onze huidige neoliberale cultuur. Zoals de Grieken hun ‘technieken van het zelf’ tot hun beschikking hadden, zo hebben we in het digitale tijdperk een heel scala aan sociale media, apps en zelftrackers om tot onze beste ‘ik’ te komen, of in ieder geval om deze als zodanig te presenteren: tips voor het nemen van de beste selfies, zelfhulpapps voor het cultiveren van je CEO-brein, trackers voor het tellen van je stappen, meten van je hartslag, en het monitoren van je slaapritme. In China is de Meitu-app met meer dan een biljoen downloads standaard geworden. Meitu betekent ‘mooi plaatje’ in het Chinees. De app geeft je selfie automatisch een upgrade: grotere ogen, gladdere huid, smallere kaken, dunnere benen en een onschuldige blik. Je selfie te meitu-en is inmiddels sociale norm geworden, ‘net als het strijken van je bloes, moet je het fatsoen hebben je selfie eerst langs de app te halen’, zo stelt de CEO van Meitu in Annals of Technology.

Het kan inderdaad allemaal bijdragen aan een beter en succesvoller leven, en zelfs tot meer zelfkennis leiden. Maar is deze vorm van gekapitaliseerd succesvol leven niet ook een onbereikbare fantasie bepaald door sociale conventies en grote bedrijven, een verlangen dat juist ook in de weg kan staan van een goed leven. Wreed optimisme, noemde Lauren Berlant dit verlangen. Is het niet dit wrede optimisme van het perfecte plaatje dat ook bijdraagt aan de typische ziektebeelden van deze tijd? Feilloos en forever young door het leven te gaan lijkt een voorwaarde voor succes en geluk. Dit zelfbeeld van volmaaktheid wordt gevoed door een mediacultuur waarin competitie en schoonheidsnormen gekoppeld zijn aan verhalen van rijkdom en een geslaagd leven. Met een beetje self-fashioning en self-branding in een aansprekende online presentatie kun je zomaar een influencer worden, en door alle grote merken gevraagd worden een perfecte foto in hun kleding of make-up te posten voor een astronomisch bedrag, letterlijk slapend rijk en succesvol worden.  Maar dit ligt niet echt in ieders handbereik. Bovendien blijkt de overeenkomst tussen het ‘perfecte plaatje’ naar de buitenwereld, en de innerlijke beleving van de werkelijkheid regelmatig te ontsporen, met een toename burn-outs, eetstoornissen, verslavingen en depressies tot gevolg.

In de Netflix documentaire The American Meme (2018) portretteert filmmaker Berk Markus enkele van Amerika’s belangrijkste internet sterren zoals Paris Hilton, Kirill Bichutsky, Hailey Baldwin en Emily Ratajkowski die ogenschijnlijk allemaal hebben vormgegeven aan het gedroomde leven. Onthutsend is het te zien welke eenzaamheid achter het perfecte Insta-foto’s schuil gaan. Hilton vertrouwt meer op haar fans dan op de mensen in haar omgeving. ‘Wat zou er gebeuren als je wakker wordt en je hebt geen volgers meer’, vraagt Baldwin, die ooit 150 duizend dollar voor één Instagram post ontving, zich hardop af. ‘Kun je dan nog terug gaan naar je normale zelf?’ Baldwin raakt een belangrijk punt, want wat is het normale zelf in een oneindige stroom aan beelden en tweets? Het een basisgevoel van een ‘minimaal zelf’ kan gemakkelijk worden weggespoeld in deze stortvloed, enkel nog vastgehouden door de likes van fans en volgers, die ook meedogenloos kunnen zijn. In zijn essay over narcisme beschrijft Sigmund Freud het minimale zelf als een gezonde vorm van zelfliefde, primair narcisme, iets wat iedereen nodig heeft om tot een bloei te komen. En juist dit primaire narcisme lijkt onder zoveel druk te staan van het idee dat alleen megalomane perfectie goed genoeg is, dat dit inderdaad vaak een wrede illusie lijkt.

[blockquote]De overeenkomst tussen het ‘perfecte plaatje’ naar de buitenwereld, en de innerlijke beleving van de werkelijkheid blijkt regelmatig te ontsporen, met een toename burn-outs, eetstoornissen, verslavingen en depressies tot gevolg

In haar ‘Notes on the Perfect’ geeft Angela McRobbie een feministische kritiek op de normative perfectie waarvoor vrouwen gevoeliger lijken dan mannen. Zij stelt dat Foucault gelijk heeft en dat het ‘perfectie apparatus’ een manier is om de emancipatie stil te laten leggen door zelfkritiek en streven naar excellentie op alle fronten: carrière, moederschap, sociaal leven, gezondheid, seksualiteit – op alle fronten moet het er goed uitzien. Dan komt de machine vanzelf eens tot stilstand. Maar ook mannen hebben hiermee te maken. Vanuit de cognitieve neurowetenschappen en filosofie is er het inzicht dat een ‘minimaal zelf’ überhaupt niet bestaat maar doorlopend wordt bijgesteld. Onze hersenen blijken volgens zogenaamde Bayesiaanse voorspellingspatronen te werken waarbij kennis die we opgedaan hebben over het verleden als een model fungeren om te voorspellen hoe de wereld in elkaar zit zodat we adequaat kunnen reageren. Op basis van binnenkomende ervaringen wordt telkens bijgestuurd en bijgesteld via feedbackloops. Want alles is ook voortdurend in beweging en het anticiperende brein kan het mis hebben: het moet ‘surfen in onzekerheid’, zoals Andy Clark het verwoordt. En zo wordt ook vorm gegeven aan de kern van ons primaire zelf dat telkens weer om updates vraagt: wat is mijn echte ik, wat is mijn beste zelf? En in de feedbackloops van onze selfies en andere data kunnen we bijstellen, leren en groeien, maar ook vastlopen.

Net zoals het hoofdpersonage in Black Swan die ons inzicht geeft in Nina’s mentale wereld, waarin ze langzaam maar zeker letterlijk vastdraait in het oefenen van haar pirouetten, gedreven door de wens perfect te zijn en een feilloze zwanendans op te voeren. De feedback van haar spiegelbeeld wordt een lock-in. Van lieverlede weet ze werkelijkheid en hallucinatie niet meer van elkaar te onderscheiden, fysiek en mentaal uitgeput en vastgelopen in herhalingspatronen van haar ideale zelfbeeld en wrede ‒ dodelijke ‒ perfectionisme.

DIT IS DE INLEIDING VAN DE SPECIAL ZIEKTEBEELDEN, OVER DEZE EN ANDERE VISIES OP ZIEK ZIJN IN DE KUNST. NU IN METROPOLIS M NR 4-2019 ZIEKTEBEELDEN & EINDEXAMENS 2019. LEES ALLE ARTIKELEN MET OA ESSAYS OVER TENANT OF CULTURE, MARIANNA SIMNETT EN PUK*. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WE JE DIT NUMMER GRATIS OP. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected](ovv nr4)

 

Patricia Pisters

is professor Mediastudies bij de Universiteit van Amsterdam

Recente artikelen