metropolis m

Hans-Peter Feldmann, Brotscheibe, 2008

Geschlossene Gesellschaftin het Berlijnse Kunst Werke wil het (westerse) gevangenissysteem ter discussie stellen. Maar lukt dat wel?

Gianni Motti, The Victims of Guantánomo Bay (Memorial), 2006
Chloe Piene, Phonecall (2004-2008)
Gregor Schneider, High security and isolation cell (No. 4), 2005
Hans-Peter Feldmann, Brotscheibe, 2008

Gevangenschap is al eeuwenlang onderdeel van de menselijke samenleving. Het klassieke beeld van opsluiting in een koude, donkere cel met enkel droog brood en water sluit ondertussen niet meer aan op de werkelijkheid van gevangenschap in de westerse wereld. De tentoonstelling Geschlossene Gesellschaft in het Berlijnse KW Institute for Contemporary Art onderzoekt de betekenis van eigentijdse vormen van opsluiting, vrijheidsverlies en afzondering.
Curator Susanne Pfeffer heeft hiervoor werken van vijftien internationale kunstenaars bijeengebracht. Geschlossene Gesellschaft toont dat het (westerse) systeem nog steeds een fysiek en psychisch extreme situatie vertegenwoordigt, waarin maatschappelijke, juridische en politieke belangen een rol spelen.

Opvallend is dat veel kunstenaars in de ruim opgezette tentoonstelling zich in het bijzonder richten op het Amerikaanse gevangenissysteem. Guantánomo Bay is niet zo verwonderlijk het onderwerp van verschillende van de tentoongestelde werken. Het opvallendst zijn Gianni Motti’s aluminiumplaten de namen van alle gevangenen van deze Amerkaanse maximum security prison. Met deze ‘gedenkplaat’ reageert hij op een rechtszaak uit 2006 waarin het openlijk publiceren van de namen van deze terreurverdachten ter discussie werd gesteld.

In een kale witte ruimte op de eerste verdieping van KW zijn gesprekken te horen, die kunstenaar Chloe Piene tussen 2004 en 2008 voerde met de Amerikaanse gevangene Raymond Trzaska, die hiervoor per gesprek 22 dollar moest betalen. Piene probeert met Phonecall een verborgen maar niet minder schrijnende kant van het Amerikaanse gevangenissysteem voor het voetlicht te halen: dat van de gevangenis als geprivatiseerde miljoenenindustrie. Er klinkt ook een persoonlijke noot door: Piene confronteert de bezoeker met onthullingen van Trzaska over het leven met de aan hem opgelegde beperkingen.

Ook andere kunstenaars proberen de gevangenen een stem of gezicht (terug) te geven. Fiona Tan doet dat in haar video-installatie Correction, het meest direct: driehonderd ingezetenen uit verschillende Amerikaanse gevangenissen (zowel personeel als gevangenen), verschijnen met indringende blikken op de vijf schermen van deze ronde installatie. In de isoleercellen van Georg Schneider kan de bezoeker de leefomgeving van een afgezonderde gevangene zelf ervaren.

De tentoonstelling slaagt er meer inzicht te geven in het gevangenissysteem en vragen op te roepen over de toe- en misstanden die zich achter de gesloten deuren afspelen en derhalve grotendeels aan ons zicht onttrokken zijn. Pfeffer zet met succes vraagtekens bij de gevolgen van gevangenschap voor individuen en samenleving. Wat doet straf met een mens? Welke uitwerking hebben isolatie en foltering op een gevangene en wat volgt daaruit voor de maatschappij? Door de – toch enigszins teleurstellend eenzijdige – focus van de tentoonstelling op Europa en Amerika, wordt tevens zichtbaar hoe gevangenschap sinds 9/11 zowel in praktijk als in politiek maatschappelijk opzicht is veranderd.

Toch blijft de gevangenis in de tentoonstelling een wereld op afstand, die de samenleving ook graag op afstand houdt en ziet als een noodzakelijk middel voor de handhaving van orde in de maatschappij. De gevangenis blijkt een wereld die wij, zolang we zelf geen gevangenen zijn, enkel kunnen kennen uit geconstrueerde, bemiddelde beelden. Waarmee de gevangenis ook in Geschlossene Gesellschaft op afstand blijft. Kijken mag, maar wel van veilige afstand en het liefst verborgen achter one way glass.

Annemarie Kok

Recente artikelen