metropolis m

Afgelopen woensdag opende de FIAC met ongeveer 200 galeries uit ongeveer 25 landen. Wie alles wil zien, heeft ongeveer een dag werk. De rangorde is traditiegetrouw als volgt: de powerplay galeries staan vooraan bij de entree, de ‘canonieke’ contemporainen (Cindy Sherman, Baselitz, Markus Lüpertz, David Hockney) rechts, het achterste deel in het midden kan je overslaan en de meest interessante galeries staan boven. Daar is ook de enige Nederlandse galerie te vinden: Ellen de Bruijne, die deze keer Falke Pisano en Klaas Kloosterboer brengt. Als Nederlandse kunstenaars turfde ik: Mark Manders, Navid Nuur, Marlene Dumas, Rineke Dijkstra, Marcel van Eeden en René Daniëls. De FIAC in 15 beelden >

Konrad Fischer (Düsseldorf, Berlijn). Een strenge en geordende presentatie zoals Duitsers dat goed kunnen, met de minimal en conceptual art ‘klassieken’ Hanne Darboven (achterwand), Carl Andre (vloer), Robert Mangold, Bernd en Hilla Becher en Lawrence Weiner. Over Carl Andre struikelde je letterlijk deze FIAC editie. In wel vijf galeries werden de vloerwerken aangeboden.

Richard Prince bij Almine Rech (Parijs, Brussel, Londen). Voor deze ongeveer achtdelige reeks bestond veel belangstelling. Ze waren een uur na de VIP opening op twee na uitverkocht. Wat mij vooral interesseerde is dat de koning van de ‘appropriation’, sinds de jaren zeventig bekend om zijn toe-eigening van de Marlborough reclame, hier zelf aan het tekenen is geslagen. Uit kleine reproducties van werken van Picasso zijn delen geknipt. De uitsparingen heeft Prince opgevuld met zijn eigen, zeker niet onverdienstelijke, interpretaties.

Zoals altijd verdringt men zich in de stand van Perrotin (Parijs, New York, Hong Kong). Een betere foto zat er dus niet in. De ophef werd veroorzaakt doordat hier zowaar werk te zien was van Maurizio Cattelan. De kunstenaar die bij zijn retrospectief in het Guggenheim (New York, 2011) breed aankondigde te stoppen als kunstenaar. Hij blijkt het toch niet te kunnen laten. Onder de naam Toilet Paper maakte hij met Pierpaolo Ferrari deze kamerschermen. De beelden zien eruit zien als stockfotografie maar zijn zelf gemaakt. Met diezelfde Ferrari maakt Cattelan overigens het tijdschrift ‘Toilet Paper’ waarin eenzelfde soort beelden verschijnen. Kamerschermen zijn trouwens helemaal de van het momenteel. Andere kamerschermen die ik spotte waren van Atelier E.b. (Lucy Mckenzie & Beca Lipscombe) en Marc Camille Chaimowicz.

Een andere trend: tapijten! Deze is van de Franse kunstenaar Saâdane Afif (La leçon de géometrie: Le motif (CA_p016), 2015, 2015) bij Mehdi Chouakri (Berlijn). Ook van Jiu Wenyu & Zhu Weibing (ShangART) en Rossella Biscotti waren tapijten te zien.

900.000 dollar. Gabriel Orozco bij Marian Goodman (Parijs, New York). Unfinished I, 2015, tempera en bladgoud op doek.

Het werk van de Argentijn Guillermo Kuitca heb ik hier in Parijs leren kennen. Vorig jaar had hij een ijzersterke solo tentoonstelling in Fondation Cartier (Parijs). Bijzonder daaraan was dat hij de tentoonstelling zelf curateerde en werken van andere kunstenaars waaronder Patti Smith en David Lynch erin opnam. Door een uitgekiende scenografie wist Kuitca perfect de duistere sfeer van zijn schilderijen te recreëren. Zijn onderwerp betreft vaak interieurs of plattegronden van huizen. Zoals ook in dit werk L’encyclopedie (Marble flooring plan of the Church of La Sorbonne), 2002, acryl en inkt op doek. Prijs: 230.000 euro. Galerie Elvira González (Madrid) (rechts Eduardo Chillida) > schrappen?

7 januari 2015 werd Parijs opgeschrikt door de aanslag op het satirische blad Charlie Hebdo. Curator Paul Schimmel, voormalig hoofdcurator MOCA LA en tegenwoordig vicepresident en partner van Hauser & Wirth (Zürich, Londen, New York), stelde een presentatie samen die een soort hommage is aan het blad. Een stapel van het eerste nummer na het verschijnen van de aanslag ligt centraal. Nee, dit is geen sculptuur, en nee, je mag ook geen exemplaar meenemen. Hoe ze zoveel exemplaren hebben weten te bemachtigen is een raadsel, daar er indertijd een run op was en in een mum van tijd uitverkocht. In de tentoonstelling satirisch of maatschappij kritisch werk van ondermeer Rashid Johnson, Mike Kelley, Paul McCarthy, Gunter Brüs en Fabio Mauri.

Dit moet wel Katharina Grosse zijn want niemand anders is zo goed met kleur als zij. Doordat deze kunstenaars voor haar schilderingen uitwijkt naar muren, plafonds, vloeren, wanden, ballonnen (solo De Pont, 2013), andere dragers en organische materialen, zou je bijna vergeten dat ze ook gewoon op doek werkt. En hoe! Wat een beheersing van kleur. Galerie Nächst St. Stephan Rosemarie Schwarzwälder (Wenen) was bovendien tot nu toe aan mijn aandacht ontsnapt maar blijkt een sterke line-up van kunstenaars, voornamelijk schilders, te hebben. Momenteel zit Renzo Martens er in een groepstentoonstelling.

Isa Genzken verrast me altijd weer. Enorm goed gevoel voor materiaal en de esthetiek van het materiaal. In november in het Stedelijk. Galerie Buchholz (Berlijn, Keulen, New York)

Dit werk van Yngve Holen was te zien bij zowel Galerie Neu (Berlijn) en bij Neue Alte Brücke (Frankfurt/Main). Een kunstenaar die in de post-internet hoek wordt geschaard wordt maar galeriehouders en kunstenaars willen die term nu niet meer gebruiken nu het voorbij hip is. Dit is het (groengeverfde) front van een Siemens MRI-scanner.

De Franse kunstenaar Neïl Beloufa (1985) bij Balice Hertling (Parijs). Naast Davide Balula, Melik Ohanian en Zineb Sedira een van de kunstenaars die genomineerd is voor de prestigieuze Prix Marcel Duchamp 2015. Interessant aan de prijs is dat het, naast de smak prijzengeld, een tentoonstelling in Pompidou en een berg PR, een initiatief is van verzamelaars.

De werken van Camille Blatrix (1984), eveneens bij Balice Hertling (Parijs), lijken altijd op gebruiksvoorwerpen. Alleen voor welk gebruik blijft onduidelijk. Je hebt de impuls op een knop te drukken of aan een handle te trekken. De serie waar Blatrix vorig jaar tijdens de FIAC de Prix Ricard mee won had een meer high tech karakter door het gebruik van aluminium. Het is belangrijk te vermelden dat Blatrix ieder onderdeel van het ‘voorwerp’ zelf maakt, het betreft dus geen hergebruik van bestaande onderdelen. Balice Hertling is trouwens een goede galerie met veel interessante jonge Franse kunstenaars. Naast Beloufa en Blatrix bijvoorbeeld Isabelle Cornaro en Julie Beaufils.

Dit bed van Mélanie Matranga (1985, F) is gemaakt van ‘vinyl glue’ en hout. De solo van Matranga in Palais de Tokyo opende afgelopen maandag. Daar zet zij in een totaal installatie bestaande uit ondermeer reusachtige papieren rijstlampen en wandbedekkende fotoprints een sterke sfeer neer. Ze creëert daar intieme ruimten waarvan de plafonds, wanden, bedden en stoelen zijn afgegoten in vuil wit flexibel rubber. Bij karma International (Zürich)

Haegue Yang (1971, Zuid Korea) weet uit de meest banale, dagdagelijkse materialen de meest geweldige kunst te maken. Ze bestormde een kleine tien jaar geleden documenta’s en biennales met haar luxaflexen installaties. Deze reusachtige pom-pom ball, denk aan American cheerleaders, is gemaakt van kunstmatig stro en bevat allerlei belletjes en kleinere pompons. Ze heeft ook omgevingen gemaakt met dit materiaal. Zo’n pom pom bal krijgt dan ineens een plek. The Intermediate – Ceremonial Pom-pom Ball (2015) is te zien bij Dépendance (Brussel).

FIAC
Grand Palais, Parijs
21 tm 25.10.2015

Nanda Janssen

is curator en criticus en woont in Parijs

Recente artikelen