metropolis m

Het oeuvre van Michael Tedja ontpopt zich als een gevaarlijk monster.

Bij alle verhalen in de media over de gigantische hoeveelheid kunst die Michael Tedja het Cobra Museum in had gesleept vond ik het toen ik eenmaal in Amstelveen in het museum arriveerde in eerste instantie nog wel meevallen.

Ik had een uitdragerij verwacht, waar je struikelt over allerlei obstakels, schotten, stellingen, maar in het Cobramuseum blijft het overzicht intact. Er is zelfs een keurig parcours uitgezet, met verschillende afdelingen, vol doorkijkjes en kruisverbanden. Tedja wordt gepresenteerd als tekenaar en schilder.

Waarmee niet is gezegd dat er niet ontzettend veel is uitgestald. Veel ervan is te groot en omvangrijk om in een oogopslag te zien (en op foto te zetten). Er is kunst zover het oog reikt.

Tedja houdt als kunstenaar van de intimidatie. Hij cultiveert een werkdrift die veel weg heeft van een niet te temmen razernij. Het oeuvre verschijnt als een monster dat zich bevindt in een voortdurende staat van acceleratie. Als veelvraat wil het meer en meer en meer. Het vreet van alles op en spuwt het uit, over de hoofden van het verdwaasde publiek, dat wanhopig op zoek is naar ankers, die niet worden geboden.

Ik moet denken aan het afschrikwekkende slangenhoofd van Medusa, vooral omdat Tedja zich bij deze tentoonstelling zo nadrukkelijk presenteert als Snake (zijn eigen variant op Cobra). Van bevallige dame is de kunst in het oeuvre van Tedja veranderd in iets angstaanjagend. In plaats van schoonheid en troost biedt ze vooral veel onrust en gevaar.

Niets is heilig bij Tedja. De kunst, zijn kunst, die van anderen, de politiek, de media – overal geeft hij commentaar op in zijn tekeningen en schilderijen, soms fel, soms bitter, soms politiek, soms poëtisch. Tedja verschijnt om en om als slachtoffer, winnaar, activist, dichter, anti-Christ, kunstenaar. En altijd als zwart persoon, door de kunstenaar ook wel omschreven als ‘neger’.* De nietsvermoedende bezoeker krijgt het direct medegedeeld, in een grote reeks tekeningen gewijd aan ‘zwart’ en een video.

In de (gratis!) catalogus lees ik dat Tedja afstand neemt van het systeem waarbinnen hij opereert. Hij wil breken met de manier waarop kunst zich ophoudt in een cultuur van sociaal onderscheid: iets goed vinden om ergens bij te horen. Waaraan is gekoppeld een economisch stelsel dat het ook niet goed verdraagt dat je tientallen kunstwerken op een dag vervaardigt. Kunst leeft bij voortdurende selectie, zo opereert haar economische en machtsapparaat, zoals zich dat nog steeds het meest significant manifesteert in een museum.

Niet kiezen tussen goed en slecht is een manier om aan die macht te ontsnappen. In het universum van Tedja telt alles en iedereen altijd mee. Zo is er in zijn werk ook geen begin en geen einde. Het gaat altijd door, een werk in uitvoering. Elke bepaling is een vorm van stigmatisering.

Wat niet wil zeggen dat er geen ontwikkeling zit in zijn kunst. Het ontwikkelt zich voortdurend, maar wel alle kanten op. Waarmee het zich ook buiten de tijd plaatst, buiten de geschiedenis. Op elk titelkaartje staat een beginjaar en een eindjaar, vaak is dat 2012 – ik vermoed het moment dat het in beheer bij de galerie is gekomen. Als het aan Tedja lag, kon er nog aan worden doorgewerkt.

Artistiek hoogtepunt in Amstelveen is een reeks aaneen geschaarde schilderijen, die bij elkaar een tientallen meterslang episch ‘fries’ vormen. Op meerdere momenten barsten de werken de ruimte in, alsof de waanzinnige breedte alleen niet eens genoeg was, maar ook de diepte diende te worden opgezocht. In dit werk, zoals bij wel meer, zijn alle belangrijke thema’s van Tedja opgenomen. Je kunt er de tijd in vergeten.

Het kritisch hoogtepunt voor mij is een serie bescheiden fotoportretten van zwarte museummedewerkers uit Amerikaanse topmusea, geëxposeerd onder een serie werken van Tedja. Er staan cv’s bij afgedrukt waaruit duidelijk wordt dat de dames en heren indrukwekkende carrières hebben.

De spiegel die Tedja hier de Nederlandse kunstwereld voorhoudt is even simpel als dodelijk. Zwarte curatoren in Nederlandse kunstinstellingen, ken jij ze?

Zo zijn er wel meer ongemakkelijke momenten van allerlei aard in deze meest ‘giftige’ tentoonstelling die ik in tijden heb gezien.

Michael Tedja
SNAKE
Cobra Museum, Amstelveen
2 februari – 26 mei

*tekst aangepast, d.d. 6.7.2022

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen