metropolis m

Eens in de twee jaar pakt Marjan Teeuwen groots uit in Den Bosch. Omdat zij zich als kunstenaar ook wil verhouden tot haar collega’s organiseert zij dan een groepstentoonstelling onder de vlag van haar kunstenaarsinitiatief KW14. Dit jaar is dat StressedSpaces, en de locatie ervan is niet de meest voor de hand liggende: een kilometer lange parkeergarage in het Bossche Paleiskwartier, beginnend bij het Gerechtshof en eindigend bij het SM’s. De tentoonstelling zelf is geen kilometer lang overigens, maar desalniettemin lang genoeg om Teeuwen er te zien fietsen van de ingang naar haar kantoor.

Krijn de Koning en Marjan Teeuwen/KW14 ontwierpen samen de tentoonstellingsarchitectuur: de gele wanden, waarop de parkeervakken zijn doorgetrokken. Alle deelnemende kunstenaars mochten zelf aangeven hoe de ruimte eruit moest zien waar zij hun werk wilden tonen. Het geheel doet denken aan een schip: zeker door de trapeziumvormige zaal die Jasmijn Visser voor zichzelf bedacht op de kop van het complex. De Koning koppelde de zalen aan elkaar: vijf parkeervakken voor kunstenaar één, acht voor nummer twee, enzovoort.

Krijn de Koning had ook een eigen zaal in zijn ontwerp

Het lijkt een vreemde setting: hedendaagse kunst in een parkeergarage, tenminste, als we het hebben over hedendaagse kunst die meer is dan graffiti of diens tegenhanger: de institutioneel gesanctioneerde wandschildering wiens enige werkelijke bestaansrecht het weren van diezelfde graffiti is.

De vervreemding wordt nog versterkt doordat de meeste garages niet bekend staan om hun prettige klimaat en welriekendheid. De Paleiskwartiergarage, wil ik toch even kwijt, is van een totaal andere orde: nieuw en kleurrijk en prettig verlicht. Misschien ruikt het er niet naar lavendel, er zijn ook weinig verstikkende uitlaatgassen op te snuiven. Bij StressedSpaces heeft zich zelfs een opvallende transformatie voorgedaan: afgezien van de parkeervakken in de zalen en generieke TL verlichting aan het plafond, voelt de tentoonstelling bijna aan als het Stedelijk Museum CS dat deed. Industrieel, ongepolijst, maar museaal niettemin.

De zaal van Eva Fiore-Kovacovski

De schijnbare tegenstelling vormt het hart van Teeuwens exercitie. Een openbare en eenvoudig toegankelijke ruimte die plaats biedt aan een reeks ‘innerlijke’ en onderling van elkaar gescheiden werelden van kunstenaars, in wiens werk de autonomie, het atelier en het (periodieke) afsluiten van de buitenwereld een belangrijke scheppingsvoorwaarde is.Haar eigen woorden in de catalogus: ‘De tentoonstelling is een ode aan de vrijheid van de kunstenaar om de grens tussen binnen en buiten zelf te bepalen en geeft daarmee ruim baan aan de status aparte, de autonomie van de kunst’. Hoewel zij verklaart dat deze aandacht voor de onafhankelijkheid en de fundamentele weerstand van de kunst tegen (politieke en maatschappelijke) regulering geen keuze is voor een ‘tegenpositie’, levert zij wel degelijk een steekhoudend en uitvoerig – vergeef mijn woordkeus – ‘geïllustreerd’ statement af tegen de steeds verder reikende invloed van beleidsmakers op de hedendaagse kunst.

Teeuwen toont haar nieuwste series: 'Verwoest Huis' en 'Archief'

Door de toenemende focus van de overheid op community art dienen kunstenaars steeds meer verantwoording af te leggen; niet alleen financieel, maar ook maatschappelijk. Zij worden slechts getolereerd als hun kunstwerk (vaak een ‘opdracht’) een nagenoeg letterlijke maatschappelijke connotatie heeft. Zo komt het voor dat kunstenaars tegenwoordig de wijk intrekken om praatjes te maken met de bewoners – bij voorkeur minderjarige allochtonen in krachtwijken, of inwoners van Vinexwijken, die overigens vrijwillig en bij volle verstande hebben gekozen voor het leven in een cultuurarme omgeving – om brood met ze te bakken, spelletjes te doen, artistieke doelpalen te plaatsen, of hun huizen binnen te vallen om de gordijnen te fotograferen. En dit alles zodat de beleidmakers, met Richard Florida’s boek The Rise of the Creative Class in de hand, ten overstaan van de verzamelde journaille kunnen beweren dat kunst echt-zeker-absoluut-wel een belangrijke maatschappelijke functie vervult. En na het doorknippen van het lint vertrekken kunstenaar en ambtenaar voldaan naar huis en keren de locals, als ze al interesse hadden getoond, weer terug naar het leven van alledag alsof er nooit iets gebeurd is.

Teeuwen brengt daar tegen in dat deze vorm van sociaal werk (mijn woorden) de kunst alleen schaden: ze beperken de ‘lege ruimte’ van kunstenaars; de noodzaak om niét deel te nemen; de mogelijkheid zich zowel geestelijk als fysiek terug te trekken en toe te leggen op het eigen werk, om pas naar buiten te treden als de periode van reflectie en productie naar tevredenheid is afgerond. De titel StressedSpaces duidt op het spanningsveld dat tussen deze twee polen ontstaat: de maatschappelijke druk om te ‘leveren’ werkt beknellend op de distantie die nodig is om een kritische blik te kunnen uitoefenen. Want het is precies die ruimte – politiek niet kwantificeerbaar, en daardoor bedreigd – die kunst maatschappelijk relevant maakt in Teeuwens opvatting.

Die opvatting krijgt in StressedSpaces handen en voeten. Teeuwen beargumenteert haar zaak sterk: het recht op autonomie, het zich terug trekken in het atelier, is onvervreemdbaar. Alle 26 door haar deelnemende kunstenaars (inclusief Teeuwen zelf) tonen dat afstand, reflectie en een positie aan de rand of zelfs buiten de maatschappij niet leiden tot in zichzelf gekeerde en wereldvreemde kunst. Sterker nog, net zoals de tentoonstellingsarchitectuur van De Koning tegelijk openbare ruimte terugclaimt, afsluit, maar ook een grensgebied laat ontstaan waar nieuwe ontmoetingen mogelijk zijn, tonen de verzamelde kunstenaars in StressedSpaces aan dat het maken van politiek en maatschappelijk geëngageerd werk beter werkt als de maatschappij bekeken wordt door het raam van het atelier in plaats van staande tussen minderjarige allochtonen in een krachtwijk.

De zaal van Andre Roiter

StressedSpaces is nog t/m 19 juli te zien in de Paleiskwartiergarage in Den Bosch. Deelnemende kunstenaars: Maartje Korstanje (Amsterdam), Charlotte Schleiffert (Rotterdam), Voebe de Gruyter (Brussel), Jasmijn Visser (Utrecht), Rob Voerman (Arnhem), Andrei Roiter (Amsterdam/ New York), Karen Sargsyan (Arnhem ), John Bock (Berlijn), Jasper de Beijer (Amsterdam), Florette Dijkstra (’s-Hertogenbosch), Saskia Olde Wolbers (Londen), Robbie Cornelissen (Utrecht), Martha Colburn (New York), Paul de Reus (Amsterdam), Natasja Kensmil (Amsterdam), Ina van Zyl (Amsterdam), Rik Meijers (Maastricht), Manon Bovenkerk (Den Haag), Krijn de Koning (Amsterdam), Rinke Nijburg (Arnhem), Eva-Fiore Kovacovsky (Weesp), Aaron van Erp (Eindhoven), Barend van Hoek (‘s-Hertogenbosch), Jesper Just (Kopenhagen), Marjan Teeuwen (’s-Hertogenbosch).

Erik van Tuijn

Recente artikelen