metropolis m

Publiek
Sven Lütticken en Wendelien van Oldenborgh

De Gerrit Rietveld Academie organiseerde van 28 maart tot en met 1 april een vijfdaags symposium over Film and History in the Age of Godard. Ik bezocht het programmaonderdeel Cinema – this, television – that, waarvoor Wendelien van Oldenborgh namens If I Can’t Dance I Don’t Want To Be Part Of Your Revolution als gastcurator optrad. De Rotterdamse Oldenborgh doet voor het kunstenaarsplatform onderzoek naar beelden in verschillende media, met name film en televisie.

Ruth Noack

Wendelien van Oldenborgh beschrijft de relatie van de kunstwereld met film haast als een fetisj. Alles lijkt voortdurend aan film te worden gerelateerd. Maar waarom niet aan televisie? Hoewel het niet de bedoeling is de monstermedia film en televisie voortdurend tegen elkaar af te zetten, wordt wel een vergelijking getrokken, die met het oog op de titel als inspiratiebron voor het thema van de dag kan worden gezien: bij film is het volgens Van Oldenborgh altijd ’this or that’, terwijl het bij televisie ’this and that’ is. Dit komt door de simultaneïteit van tv: verschillende zenders kunnen op hetzelfde tijdstip worden getoond en bekeken. Wat voor invloed hebben deze specifieke kenmerken van het medium gehad op kunstvormen als film en performance? Een dag vol lezingen, films en discussie biedt wellicht soelaas.

Sven Lütticken, docent kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam, geeft in zijn lezing Performance after Television een overzicht van de geschiedenis van de performance in relatie tot het medium televisie. Lütticken spreekt van post-Cageian performers, met een tv-performance van muziekvernieuwer John Cage als breekpunt. Diens tv-performance Water Walks (1960) in het populaire spelprogramma I’ve Got A Secret zorgde voor een fundamentele transformatie van de performance, van specifiek naar algemeen. De avant-gardistische kunstvorm sloot hiermee immers een massamedium in de armen.

Televisie heeft vervolgens nogal wat ambiguïteit gebracht op het gebied van de performance, omdat het de grens tussen wat echt en wat geacteerd is vervaagt. We zien op tv ‘echte’ mensen, maar hoe echt zijn zij? Acteren zij, of zijn zij zichzelf? In Numéro Deux, de daarna vertoonde film van Jean-Luc Godard en zijn vrouw Anne-Marie Miéville uit 1975, zorgt voor een soortgelijke verwarring omtrent de performance en de performer. Het is niet altijd duidelijk of we traditioneel acteerwerk zien, of dat de amateuracteurs als zichzelf zijn gefilmd.

Godard en Miévielle schoten de film op video en filmden dit vervolgens met 35-mm over. Het resultaat is een dubbelprojectie van twee kleine schermen, een soort televisies, die wordt getoond in een groot zwart kader. De twee zwevende ‘televisieschermen’ op een groot zwart vlak maken de op zich al niet makkelijke film er niet eenvoudiger op. Het is misschien niet de plezierigste film om naar te kijken, interessant is deze zeker. De film begint met een lange monoloog van Godard zelf vanuit de editorsruimte, waar hij kritisch stelt: ‘Waarom moet een film altijd óf sociaal óf politiek zijn? Deze film is het allebei.’

In het overige deel van de film staat het verhaal van een jong gezin in een sociale woning in Frankrijk centraal. Seks speelt hierbij een grote en soms provocerende rol. Belangrijk daarnaast, is de onderdrukte positie van het hoofdpersonage Sandrine die Godard in beeld brengt. Sandrine is de moeder van het gezin en een eenzame vrouw, opgesloten in huis, waar haar werk is. Ook seks is voor haar werk en een gebied waarin zij onderdrukt wordt. Naar aanleiding hiervan stelt Documenta 12 curator Ruth Noack in de nabespreking de vraag of Godard er vanuit feministisch oogpunt in is geslaagd hoofdrolspeelster Sandrine de volledige vrijheid heeft gegeven dit te tonen. Of met de woorden van Noack: heeft hij een her-space kunnen creëren? Godard gaat ver in het tonen van de onderdrukking van de vrouw, maar slaagt er volgens Noack niet in iets op te lossen.

Aan het eind van een lange dag staat vast dat we over de verschillende media en vooral het gedachtegoed van Godard nog lang niet zijn uitgepraat. Zijn films bevinden zich in een spanningsveld tussen bijvoorbeeld film en televisie, of juist het sociale en het politieke. De manier waarop de experimentele filmmaker omgaat met cinematografische elementen als techniek, beeld, acteurs en tekst en invloeden van andere media zoals televisie toelaat, biedt nog altijd veel stof tot na denken. Godard toont dat hij zich niet laat begrenzen door het door hem gebruikte medium, en is daarmee de inspirator van de dag.

Cinema Clash Continuum
Studium Generale Rietveld Academie
28 maart – 1 april

Cinema – this, television – that
dinsdag 29 maart 2011

Recente artikelen