metropolis m

Mariska Vogelenzang de Jong

[h1]Sietske Ridders. ‘4.000.000 euros worth of cattle in an art exhibition’

Sietske Ridders, artist impression of '4 million euros woth of cattle in an art exhibition' (2009)

Acht maanden geleden kreeg Sietske Ridders het idee voor haar eindexamenproject. Ze liep naar de supermarkt en bedacht zich hoe geweldig en ongelofelijk het zou zijn om in het kader van haar eindpresentatie 18 Lamborghini’s strak tegen elkaar te parkeren in het 225 m2 tellende expositielokaal van de AKV in Den Bosch. Geïnspireerd door haar levenslange liefde voor exclusieve beeldiconen en een fascinatie voor de uitvergrotingen in de pop- en rapcultuur, besloot ze deze invloeden samen te brengen in de installatie. Ridders wilde een tegenstelling visualiseren tussen kunst als elitair, stil en afstandelijk, en het overdadige karakter van het Italiaanse automerk; met haar absurde prijzen, snelheid en aanzien van absoluut statussymbool. Kunst versus Kitsch ten top. Ook op persoonlijk vlak zag Ridders overeenkomsten met Lamborghini. Het automerk is extreem in alles wat het doet en verzet zich tegen alles wat vanzelfsprekend, normaal of verstandig is . Zelf voelde zij zich vier jaar lang hetzelfde in haar persoonlijke zoektocht naar de juiste vorm voor haar kunstenaarschap op de academie.

Maar het realiseren van het project was problematisch. De Lamborghini-eigenaren had ze al snel overtuigd van haar plan, maar andere praktische bezwaren stapelden zich in hoog tempo op. Er moest in de expositieruimte een muur bijgebouwd worden, een kozijn verwijderd, de accu’s van de auto’s moesten ontkoppeld worden, de benzinetanks leeggemaakt en nog veel meer.

Ridders zette door en lang leek het er op dat het haar werkelijk ging lukken om 4 miljoen euro aan unieke auto’s in het academiegebouw te krijgen. Toch besloot ze op 5 juni om het project af te blazen vanwege problemen met de academie. Bezoekers van de expositie moeten het daarom doen met een enorme grafiek waarop de successen en dieptepunten van Ridders in de afgelopen acht maanden te zien zijn. Daarnaast vertelt Ridders in audiofragmenten van één minuut over de emotionele achtbaan de ze ervaren heeft. De mee te nemen artist impression biedt een kleine troost voor de toeschouwer, maar maakt genoeg los om je voor te stellen hoe indrukwekkend de presentatie geweest had kunnen zijn.

Ninja Heevel. ‘Duistere Muze’ en andere horrorverhalen

Ninja Heevel, Duistere Muze (2009)

De ruimte die Ninja Heevel heeft gevuld met haar werk ademt een volledig eigen, unheimliche sfeer uit. De kamer is donker, vol kille kleuren en op verschillende plekken zijn de werken van Heevel opgesteld. Zonder ook maar een kunstwerk te bekijken is duidelijk dat in deze ruimte een bovennatuurlijke sfeer hangt. Meer specifiek een horrorsfeer, een belangrijke inspiratiebron voor Heevel.

Dit is duidelijk te zien in Heevels video Duistere muze, waarin zij zichzelf als een dubbelganger over de hoofdpersoon in een horrorfilm geprojecteerd heeft. Heevel: “Bij een horrorfilm staan goed en kwaad centraal en vaak tegenover elkaar. Als toeschouwer van een film identificeer je jezelf bewust, of onbewust, altijd met de personages. Vaak kies je dan voor het goede en dat doe ik in dit fragment letterlijk door de vijandige monsters te verslaan alsof ik zelf de hoofdrol speel”.

Ninja Heevel, Without a Soundbimp (2009)

Op de linkerwand is Without a soundblimp geprojecteerd, waarop een jonge vrouw te zien is die angstig om een hoek kijkt. Om de hoek brandt een kaars. De vrouw staat doodstil, maar de vlam van de kaars flikkert er lustig op los. Als kijker hou je intuïtief je adem in, in afwachting van wat er gaat gebeuren en wie of wat zich om de hoek bevindt.

Heevel slaagt er in beide werken in haar toeschouwers naar haar werken toe te trekken en ze dezelfde beleving te geven die zij ervaart bij het kijken naar een horrorfilm. Haar droom – hoe kan het ook anders -is de thema’s uit Duistere Muze’ en Without a soundblimp grootser toe te passen door zelf een echte horrorfilm te maken.

Mariska Vogelenzang de Jong, dipsaus, knakworst en cherrytomaten

Mariska Vogelenzang de Jong

Het afstudeerproject van Vogelenzang de Jong begon met de constatering dat er nagenoeg geen vrouwen voorkomen in de berichtgeving over de financiële crisis die de wereld in zijn greep heeft. Overal zag Vogelenzang de Jong foto’s van verslagen mannen in pak die voor het kantoor van hun voormalige werkgevers stonden. Ook de beelden van huizen met ‘te koop’ borden in de tuin overheersten volgens haar de beelden van de crisis in de media. Uiteindelijk koos ze ervoor de persoonlijke crises die onder deze veralgemeniseerde beelden verborgen gaan, als onderwerp van haar werk te nemen. Door de grote symbolische waarde van de meeste beelden, is de crisis makkelijk te negeren voor iedereen die er niet direct mee in aanraking komt, stelt ze. Om deze reden koos ze ervoor de Voedselbank als thema te nemen, een instelling die wekelijks 18.000 voedselpakketten uitdeelt aan minima in Nederland.

Vogelenzang de Jong legt hiermee de nadruk op een persoonlijke crisis die altijd aanwezig is. Ze laat niet de personen zien die het moeilijk hebben, maar toont de pakketten die zij wekelijks ontvangen. En wel in de keuken, de plek waar de levensmiddelen het leven van de ontvangers binnenkomen. Op het eerste gezicht lijkt het heel wat, maar na een tweede blik vallen vreemde artikelen op die je in de eerste instantie niet zou verwachten in de voorraadkast van mensen die het financieel niet makkelijk hebben. Zo is een pakket voorzien van talloze blikken knakworst, twee doosjes cherrytomaatjes en potten dipsaus. De foto’s onthullen een vreemde paradox: een rijke maatschappij die haar minderbedeelden helpt met voedselpakketten bestaande uit een bijna willekeurige overdaad aan luxeproducten en een tekort aan basisingrediënten.

Mariska Vogelenzang de Jong, overzicht presentatie

Audiofragmenten laten de toeschouwer nader kennismaken met de mensen die de pakketten ontvangen. Zij vertellen hoe ze in een situatie zijn beland waarin ze afhankelijk zijn geworden van de Voedselbank. Vogelenzang de Jong velt op het eerste gezicht geen oordeel. Dat laat ze over aan de bezoekers, die mogen zelf uitmaken hoe ze het leven van de Nederlandse minderbedeelden – en de wijze waarop er met hen wordt omgegaan – beoordelen. Soms roepen de verhalen sympathie op, maar soms slaat de twijfel toe, en zelfs de argwaan. Hierdoor geeft Vogelenzang de Jong, onder de oppervlakte, wel degelijk een statement af. Hoe ga je als buitenstaander om met de crises van een ander? Is de hulp terecht, overdreven of juist precies wat mensen nodig hebben? Het werk van Vogelenzang de Jong zet niet alleen aan tot nadenken over de ander en zijn lot, maar ook over je eigen vooringenomenheden: ‘wie ben ik om te oordelen?’

Recente artikelen