metropolis m

Danica Dakic, Emily, 2010

De stem heeft een ethisch en esthetisch potentieel. Maar welk is dat precies? In Voice – creature of transition van Rietveld Studium Generale is er in een reeks van evenementen bij stilgestaan.

De stem spreekt, schreeuwt, fluistert en zwijgt. Hoewel onzichtbaar en ontastbaar altijd aanwezig — aan de stem kan niet worden ontvlucht. De mens is een begenadigd kijker; we zijn voortdurend ondergedompeld in een visueel prikkelende wereld. We absorberen, en blijven absorberen. Maar als spreker kunnen we delen en verbinding leggen. De stem heeft een ethisch en esthetisch potentieel. Maar welk is dat precies, in de eenentwintigste eeuw?

VOICE ~ CREATURE OF TRANSITION, het vijfdaagse programma georganiseerd door Studio Generale Rietveld Academie en Rietveld Uncut is een samenkomst van maken en denken. Het gaat dwars door verschillende kunstdisciplines, verbindt heden met verleden, en bevindt zich op het kruispunt van wereld en kunstwereld.

Vier gastcuratoren namen elk één dag op zich om een programma samen te stellen van performance, screening en discussie. Ieder sneden ze een eigen aspect van het overkoepelende thema aan, binnen de context van alle mogelijke betekenissen van de stem.

“Speak up, child!” — Voicing The Void Between Subjectivity And Subjection: ‘Subjectivity’ en ‘subjection’ zijn met elkaar verweven, althans, dat is de les die filosoof Louis Althusser ons leert. Het subject wordt bepaald door de ideologie waaraan het onderworpen is. Curator Ruth Noack borduurde op zaterdag hierop verder, en gaf de hoofdrol aan het kind; als kwetsbaar en nog ongevormd wezen is het kind misschien wel het meest ontvankelijk voor de gezaghebbende stem.

Natalie Minnevik, Elina

De dag begon met de vertoning van de Zweedse film Elina – Som om jag inte fanns (Elina – Alsof ik er niet ben). In het grensgebied tussen Finland en Zweden groeit Elina op in een Fins sprekend gezin. Haar schooljuf corrigeert haar voortdurend Zweeds te spreken. In tegenstelling tot haar klasgenoten gaat Elina de machtsstrijd niet uit de weg, en toont zich als een koppig, maar moedig kind.

De film, bedoeld voor kinderen, heeft een nogal simpele verhaallijn, maar heeft veel lagen. Bovendien maakt de onnozelheid de aanwezige thema’s juist meer onmiskenbaar. Het ondergeschikte kind staat niet alleen centraal, maar we kijken mee vanuit zijn perspectief; als de onverbiddelijke juf haar toespreekt zien we haar vanuit de hoogte oprijzen. Continu wordt de ongelijkheid tussen het kind en de volwassene bevestigt, in de strijd die ieder kind moet voeren om te worden wie het is.

Noack deed tijdens de vertoning een live voice-over, en vertaalde alle gesproken tekst naar het Engels. Voor kinderen is dit een middel om zonder ondertitels een film te kunnen begrijpen, maar in deze context is het vooral een poging om de kloof te dichten tussen de verschillende gesproken talen. Als kijker werd ik me ervan bewust hoe de kijkervaring bepaald wordt door je eigen taalbeheersing en hoe ondertitels normaal gesproken zorgen voor afstandelijkheid met de verhaallijn.

Danica Dakic, Emily, 2010

Hoe vaak komt het niet voor op symposia dat je een tekst in geschreven taal voorgelezen krijgt, die duidelijk niet bedoeld is om al luisterend begrepen te worden?

Ook Emily (2010), een film van Danica Dakic bleek een heldere illustratie van het thema. Verschillende vormen van taal komen hierin samen in een leeromgeving. Emily leert gebarentaal van een vrouw die je niet ziet, maar wel hoort. Als kijker bevindt je je tussen de vrouw en Emily, die van dichtbij, groot in beeld te zien is. Je volgt hoe de aanwijzingen van de vrouw de ruimtelijke grammatica van Emily verfijnt. Emily is genoodzaakt tot gehoorzaamheid aan de vrouw, omdat deze visueel manuele stem is haar toegang tot de wereld is —ze is ertoe veroordeeld.

Lina Campanella las na afloopt van Emily een op de film reflecterende tekst van de hand van Ruth Noack voor. Campanella was in tegenstelling tot de andere deelnemers jong, en geen ervaren spreker. De woorden waren niet haar eigen, en het Engels was ze niet volledig machtig, maar hierdoor was haar optreden des te innemender. Als luisteraar werd ik hierdoor misschien afgeleid van de inhoud, maar eigenlijk was haar speelsheid eerder prettig dan storend; op een bepaalde manier begreep ik beter waarover het ging.

‘Hoe vaak heb je de tekst geoefend?’ Was een van de eerste vragen die gesteld werd. ‘Vond je het wel leuk?’, ‘Voelde je je vereerd om het te mogen doen?’ Het publiek reageerde nogal onbeschroomd. Voor mij was het vooral kenschetsend voor symposia als deze in het algemeen. We absorberen, en blijven absorberen.

Hoe vaak komt het niet voor dat je een tekst in geschreven taal voorgelezen krijgt, die duidelijk niet bedoeld is om direct begrepen te worden? Dat heeft niets te maken met onvermogen, desinteresse of onwil van de luisteraar of spreker, maar met de kloof tussen de taal die gesproken wordt op het podium, en de taal die verstaan wordt door het publiek. De spreker neemt de rol als spreker aan, en het publiek als toehoorder — die alles schijnbaar begrijpt. En niemand die uit deze rol stapt. Ik denk dat Lina Campanella dat prachtig blootlegde, doordat het haar niet onmiddellijk lukte om die rol aan te nemen. En gelukkig maar.

VOICE ~ CREATURE OF TRANSITION
Studium Generale Rietveld Academie & Rietveld Uncut
Brakke Grond, Amsterdam
20 t/m 24 maart 2014

“Speak up, child!” — Voicing The Void Between Subjectivity And Subjection
23 maart 2014

Julia Steenhuisen is stagiaire bij Metropolis M

Julia Steenhuisen

is kunsthistoricus

Recente artikelen