metropolis m

Joëlle Tuerlinckx, VDHG De Vitrines

Gebruikmakend van typisch museale zaken als vitrines, vitrinebakken, verlichting en een titel toont Joëlle Tuerlinckx onder de noemer Een, Twee, Veel een geheel persoonlijk overzicht van ‘singles, doubles and multiples under glas and vitrines’.

Joëlle Tuerlinckx, installatieopname Eén, twee, veel, Fries Museum Leeuwarden

‘En hier houdt de tentoonstelling op en beginnen de educatieve ruimten’ hoor ik een bezoeker van de quilt-tentoonstelling in het Fries Museum een vriendin uitleggen terwijl ik de tentoonstelling van Joëlle Tuerlinckx bekijk. Het is geen vreemde observatie. De installatie die de Belgische kunstenaar heeft gemaakt voegt zich inderdaad naar de conventies van een educatief museum, om die echter vervolgens subtiel onderuit te halen.

Joëlle Tuerlinckx, installatieopname Eén, twee, veel, Fries Museum Leeuwarden

In het Kabinet Knecht-Drenth staan drie grote tafelvitrines strak in het gelid. Een keurig rijtje spotjes belicht een wand met posters en krantenartikelen. Dit alles onder de uitleggerige titel: Een, twee, veel. De titel is afgeleid van een anekdote over de Pirahã, een Zuid-Amerikaans volk dat alles wat meer is dan één eenvoudig met ‘veel’ aanduidt. De titel verwijst zowel naar een eerdere tentoonstelling van Tuerlinckx in München (1992) als naar het onderwerp van deze tentoonstelling: de reproductie. Tuerlinckx reproduceerde voor het Fries Museum een groot deel van haar persoonlijke archief. Daarnaast maakte ze op uitnodiging van de VHDG (Stichting Voorheen De Gemeente) een installatie in ‘De Vitrines’ (een aantal etalageruimtes aan de Tuinstraat).

Joëlle Tuerlinckx, toelichtingsblad Eén, twee, veel, Fries Museum Leeuwarden

Tijdens de opbouw van de installatie in De Vitrines kreeg ik kort de gelegenheid om met Joëlle Tuerlinckx te praten over haar tentoonstelling. Ik trof haar aan met twee assistenten. Samen schilderden ze in ijle lijnen de titel Één, twee, veel op de ramen van De Vitrines: één letter per raam. ‘Action without Knowing’ noemt Tuerlinckx deze werkwijze waarbij ze haar assistenten door laat werken en eigen beslissingen laat nemen. Ze is bezig ´zoekacties te ondernemen, zonder bij voorbaat resultaten te moeten boeken en zonder de noodzaak tot identificatie´. Geleidelijk ontstaat een duidelijker beeld van de situatie waarin ze zich bevindt. In Leeuwarden leidde het ertoe dat ze besloot de assistenten uit te nodigen gedurende de tentoonstellingsperiode een vervolginstallatie te maken in De Vitrines van VHDG.

Joëlle Tuerlinckx, VDHG De Vitrines

Inmiddels zijn we twee maanden verder en staan de letters nog steeds op de ruiten. De ‘L’ van ‘veel’ is op de muur geschreven omdat er slechts tien ramen waren en de titel uit elf letters bestaat. Van een vervolginstallatie is (nog) geen spoor. De letters zijn een precieze uitvergroting van de letters op de uitnodiging. De letters op de uitnodiging een exacte kopie van een eerdere schets. Het tekent het idee achter de tentoonstelling.

VHDG vroeg Tuerlinckx uit nieuwsgierigheid naar de manier waarop ze om zou gaan met een plek die zichtbaar zou zijn in de openbare ruimte. Een plek bovendien die letterlijk op de grens van de museale ruimte ligt. Tuerlinckx benadering is opmerkelijk conventioneel. Ze gebruikt De Vitrines als een uithangbord voor haar tentoonstelling. Het geeft de indruk dat ze zich er in Leeuwarden wat makkelijk van afgemaakt heeft.

De tentoonstelling van Tuerlinckx in het Fries Museum hangt er wat treurig bij. Het museum profileert zich op dit moment liever met een grote quilt-tentoonstelling en een vaste collectie rond Mata Hari, dan met de lastig te duiden Belgische kunstenaar. Dat ze er nu exposeert is vooral te danken aan het enthousiasme en de persoonlijke interesse van de curator moderne grafiek, Rudy Hodel. Hodel vroeg Tuerlinckx drie jaar geleden om een tentoonstelling te maken rond ‘de multiple’, een aspect aan haar werk dat hem persoonlijk fascineert.

Joëlle Tuerlinckx, installatieopname Eén, twee, veel, Fries Museum Leeuwarden

Het werk van Tuerlinckx bevraagt letterlijk de mate waarmee we meten door de empirische waarneming zelf ter discussie te stellen. Telkens terugkerende uitvergrote meetlatten zijn hiervoor de duidelijkste motieven. Hoe uiterst subjectief Tuerlinckx’ ervaring van de ruimte is, blijkt uit een eigenaardige vergissing. Ze was in eerste instantie in de veronderstelling dat ze een enorme ruimte tot haar beschikking zou krijgen in het Fries Museum. Ze vertelt me hoe ze over de ruimte droomde en hoe de ruimte in haar dromen alsmaar groter werd. Toen ze uiteindelijk met haar hele archief in duplicaat aan kwam zetten in Leeuwarden, zag ze zich gesteld voor een schier onmogelijke opgave, want van de enorme ruimte uit haar dromen was wenig over. Ze moest alles comprimeren in de twee kleine hokjes van het kabinet Knecht-Drenth.

Het resulteerde in een gesloten en dicht opeengepakte installatie. In grote tafelvitrines liggen stapels reproducties: drukwerk, boeken, uitnodigingen en catalogi. Daartussen ligt hier en daar een voorwerp: de bekende liniaal, een hamer met een ‘a’ op het handvat. Een bijna onzichtbaar draadje loopt van een punt op de muur naar een ‘a’ op de tegenoverliggende muur. Een andere muur is aan beide kanten, van de vloer tot aan het plafond, volgeplakt met archiefmateriaal: affiches en artikelen uit de Witte Raaf. ‘Ik probeer in de muur te kruipen’, vertelt ze me tijdens de opening, ‘binnenin, in een sandwich tussen de twee wanden, bevindt zich alles wat ik heb gemaakt.’ Aan de ene kant hangen de reproducties met hun achterzijde naar de kijker toegedraaid en aan de andere kant is hun voorzijde zichtbaar. Ertussen hangt telkens eenzelfde opdracht: ‘Maak hier een gaatje in de muur om naar de andere kant te kijken’

Tuerlinckx ontkent op eenvoudige wijze de begrenzingen van de ruimte door de muur zogenaamd te laten verdwijnen. Verderop projecteert een dia-apparaat een straaltje licht door een gaatje in een kartonnetje. In de vitrine onder de projector ligt de publicatie The More Bigger Surface of the World. ‘Wanneer we de muur zouden wegbreken’, zegt Tuerlinckx, ‘zou het beeld groter en groter worden tot het ergens in de wereld gigantische dimensies aanneemt.’

Joëlle Tuerlinckx, installatieopname Eén, twee, veel, Fries Museum Leeuwarden

Deze paradoxale ‘open geslotenheid’ speelt door de hele tentoonstelling. Door bijvoorbeeld het glazen deksel van een vitrine te laten rusten op een stapel drukwerk speelt Tuerlinckx het hermetische karakter van de toonkast. Op de deksels van de vitrines staat met een viltschrift geschreven wat eronder tentoongesteld wordt. Één veeg met je mouw en het opschrift is weggevaagd. Een educatieve tekst in plakletters, een overblijfsel uit een vorige tentoonstelling in het Fries Museum, is eenvoudig teruggedraaid door de glasplaat ondersteboven te plaatsen. Tuerlinckx stelt hiermee de autoriteit van het museum als een ordenend en archiverend instituut ter discussie. De tentoonstelling is bovendien een knipoog naar juist datgene wat een museum zo kan verheerlijken: het aura van het origineel.

Een boek ligt opengeslagen in de vitrine. Het gewicht van de glasplaat houdt de opengeslagen bladzijde op haar plaats. De glasplaat fixeert het materiaal zoals een still een scène in een film fixeert, beweert Tuerlinckx. Het is als een moment in de fotografie, de mogelijkheid van een gebaar. De installatie staat bol van dergelijke mogelijke openingen. Ieder object kan het sleutelobject zijn naar een mogelijke ingang in het werk. Maar Tuerlinckx spant haar draadjes alle kanten op en geeft de bezoeker nergens een lijn die hij werkelijk kan blijven vasthouden. Hierdoor houdt ze de bezoekers aan de oppervlakte en dit frustreert. Hoe langer je zoekt naar een ingang hoe meer Tuerlinckx’ methodische ondervraging van de ruimte op een trucje begint te lijken. Een, twee, veel is een tentoonstelling voor diegene die het werk van Tuerlinckx kennen en lol hebben in de speurtocht die ze telkens uitzet met de vele verwijzingen naar eerdere tentoonstellingen en publicaties. In Leeuwarden is dit constante verwijzen jammer genoeg het werk zelf geworden.

Tuerlinckx werk bestaat echter als werkproces. Geen enkele tentoonstelling staat volledig op zichzelf. Een, twee ,veel is een momentopname in een sequentie. Niet voor niets verwijst Tuerlinckx veelvuldig naar film, waarin een sequentie van beelden geen rustpunt kent en een ‘still’ letterlijk een momentopname is die het verhaal van een hele film in zich draagt. Maar niet iedere still is geschikt om een film te karakteriseren en soms maak je de opname net iets te vroeg of juist te laat. Het risico van deze werkwijze is dat het werk zich dreigt te ontrekken aan iedere vorm van kritiek en dit is wat er in Leeuwarden gebeurt. Wanneer een tentoonstelling niet interessant genoeg is om op zichzelf te staan is er altijd het netwerk van eerdere en volgende tentoonstellingen waarnaar verwezen kan worden.

Aafke Weller

Recente artikelen