metropolis m

Niet kopen, maar kijken lijkt het devies op deze editie van Art Rotterdam

Het woord ‘beurs’, voor de aardigheid heb ik maar eens opgezocht waar het vandaan komt. Etymologisch stamt het van beurse, buerse, borsse. Het woord kreeg de betekenis van handelshuis mogelijk naar voorbeeld van de Brugse herberg Ter Beurze of d’Oude Buerze, van een makelaars- en herbergiersfamilie die er vanaf 1257 meer dan twee eeuwen lang woonde. Hun naam was: Van der Borse (of Van der Burse, Italiaans Della Borsa). Hun huis, lees ik, was een ontmoetingsplaats van handelaren en bankiers.

Er is ook een andere etymologische lijn, waarin het idee van de beurs als handelsgebouw zich heeft ontwikkeld uit het woord voor ‘geldzak’. In 1531 werd de eerste Antwerpse ‘beurs’ geopend en vanaf toen verving dat woord het Franse Loge (de Change), dat een leenvertaling van het Italiaanse loggia is.

Geen kunstbeurs die het alternatieve woord voor geldzak nog graag in de mond neemt. Ook het woord ‘Fair’ is trouwens niet meer erg in zwang (etymologisch te herleiden tot het Latijnse feria – vakantie, marktplaats, fair). De meeste internationale beurzen volstaan tegenwoordig – naar model van de moeder van de hedendaagse kunstbeurs uit Bazel – met het woord ‘Art’ met direct daarachter de plaats waar het evenement zich voltrekt. In dit geval ‘Rotterdam’: Art Rotterdam.

Alsof men wil uitdrukken dat de kunstwereld niet zo van geld en van handel houdt. Op kunstbeurzen mag dan kunst te koop zijn, liever afficheert men zich als attractie en ontmoetingsplaats van kunstliefhebbers.

Edwin van der Heide bij Dordtyart op Art Rotterdam

Art Rotterdam lijkt nog een stapje verder te gaan. Editie na editie is de kunstverkoop zich uit het evenement aan het terugtrekken. Op de tegenwoordige locatie in de voormalige Van Nellefabriek wordt het deel waar je kunst kunt aanschaffen meer en meer ingekapseld door andersoortige evenementen waar geen galeriehouder nog aan te pas komt, zoals Prospects & Concepts (een talentshow van het Mondriaan Fonds), Dordtyart (een presentatie van grootschalige installaties van een Dordrechts initiatief), Intersections (een overzicht van kunstinitiatieven uit Nederland en België), de MK Award (een expositie rond een prijstoekenning).

De Van Nellefabriek, een attractie op zichzelf, inclusief rondleidingen, herbergt komende dagen het restaurant van een sterrenkok, om je eens lekker culinair te laten verwennen, zoals dat heet. En dan vergeet ik nog Projections, een museaal ogende afdeling met video’s en films, weliswaar bijeengebracht door galeries, maar niet echt bedoeld om hun omzet eens lekker op te schroeven.

De grote baas van de beurs komt er rond voor uit. In de inleiding van de catalogus van Art Rotterdam schrijft directeur Fons Hof: ‘Met verschillende benaderingen van jonge kunst in uiteenlopende tentoonstellingsconcepten vormt Art Rotterdam steeds meer een alternatief op de grote beurzen.’

Hang-out Art Rotterdam. Veelzijdig alternatief platform voor jonge kunst. Nog een paar edities en er valt straks geen galerie meer te bekennen.

Van alle galeriehouders heeft Jeanine Hofland de nieuwe, ik noem hem gekscherend ‘antiverkoopkoers’ het best begrepen. Waar de meeste galeries hopen met een zo groot mogelijke variëteit aan kunst zoveel mogelijk te gaan verkopen, heeft zij in samenwerking met collega-galerie Seiler haar stand op symbolische wijze omgebouwd tot een (alcoholvrije) bar met een meterslange toog, waar allerlei bekenden elkaar al direct wisten te treffen.

Een ander ‘conversation piece’ is te zien bij Annet Gelink. Dick Verdult maakt indruk met een traject langs een groot aantal ingezakte aardewerken kronen. Een geluidsband met (onverstaanbare) Duitse sprekers zet het lachwekkende machtstafereel (inclusief radiografisch bestuurbare tank) kracht bij. Qua ‘onverhandelbare’ praatwaarde spant West uit Den Haag de kroon, met een even grappige als aandoenlijke installatie van Denicolai Provoost die niet eens te koop is. De keurig uitgestalde modelschepen zijn geleend van inwoners uit Den Haag. Kijken mag, kopen verboden. Maandag gaan de bootjes gewoon weer terug naar hun eigenaars.

Art Rotterdam leert ons dat een moderne kunstbeurs iets anders wil zijn dan een koopfestijn, maar zoekt die alternatieve functie helaas net iets te veel buiten zichzelf, in een alsmaar uitdijend non-profit programma in hallen rondom het centrum waar het allemaal om te doen zou moeten zijn. Het zou beter zijn als men het ‘spraakmakende’ dat zo gewenst is wat dichter bij zichzelf zoekt, in de kwaliteit van het aanbod. Nu zijn er over het geheel genomen te weinig positieve uitschieters, galeriestands waar echt iets over te zeggen valt, stands waar je voor naar een beurs komt.

Ik begrijp wel dat de beurs ter compensatie met allerlei zijprogramma’s aan wordt gekleed en zich met een jong profiel tot een ‘alternatief’ voor de grote internationale kunstbeurzen probeert te maken, maar met de hoeveelheid non-profit sideshows die Art Rotterdam op het terrein van Van Nelle ontwikkelt wordt de toon van het geheel langzamerhand wel héél alternatief.

Art Rotterdam
4-8.2.2015

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen