metropolis m

Jason File

The Observer Effect in Gemak gaat over zien en gezien worden en hoe ons gedrag daar bewust of onbewust op wordt afgestemd. Het was al een gesignaleerde trend op de afgelopen eindexamenexpositie van de KABK en het past in een tijd waar we in toenemende mate in de gaten worden gehouden. Dat kan door cameratoezicht zijn, die ons een illusie voorschotelt van veiligheid. Of juist door onze medemens die onze echte of virtuele zelf op straat of op Facebook bekijkt en beoordeelt.

De continue uitwisseling tussen blikken, gedachten en handelen vormt de crux van de expo die is samengesteld uit werk van net afgestudeerde kunstenaars van de Chelsea College of Arts in Londen en de KABK. De tentoonstelling bevat ook werk van de curatoren Waalko Dingemans (1973) en Jason File (1976). Het uitgangspunt heeft een tentoonstelling van wisselende kwaliteit opgeleverd met werken die interessante vraagstukken proberen op te roepen, maar dat niet altijd even pakkend doen.

Zo confronteert Dingemans’ Subject- Object op vrij simpele wijze de bezoeker met zijn virtuele spiegelbeeld. Op twee schermen zie je in realtime videobeelden van jezelf, vastgelegd door verborgen camera’s. Dat wordt aangevuld met een filosofisch bedoeld tekstfragment waarin wordt gesteld dat onze observaties niet gelijk staan aan de realiteit, maar juist onze wensen en vooroordelen bevestigen. De droge en eenvoudige presentatie van dit gegeven biedt echter weinig prikkels om er verder over na te denken.

In Files Put into the Abyss is in een donkere ruimte een CNN-interview te zien met een terrorisme-expert. Het is File zelf die het heeft over zijn Terrorism Factbook. In de ruimte bevindt zich ook een beveiligingscamera die de kijker observeert terwijl die beelden weer in een andere ruimte te zien zijn. Het is wederom een makkelijke installatie die niet echt verrast ook al roept het concept wel prangende vragen op over onze surveillance-maatschappij.

De geobserveerde bezoekers zitten gevangen in een loop die is ontstaan door terreurdreiging en die door middel van observatie wordt gereguleerd. Maar wordt de geobserveerde mens nu door toezichthoudende instanties gezien als potentieel slachtoffer of potentieel dader? In een tijd waar terreur altijd op de loer ligt, lijkt die laatste optie steeds meer van kracht te zijn.

Marijn Ottenhof
Marijn Ottenhof

De beste werken op de expositie zijn van Marijn Ottenhof (1985) en Naomi Fitzsimmons (1989). Ottenhof heeft met haar installatie E621 verschillende objecten bij elkaar gebracht die variëren van steriel tot verleidelijk. Strakke witte kussens van een leerachtige stof die zijn voorzien van veiligheidsriemen, maar ook mysterieuze stenen en een wazige foto van een blauwe planeet. Ondertussen is er op een luidspreker een kalme vrouwenstem te horen. Haar woorden hebben iets hypnotiserends alsof het teksten zijn uit een quasidiepzinnig zelfhulpboek of een scientology sessie. De witte leren voorwerpen doen denken aan klinische instrumenten voor een esoterische getinte therapie om jezelf opnieuw te ontdekken. Ze behouden daardoor ook iets dreigends ondanks hun belofte op verandering en verbetering. Jezelf aan banden leggen en jezelf vinden, liggen blijkbaar niet ver van elkaar.

Naomi Fitzsimmons
Naomi Fitzsimmons

Naomi Fitzsimmons Artist looking for an actor to play herself in future performance is grappig en snijdt op speelse wijze dieperliggende thema’s aan over hoe wij kijken naar kunstenaars. Een video toont een auditie waarin zes actrices Naomi moeten spelen voor een jury. Ze hebben wat teksten en een korte bio gekregen om een beeld te vormen van de kunstenares. Maar wie spelen ze nu eigenlijk? Elke actrice geeft haar invulling op basis van de beschikbare info, maar ook vanuit dat reservoir van clichés en persoonlijke ervaringen waar ieder mens uit put.

De resultaten zijn komisch, maar ook veelzeggend. Een meisje die zich emotioneel uitlaat alsof creativiteit altijd gepaard moet gaan met overdreven gevoeligheid. Een andere actrice is juist meer ingetogen en komt over als een excentrieke eenling. En zo worden we geconfronteerd met hoe acteurs te werk gaan. Net als voor kunstenaars hebben wij voor die groep evengoed een innerlijke vergaarpak van verwachtingen en vooroordelen die onze perceptie beïnvloeden.

Het knappe is dat Fitzsimmons nog een stap verder gaat. De bezoeker heeft de mogelijkheid om de beste actrice te kiezen door een stembiljet in een stembus te deponeren. Zo gooit ze alle observaties weer terug bij de kijker die moet handelen en nadenken over wat echt en authentiek is en wat niet. Met die gevatte strategie slaagt zij er nog het beste in om het tot zelfreflectie stimulerende concept achter The Observer Effect tastbaar te maken voor de bezoeker.

The Observer Effect
Den Haag
Gemak
17.7.2015 – 15.8.2015

George Vermij

is criticus en journalist

Recente artikelen