metropolis m

‘Boijmans Bezet’, actie van Schuilen in het Rijks, 26 juni 2011, foto Fred Ernst. Foto uit het jaarverslag 2011 van Boijmans van Beuningen

Wat levert het op, om kunst op te vatten ‘als kans om te oefenen in empathie’ en cultuur ‘als baken in moeilijke tijden, dat tegenstellingen kan overbruggen’? Waar komt die drang om te veinzen dat we een land van gelijken zijn toch vandaan? In haar column keert Nous Faes zich tegen de alomtegenwoordige lofzang op kunst als baken van tolerantie en barmhartigheid en wenst ze de lezer een compromisloos 2023 toe.

Als kind las ik dagelijks alle katernen van de krant, maar het personage Ruud Lubbers kwam pas tot leven toen een schoolvriendin me in 1977 vertelde dat hij daags ervoor bij haar thuis was komen eten. Ze zei dat het zo’n intelligente man was en dat hij veel zou gaan betekenen voor het land. ‘Lubbers, de bokser?’, vroeg ik haar verbouwereerd. Want ondanks de nationale zwaargewichttitels en internationale gevechten tegen de fine fleur van zijn klasse, die Nederland steeds met trots en hoop vervulden, kon ik de lofzang niet plaatsen en me de man niet bij hen aan tafel voorstellen. Ik kende het gezin vrij goed, haar vader was topfunctionaris bij de KRO. Van een verbond tussen politiek, media en bedrijfsleven had ik nog geen besef, maar ik kreeg op dat moment door dat de sociale en culturele bagage van ons, kinderen, aanzienlijk verschilde, ook al verkeerden we kortstondig in elkaars nabijheid en leken we zelfs inwisselbaar te zijn.

Ik werd hieraan herinnerd toen ik zag dat de redactie mijn vorige column op Instagram promootte met de toevoeging dat kunst niet elitair is, terwijl mijn hele betoog er op neerkwam dat dat nu juist wél het geval is. Niet dat ik vind dat kunst een zaak voor een beperkte bevolkingsgroep zou moeten zijn, ook niet dat het dat hoeft te zijn, maar ik constateerde in die column dat het met de toegankelijkheid slecht gesteld was en dat dat naar mijn onbezonnen overtuiging beleid is waar niet alleen de politiek maar ook cultureel Nederland al te graag vrede mee heeft.

Zelfs in eigen, zeer kleine kring was mijn boodschap dus ongewenst.

Waar komt die drang om te veinzen dat we een land van gelijken zijn toch vandaan?

Ik heb er de Huizingalezing van staatssecretaris Uslu en de eindejaarsboodschap van Kristel Baele (Raad voor Cultuur) op nageslagen. Het is natuurlijk niet hun bedoeling dat kunst een elitaire bezigheid is, sterker: Gunay Uslu toont drive en oprechte intenties in haar oproep om cultuur (ook als overheid) te omhelzen en het niet af te grenzen, om individuen en groepen niet uit te sluiten. Voor haar is cultuur wat je ademt en dat (besef) wenst ze iedereen toe. Waar het denk ik fout gaat is als ze zegt dat kunst en cultuur je in staat stelt je te verplaatsen in een ander, dat het die verbindende kracht is waar deze tijd om schreeuwt. Weg met het wij-zij denken! Later die maand pakte Kristel Baele dit op en noemde zij cultuur ‘de kans om ons in te leven in de situatie van anderen. Om ons voor te stellen wat een ander doormaakt en bijvoorbeeld te leren van hoe diegene omgaat met tegenslagen.’

Zouden beleidsdragers soms het lezen van de krant niet van huis uit hebben meegekregen? Want vlak voor kerst las ik daar namelijk dat je in het distributiecentrum in de Haarlemmermeer van Jeff Bezos 12.50 euro bruto per uur verdient voor uitputtend en geestdodend werk. Ik las dat zo’n 25% van de bevolking laag opgeleid is, waarvan de helft als onderbetaald flexwerker al jarenlang de klappen van de economie opvangt, terwijl zij juist niet minder, maar meer zouden moeten verdienen dan een werknemer in vaste dienst. Dagelijks ging het in 2022 over energiearmoede, voedselbanken groeien uit tot een genormaliseerd maatschappelijk verschijnsel (er zijn er nu 171) en op de website van de NOS stond een bloemlezing aan regelingen die verschillende gemeenten voor lage inkomens hebben bedacht, het zijn er wel 60.

Een ouder schreef me over de eigen bijdragen die ze aan schooluitjes, sportkleding en overblijfvergoeding kwijt is en dat een half uur muziekles wekelijks 30 euro kostte, maar inmiddels stilletjes door haar is wegbezuinigd. Mij verbaast dat niet, want zelf heb ik in 2022 (na vakanties en horecabezoek) de auto, het banenzwemmen en de Museumjaarkaart de deur uit gedaan. Denkt men in Den Haag werkelijk dat Nederlanders die krapper zitten dan hen lief is zich bij die tienduizenden loketten melden, waar ze hun hele hebben en houden moeten overleggen ten overstaan van ambtenaren in loondienst, die alsof de duvel ermee speelt vaak net van school zijn en die zich zelf verzekerd weten van een laptop van de zaak, maaltijd-, fiets- en thuiswerkvergoeding, individueel keuzepakket, voorfinanciering van verduurzamingsmaatregelen zoals de aanschaf van een warmtepomp, een hypotheek, CAO, vakantiedagen, pensioen-, WW en arbeidsongeschiktheidsvoorziening? Terwijl jij daar moet komen vragen of je kind alsjeblieft naar muziekles mag?

Al die loketten en regelingen voor kleine inkomens en minima die overheden en zogenaamde ‘goede doelen’ – witwasoperaties van gewetenloosheid bij uitstek – de middenklasse als schaamlap voorhouden moeten de illusie levend houden dat iedereen maatschappelijk en dus ook cultureel kan meedoen en dat Den Haag zich daarvoor inspant. Maar wie gelooft dat eigenlijk, bij 12.50 bruto per uur?

De illusie dat iedereen maatschappelijk en dus ook cultureel kan meedoen en dat Den Haag zich daarvoor inspant wordt steevast in leven gehouden. Maar wie gelooft dat eigenlijk?

‘De meeste mensen hebben een middeninkomen’, stelde Kajsa Ollongren een jaar geleden laffelijk toen ze aan de tand werd gevoeld over haar energietransitie-beleid dat zich beperkte tot het subsidiëren van kapitaalkrachtige eigen woningbezitters. Juist door die meerderheid aan hogere- en middeninkomens te pamperen (en door bedrijfswinsten te ontzien ten koste van arbeid) lukt het politici al vier decennia om een Kamermeerderheid te krijgen voor variatie-op-een thema-coalities, inkomensbeleid zonder grote bijstellingen te continueren en het harde gelag af te schuiven op groepen waar ze geen politiek belang bij hebben: asielzoekers, minimuminkomens, arbeidsmigranten, toekomstige generaties, kunstenaars, flexwerkers, dieren, de natuur en Groningers.

Wat levert het op, om kunst op te vatten ‘als kans om te oefenen in empathie’ en cultuur ‘als baken in moeilijke tijden, dat tegenstellingen kan overbruggen’? Voor het oog van de camera toonden politici zich in het afgelopen jaar vooral bezorgd over polarisatie, korte lontjes en vroegen begrip voor de ander. Maar hoe armoedig is het land waarvan de draagbalken opzichtig verroest en verrot zijn en waar om de boel te stutten miljarden generiek worden rondgestrooid om vervolgens op te roepen tot vrijwillige ruimhartige donaties ‘aan wie het werkelijk nodig heeft’. Zodat het verschil tussen ‘wij’ en ‘zij’ levend wordt gehouden. Een ‘wij’ die empathie heeft met een ‘zij’, een ‘wij’ die zich ‘inzet voor de ander’, een ‘wij’ die kruimels van de wagen laat vallen, een ‘zij’ die daarvoor de straat moet aflikken van dankbaarheid.

Laat die tolerantie, empathie en barmhartigheid in vredesnaam zitten die in Den Haag namens een meerderheid wordt gepredikt! Vecht liever conflicten uit met degenen die aan de knoppen zitten en doe dat over zaken die er écht toe doen, waar de knoppendraaiers zelf met hun opgeschoonde levens werkelijk geen enkele ervaring mee hebben.

Ik wens alle lezers van deze column een dapper want compromisloos 2023.

Nous Faes

is eigenaar van The Sociological Studio for Policy and Research

Recente artikelen