metropolis m

John Murray
Thami Mnyele

Tientallen jaren geleden al inspireerde de Zuid-Afrikaanse verzetsstrijder en kunstenaar Thami Mnyele (1948) Nederlandse kunstenaars. In zijn land, waar de apartheid hoogtij vierde, werd hij in 1985 doodgeknuppeld door Zuid Afrikaanse commando’s. Een groep Amsterdamse kunstenaars richtte twintig jaar geleden een artists-in-residence programma op, waardoor kunstenaars uit Afrika (en diaspora) de mogelijkheid kregen om drie maanden in Amsterdam te wonen en te werken.

Het atelier dat de stichting Thami Mnyele nog steeds beschikbaar stelt is een levendige en gerenommeerde ontmoetingsplaats geworden van kunstenaars uit Afrika en uit Nederland. Uit de werken die achtenzestig kunstenaars schonken selecteerden stichting Thami Mnyele en CBK Zuidoost de werken van zesentwintig kunstenaars.

Het is een overzichtelijke tentoonstelling geworden, ondanks het feit dat het moeilijk is een coherent beeld samen te stellen uit werken die door kunstenaars op doorreis zijn gemaakt. Natuurlijk filter je de goede werken uit en geef je de werken die bij eerste indruk afvielen een tweede kans, door er met je neus bovenop te gaan staan, om uit te zoeken wat er aan scheelt. De werken krijgen allen evenveel ruimte, waardoor het onderliggende verhaal duidelijk te volgen is.

Clifford Charles (Zuid-Afrika, 1965) heeft een gelaagde collage gemaakt en heeft drie RSA-postzegels in de linkerbovenhoek geplakt. Schilderen is overzicht houden, lijkt hij te zeggen. Het maakt niet uit of een schilderij op een stuk gevonden hout of op het traditionele doek geschilderd is. Zolang de herkomst van het materiaal precies geordend is heeft de kunst een duidelijk karakter. Dit soort kritiek levert Samson Kambalu (Malawi, 1975) niet, maar zijn populaire vorm is minstens zo effectief. Hij legt kunstgras op de galerievloer. Op de witte stip ligt een papieren bal die opgebouwd is uit Bijbelpagina’s. Sport en religie vinden elkaar in het centrum van de aandacht, waar zwarte spelers gekocht worden. Daarna worden ze met winst doorverkocht. Een sterk statement.

De betere kunstenaars schaven net zolang door tot er een puntgaaf beeld aan de oppervlakte komt. Van John Murray (Zuid-Afrika, 1973) hangen er twee realistische houtskoolportretten. Two men stuck together. Beide niet frontaal de aanval zoekend. Ze kijken ernstig, doch met een open blik, want ze denken diep na.

Nog een aantal toonbeelden van eenvoud en beheersing: Akirash (Nigeria), die papieren bootjes vouwde en die op een krantenpagina legde. Op een van de bootjes staat een tube Parodontax tandpasta. De bootjes zitten in elkaar gevouwen en liggen boven een korte tekst. ‘Albert Heijn stopt! Wij gaan door voor Angola.’ Of Progress Matubako (Zuid-Afrika, 1969), die de kunstgeschiedenis op de hak neemt. Hij vermengt abstracte schilderkunst met onversneden rassenpolitiek. Zeven shaped canvases hangen onder en boven elkaar en vertellen een verhaal over Nelson Mandela die op vreemde plekken uit het kader verdwijnt.

Als er iets is wat alle kunstwerken verbindt dan is het het Afrikaanse rootsverhaal wel. Oervormen komen in een hedendaagse setting nog beter tot hun recht. Er is veel schilderkunst. Je wordt met je neus op de feiten gedrukt: Afrika is waar het allemaal begonnen is. Hier wordt het verhaal verder verteld met dank aan Thami Mnyele.

Michael Tedja is schilder, schrijver en curator.

Stichting Thami Mnyele – 20 jaar. Een selectie van 26 hedendaagse kunstenaars uit Afrika
Van 12 maart t/m 29 april 2011 te zien in CBK Amsterdam Zuidoost

Recente artikelen