metropolis m

Robert Gober en Lawrence Weiner

Leverkusen, gelegen aan de Rijn tussen Keulen en Düsseldorf, wordt gedomineerd door het enorme complex van farmareus Bayer. Het is de stad waar nooit iemand hoofdpijn heeft, dankzij de damp van aspirine die er dagelijks over wordt uitgestoten.

Leverkusen is het Ruhrgebied in optima forma. Vervallen Wirtschaftswunder dat is gebouwd in vijftig tinten grijs. Een arbeidersstad met veel onooglijke woonwijken, een lelijk oud en een lelijk nieuw winkelcentrum, en een park. Een goudkust heb ik er niet kunnen ontdekken. De welgestelden zullen wel zo slim zijn geweest zich elders te vestigen, dichter bij de nabijgelegen metropolen, veilig buiten de pijnstillende wasem van de fabriek.

Leverkusen is vooral Bayer Leverkusen, het PSV van het Rijnland, al jaren een topclub in de Duitse competitie. Buiten de voetbalclub heeft de stad de buitenstaander helemaal niets te bieden. Of het moet Museum Morsbroich zijn, gevestigd in een slot onder de rook van de stad. Naast de plaatselijke Nicolaaskerk is het de enige culturele bezienswaardigheid. In de ingang hangt vol trots de oorkonde die de Duitse afdeling van AICA het museum enkele jaren geleden heeft toegekend.

Ik ben er op het moment dat de tentoonstelling Propaganda für die Wirklichkeit loopt, met wat je in filmtermen een sterrencast zou noemen, featuring Omer Fast, Francis Alÿs, Art & Language, David Claerbout, Rodney Graham, De Rijke/De Rooij, Christopher Williams, Thomas Ruf, Alicja Kwade en anderen.

De tentoonstelling is er een van het ingetogen soort, stevig verankerd in de traditie van de conceptuele kunst, weliswaar gelaagd en rijk aan percepties, maar in toon ernstig en geserreerd. Het geheel voelt ouderwets degelijk aan, alsof het een reconstructie is van een tentoonstelling van pakweg vijfentwintig jaar geleden.

Tentoonstellingen als deze worden in Nederland haast niet meer gemaakt. Omdat ze niet sexy en modieus genoeg zijn, te pretentieus, filosofisch en historisch gedetermineerd, en niet te verkopen aan een groot publiek. Ik vraag me terwijl ik er rondloop af of dat erg is.

Onderwerp van Propaganda für die Wirklichkeit is de problematische relatie van kunst met de werkelijkheid. Elk kunstwerk geeft de werkelijkheid weer maar er ook vorm aan. Het bepaalt hoe we er vervolgens naar kijken.

Alle kunstenaars, zeker die uit deze tentoonstelling, spelen met dat gegeven, en hopen onze blik te beïnvloeden. Ze problematiseren de relatie van beeld en werkelijkheid, wijzen op de inherente onbetrouwbaarheid van elke weergave ervan. Het is in die zin eerlijke propaganda, zij het nog altijd manipulatief.

Alleen al het werk van Omer Fast is een bezoek aan Leverkusen meer dan waard. Fast probeert in Talk Show (2009) een voorval in Irak te verklaren, van een Amerikaans journalist die er naartoe vertrokken is, er trouwde, en vervolgens om het leven is gebracht. Te zien is een talkshow waarin iemand uit haar omgeving het verhaal doet, waarna de ondervraagde opstapt, een ander op de lege plaats gaat zitten en een ondervraging begint met de vragensteller, die ook een relatie met een van de betrokkenen in het verhaal over de Amerikaanse journaliste had. Zoveel relaties als visies op het leven, waarbij de journalist er ook de nodige dubbellevens op na bleek te houden.

De onmogelijkheid met een eenduidige verklaring over de werkelijkheid, in dit geval het leven van een Amerikaanse journaliste, te komen laat je de tentoonstelling niet meer los.

Op twee etages worden beeldtalen uiteengerafeld; de spiegelfunctie van kunst ernstig in twijfel gebracht. Ietwat voorspelbare historische figuren als Marcel Broodthaers, Morgan Fisher, stanley brouwn, Art & Language en Lawrence Weiner leggen de basis, waar de jongere generaties zich luchtig tegenover plaatsen. In het licht van de voormalige kennistheoretische radicaliteit, komen de hedendaagse beeldraadsels meer poëtisch dan filosofisch over. Het geeft de wat droogkloterige tentoonstelling, een welkome relativering en laat zien hoe de kennistheorie zich in veertig jaar heeft verlegd van de studeerkamer naar het medialandschap.

Propaganda für die Wirklichkeit valt op door de zorgvuldigheid waarmee alles ineen is gepast, de voorzichtige, afgemeten inrichting. Maar zij weet niet te verrassen. Alles is wel erg verantwoord, de namen zijn gekend, de kwaliteit is gevestigd. Er is een gebrek aan rafelrand, en aan urgentie. Wat maakt dat de tentoonstelling geen grote indruk nalaat.

Alleen die geestige Omer Fast zal ik niet snel vergeten.

Propaganda für die Wirklichkeit
Museum Morsbroich, Leverkusen
2 februari t/m 4 mei

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen