metropolis m

William Kentridge, Black Box/Chambre Noire

Tweeëntwintig minuten. De tijd die het neemt om Black Box/Chambre Noire van William Kentridge te aanschouwen. Het verhaal wordt verteld middels een zestal mechanische figuren en een animatiefilm, kenmerk van Kentridge. De twee media wisselen elkaar af, gaan op elkaar in en delen dan weer het podium. En tweeëntwintig minuten lang weten zij te raken.

Aan de basis van Black Box, dat in 2005 in opdracht van de Solomon Guggenheim Foundation en Deutsche Bank werd vervaardigd, ligt een uitgebreid historiografisch onderzoek. Zo heeft Kentridge, om een beeld van de omstandigheden te kunnen schetsen, de plek des onheils persoonlijk bezocht. Daarnaast is er een uitgebreide studie geweest in archieven en naar correspondenties. Het werk had eigenlijk net zo goed in Project 1975 van SMBA gepast, maar het is het Joods Historisch Museum dat het eerst is geweest om Kentridge naar Nederland te halen.

William Kentridge, Installatiefoto Black Box/Chambre Noire. Foto: John Hodgkiss. Deutsche Guggenheim, © William Kentridge

Het miniatuurtheater heeft als onderwerp de ‘eerste genocide van de twinigste eeuw’. Het is dan ook een donker en somber stuk, gelijk aan de precaire geschiedenis. Het waren de Duitsers die driekwart van de Herero en Nama, de oorspronkelijke bewoners van Namibië, de dood injoegen. De Duitse drang naar kolonies, goud en olie bewoog hen richting Namibië. De passer, een van de zes mechanische figuren in de film, naast onder meer een doodshoofd en een luidspreker, vertolkt de rol van de gids van de Duitsers: om te navigeren en de wereldkaart te verdelen. Later is het dezelfde passer die dienst doet als antropologisch instrument om de schedels van de vermoorde stamleden op te meten. Het duistere verhaal staat dan ook bol van moord en doodslag, afgewisseld met een aangrijpende klaagzang. Waar Kentridge zich normaliter op zijn thuisland Zuid-Afrika richt, is het hier Namibië – dat tot 1990 onderdeel van Zuid-Afrika was – dat zijn aandacht trok. Overeenkomsten met de apartheid en de politieke en sociale omstandigheden zijn dan ook niet ver te zoeken.

William Kentridge, Installatiefoto Black Box/Chambre Noire. Foto: John Hodgkiss. Deutsche Guggenheim, © William Kentridge

De titel van het werk bevat vele lagen. De meest duidelijke is de duisterheid van het besproken verleden, maar ook de zwarte doos van vliegtuigen, en de bioscoopzaal en het theater als black box dienen als referentie. Daarbij had de camera in de twintigste eeuw op meerdere manieren te maken met registratie, verhulling en een donkere kamer. De gepresenteerde geschiedenis van Namibië is lange tijd zo veel mogelijk vaag gehouden en verhuld, maar is hier, door Kentridge, artistiek ontdaan van haar sluier.

De camera werd ook gebruikt als instrument om safari’s vast te leggen, een werkwijze die nauw samen hangt met de gehele Duitse onderneming richting zuidelijk Afrika. Black Box herbergt een stukje film van een safari, waarin te zien is hoe jagers een neushoorn afschieten en daarna naast het dode dier poseren, terwijl de ‘inheemsen’ toekijken. De neushoorn staat in Black Box symbool voor de Herero en Nama, die hetzelfde lot ondergaan als de neushoorn in het filmpje. De achtergrond van het stuk wordt verzorgd door een troosteloze omgeving, een ander kenmerk van Kentridge, hier door het gebruik van houtskool nog eens versterkt.

William Kentridge, tekening voor Black Box/Chambre Noire, 2005. Foto: John Hodgkiss. Deutsche Guggenheim, © William Kentridge

Naast het mechanisch theater zijn er zo’n vijftig tekeningen aanwezig die Kentridge maakte als voorstudie en onderdeel van Black Box. Het laat een diepe indruk op me achter. Eigenlijk is alles aan Black Box goed, zowel onderwerpskeuze als onderzoek en uitvoering. Het stuk wordt elk uur vertoond en is een must-see.

William Kentridge: Black Box/Chambre Noire
Joods Historisch Museum
16 juli – 25 november 2012
www.jhm.nl

Vincent van Velsen

is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam

Recente artikelen