metropolis m

Pablo Bronstein

Het Derde Land in Huis Frankendael in Amsterdam presenteert een imponerend gezelschap van internationale kunstenaars, in een tentoonstelling geïnspireerd op drie dichtregels van Gerrit Komrij.

Camille Henrot

Er is een land dat ik met pijn verliet, / Er is een land dat ik met pijn bewoon. / Een derde land daartussen is er niet. Met deze drie versregels begon Gerrit Komrij zijn gedicht Contragewicht, dat voor de curatoren van Mijn derde land, momenteel te bezoeken in het Amsterdamse Huize Frankendael, als inspiratiebron diende.

Het gedicht zegt nog meer over dit derde land: Ik heb, om aan dit noodlot te ontkomen, / Een derde land verzonnen in mijn hoofd, / Een land vertrouwd met leugens en fantomen. Komrijs derde land wordt in Huize Frankendael dan ook begrijpelijk opgevat als een plek die ontsproten is aan de verbeelding van haar bewoner of bewoners.

Het is bijgevolg een thematische tentoonstelling met verschillende kunstenaars die werk maakten over dit derde land, over deze plaats die niet bestaat – of misschien toch ook weer wel.

Constant

Allereerst valt op dat er vooral heel erg véél getoond wordt op Mijn derde land; Huize Frankendael –het enige overgebleven buitenhuis in de omgeving van Amsterdam, met twee verdiepingen en een tuin toch niet echt een kleinschalige locatie- is goed gevuld. Om precies te zijn, worden er maar liefst zeventien kunstenaars getoond, soms met meerdere werken; te veel om allemaal bij naam te noemen dus.

Het zijn dan ook vooral de veelheid en de verscheidenheid aan werken op Mijn derde land die opvallen. De tentoonstelling lijkt vanuit een vrij specifieke en weloverwogen inhouden lijke invalshoek te vertrekken (Komrijs derde land), maar koppelt aan deze invalshoek erg uiteenlopende soorten kunst. Sommige werken passen naadloos in het kader van de tentoonstelling; dit geldt zeker voor de twee getoonde werken van de Britse Charles Avery, die sinds 2004 werkt aan een oeuvre dat hij opvat als een grootschalig epos over een gefantaseerd eiland.

Min of meer vergelijkbaar zijn de twee werken van Jennifer Tee, een Nederlandse kunstenaar die middels installatie en performances op zoek gaat naar wat ze zelf de “tussenstaat” noemt; een hybride gebied dat in mythes en rituelen de overgang markeert tussen de materiële werkelijkheid en de magie.

Er zijn echter ook kunstenaars die het derde land op een minder zweverige manier interpreteren. De Braziliaanse Paloma Bosque toont In/Out, een werk dat volgens de kunstenaar het contrast tussen het platteland en de grootstad São Paulo, waarnaar ze zelf verhuisde, waarneembaar moet maken. Een soortgelijke dynamiek ligt achter twee stills uit de film Soliloquy van de van oorsprong Iraanse kunstenares Shirin Neshat, die reflecteert over de dichotomie tussen het westen en haar geboorteland.

Shirin Neshat, Soliloquy (still), 2009
Pablo Bronstein

Het gaat hier om twee kunstenaars die het derde land niet zien als ingebeelde plek, maar als een gemoedstoestand van ontheemdheid, als gevolg van erg concrete en tastbare problemen als migratie of verstedelijking. Maar daar blijft het niet bij; Mijn derde land lijkt te willen suggereren dat het derde land zowat overal en alles kan zijn, door werken te tonen die bijvoorbeeld gaan over de 18de-eeuwse Engelse regency-stijl (Pablo Bronstein, Designs for the Ornamentation of Middle Class Houses) of een zesde-eeuwse monnik die op overzeese zoektocht gaat naar het paradijs (Fiona Tan, Brendan’s Isle). Denk daarbij nog een animatiefilm over hedendaags toerisme (Mira Sanders) en een verzameling welbekende maar fictieve eilanden (Agnieszka Kurant), en het wordt duidelijk dat het conceptuele kader van Mijn derde land geen stand houdt.

Charles Avery

Natuurlijk; een tentoonstelling die vanuit de poëzie vertrekt kiest er bewust voor een zekere ruimte voor ambiguïteit te laten, en dit kan ook prikkelend werken. En soms lukt dit ook; Mijn derde land toont veel interessant werk, maar mist desalniettemin de scherpte die een thematische tentoonstelling nodig heeft om de afzonderlijke werken op een productieve manier met elkaar in verband te brengen.


Mijn Derde Land
Huis Franckendael Amsterdam
19 oktober t/m 1 december

Kunstenaars: Agnieszka Kurant, Camille Henrot, Charles Avery, Constant Nieuwenhuys, Fiona Tan, Jennifer Tee, Jonathas de Andrade, Jorge Méndez Blake, Marcius Galan, Mira Sanders, Pablo Bronstein, Paloma Bosquê, Ryan Gander, Shilpa Gupta, Shirin Neshat, Simon Fujiwara, Tomás Saraceno.

Steyn Bergs

is kunsthistoricus en criticus, en werkt momenteel bij Casco – Office for Art, Design and Theory in Utrecht

Recente artikelen