metropolis m

Aanklager Henk Oosterling

In de statige Amsterdamse Singelkerk vindt op vrijdag 10 en zaterdag 11 oktober de internationale conferentie Participation on Trial plaats, georganiseerd door Castrum Peregrini in samenwerking met curator Nina Folkersma. Als alternatief voor het conventionele model van een conferentie, waarbij sprekers spreken en toehoorders luisteren, wordt hier gekozen voor de vorm van een rechtszaak. Dit in navolging van onder meer de mock trials die André Breton organiseerde in de jaren 1920 en ’30.

Onder leiding van ‘rechter’ Mieke Bal gaan op de vrijdag twee advocatenteams, een twaalfkoppige jury, ‘slachtoffers’, getuigen en het publiek met elkaar in discussie over ethische en filosofische kwesties rondom participatory art. Terecht staat de westerse kunstwereld, meer bepaald het daar geldende prevailing paradigm(oftewel het gangbare denkkader) met betrekking tot participatie en participatieve kunst. De tenlastelegging is uitgebreid: de verdachte zou geen ruimte bieden voor culturele en maatschappelijke diversiteit; onvoldoende raken aan het inspirerende potentieel van kunst, cultuur en geschiedenis; weinig innovatief zijn op het gebied van participatie en educatie; en sociale uitsluiting en polarisatie in de hand werken.

Aanklager Henk Oosterling

Filosoof Henk Oosterling, vandaag in de rol van aanklager, haakt in op de laatste beschuldiging. Hoewel sommige directeuren en curatoren hun best doen, ziet hij veel van hen nog altijd opereren binnen het negentiende-eeuwse discours, waarin musea het hoogste woord hebben. De opkomst van de performancekunst heeft veranderingen teweeg gebracht, samen met technologische ontwikkelingen. De toeschouwer werd mede-schepper, en behalve de fysieke en publieke ruimte was er nu ook de virtuele ruimte. We leven tegenwoordig in een netwerkmaatschappij, waaraan iedereen vrijwel automatisch deelneemt. Dit vraagt om nieuwe methodes van interactie, terwijl musea volgens Oosterling niet verder komen dan het openstellen van gebouwen. In het netwerkmodel is het museum slechts één van de vele deelnemers. Het is niet langer de enige partij die een claim kan leggen op kwaliteit en artisticiteit. De kunstwereld zou daar meer rekening mee kunnen houden. Tot besluit merkt Oosterling op dat de discussie over het in- en uitsluiten van kunst niet speelt in de niet-westerse kunst: daar is kunst simpelweg onderdeel van het erfgoed en dagelijks leven. Daaraan kunnen we een voorbeeld nemen.

Hoofdverdediger Ruth Noack

Curator en schrijver Ruth Noack voert de verdediging aan en stelt allereerst dat ‘de verdachte’ helemaal niet bestaat. Want over welke kunstwereld hebben we het precies? Verschillende musea in verschillende landen maken verschillende beleidskeuzes. Er bestaat eveneens geen homogeniteit onder verschillende groepen etnische minderheden. Uiteraard komt het wel voor dat musea hen vanuit een imperialistisch perspectief verkeerd beoordelen, wat niet erg bevorderend is voor participatie. Integratie vereist toegankelijkheid, ook in letterlijke zin.

Voortgaand op haar vraag wie of wat nu precies verdacht is stelt Noack dat participatory art niets te maken heeft met participatie, want kunst vraagt per definitie om meer dan passieve consumptie. De discussie over participatory art versmalt zo de betekenis van kunst. Er is zelfs sprake van een naïef en ijdel totalitarisme: waarom moet iemand naar een museum willen? De politiek zou de symbolische kracht van (participatieve) kunst vooral gebruiken om te verhullen dat onderwijs, zorg, cultuur en educatie worden gekort – sociale mechanismen die juist nodig zijn voor actieve politieke deelname.

Naast Oosterling en Noack komen gedurende de dag diverse ‘getuigen’, ‘slachtoffers’ en andere aanwezigen aan het woord, met een veelheid aan posities. Uit de commentaren komt vooral naar voren dat participatie niet kan worden geforceerd, maar een two-way education is waarin het proces centraal staat. Daarnaast wordt het risico op amateurisme aangestipt: niet alle participatieve projecten zijn kunst. Zoals de piramidesamenleving volgens Oosterling is getransformeerd tot een netwerkmaatschappij, dient ook de verticale esthetiek (het van bovenaf bepalen wat goede kunst is) te veranderen in een horizontale, waarin plaats is voor uitwisseling, co-creatie en meerstemmigheid. De machtspositie van een subsidiërende overheid wordt erkend, evenals de noodzaak van een zelfkritische houding.

De verdediging verhoort een getuige

Na onderling beraad presenteert de jury onder leiding van kunstenaar Rune Peitersen later die middag haar slotoordeel. De eerste conclusie is dat de verdachte maar moeilijk vindbaar is: tijdens de zoektocht naar de misdaad, lijkt de verdachte te zijn ontsnapt, stelt hij. Uiteindelijk werd namelijk niet zozeer gesproken over the prevailing paradigm, maar vooral over participatie en participatieve kunst zelf. Gebleken is dat beide vaak op verkeerde manier worden aangewend door diverse gebruikers, waardoor de jury zich afvraagt of participatie eigenlijk niet het ware slachtoffer is in deze zaak. Participatie wordt op grote schaal ingezet door de overheid voor het instrumentaliseren van kunst en kunstenaars. Dit is een top-down benadering waar de jury op tegen is. Participatieve kunst heeft echter ook de potentie mensen sterker te maken, mits deze in vrijheid plaatsvindt en uit artistieke urgentie ontstaat. De jury twijfelt tenslotte zelfs aan zichzelf, want voelt zich niet representatief voor Nederland. In koor besluiten de juryleden hardop: ‘We are all guilty.’

Rechter Mieke Bal

Het rechtbankmodel leent zich wellicht niet perfect voor dit inhoudelijke debat – daarvoor is het onderwerp te ambivalent en weinig afgebakend, zoals de juryuitspraak onderstreept. Waar een echte rechtszaak is gericht op veroordeling, zijn dader en slachtoffer in deze context niet eenvoudig aan te wijzen. Het open en participatieve karakter van de conferentie is echter van toegevoegde waarde. De eerste dag van Participation on Trial vormt een inzichtelijke bijeenkomst met een verscheidenheid aan internationale bezoekers en deelnemers. Met een slag van de hamer veroordeelt rechter Mieke Bal de verdachte uiteindelijk tot een jaar lang public shaming in de vorm van kritische publicaties – een proces dat met dit evenement alvast zorgvuldig in gang is gezet.

Participation on trial
10 en 11 okt, Singelkerk Amsterdam

Alle foto’s: Marijn Bax, courtesy Castrum Peregrini

Yasmijn Jarram

is curator van Kunstmuseum Den Haag

Recente artikelen