metropolis m

In Den Haag troffen vertegenwoordigers uit de wereld van de kleine presentatie-instelling elkaar bij het graf van GEMAK om met elkaar te discussiëren over hun eigen toekomst.

Afgelopen vrijdag, 4 december 2015, vond in GEMAK in Den Haag een debat plaats over de positie en de toekomst van presentatie-instellingen. Het gesprek werd gevoerd op de laatste dag dat GEMAK, het enige nog actieve onderdeel van Stichting De Vrije Academie voor Beeldende Kunsten, haar deuren nog geopend had. Na drie jaar is namelijk besloten dat de organisatie helaas niet verder kan gaan, wegens een korting van meer dan 75% op de subsidie van de gemeente Den Haag.

Ter inleiding geeft directeur Marie Jeanne de Rooij geeft aan dat binnen het tentoonstellingsprogramma van GEMAK altijd een focus lag op de relatie tussen kunst, politiek en maatschappij en het mede daarom belangrijk te vinden deze dag aandacht te besteden aan de positie van de presentatie-instellingen in Nederland. Moderator Koen Kleijn benadrukt dat ondanks het feit dat het vandaag een begrafenis betreft, er in het debat niet gekeken zal worden naar wiens schuld het is dat het zover heeft moeten komen. Doel is eerder om naar de sector zelf te kijken.

Als eerste komt Arno van Roosmalen aan het woord als voorzitter van De Zaak Nu (DZN). Hij vertelt dat er al geruime tijd in Nederland een zeer gevarieerd segment bestaat van presentatie-instellingen die gericht zijn op het produceren en het presenteren van kunst en het doen van onderzoek, maar niet (zoals de musea en galeries al wel) in een vereniging vertegenwoordigd werden. De presentatie-instellingen zijn weliswaar verschillend georganiseerd en ook ligt de focus van de instellingen verschillend, wel worden een aantal kernwaarden gedeeld. De oprichting van DZN is geïnitieerd door het Mondriaan Fonds die het belangrijk vond dat de veelheid aan instellingen op deze manier de mogelijkheid heeft gekregen om samen te spreken.

Directeur Birgit Donker benadrukt dat het bijzonder is aan Nederland hoe internationaal de instellingen georiënteerd zijn. Tegelijk benadrukt zij dat de diversiteit van de instellingen inderdaad kwetsbaar maakt, waardoor het van groot belang is om de waarde ervan naar buiten kenbaar te maken. Waarop Irene de Craen van HotelMariaKapel (HMK) in Hoorn wordt gevraagd hoe zij als instelling omgaat met deze kwetsbaarheid. Naar haar idee is hun positie al anders omdat zij in tegenstelling tot de verschillende instellingen in Den Haag in West-Friesland de enige presentatie-instelling zijn. Zij zijn zeer actief in het buitenland en vragen hierbij internationale kunstenaars vaak iets te doen met de regio waarin HMK zich bevindt. Er wordt veel gedaan het publiek uit Hoorn bij de kunst te betrekken, zoals jongeren die soms tegelijk met bepaalde plekken in de stad als met moderne kunst in contact komen. De Craen benadrukt dat ze erg blij zijn met de subsidie van het Mondriaan Fonds, maar geeft aan dat dit uiteindelijk 40% van de hele begroting betreft, een ander deel komt vanuit de gemeente, kleine fondsen en voor een deel uit eigen inkomsten. Al gaat het nu goed, het blijft ieder jaar weer afwachten of het lukt om de begroting rond te krijgen.

Van Roosmalen wijst er eveneens op dat de financiële kwetsbaarheid de belangrijkste zorgwekkende factor is voor de instellingen. Het alsmaar minderen van de subsidies in de afgelopen heeft geleid tot iets wat hij omschrijft als een slow burn, een verborgen brand die verwoestend uitpakt. De getrapte financiering, verdeeld over meerder subsidiegevers, draagt ook niet bij aan de stabiliteit van de instelling. Omdat er regelmatig een subsidie wegvalt, moet er steeds weer drastisch worden ingekrompen.

De Craen vult aan dat zij zich al proberen te wapenen voor het moment waarop zij geen geld meer zullen krijgen van het Mondriaan Fonds, maar momenteel is daar nog geen goed alternatief voor gevonden. Hiervoor is misschien meer tijd nodig dan zij heeft.

In Vlissingen is voor kunstruimte Willem 3 wel al duidelijk dat zij niet kunnen blijven bestaan. Bianca Runge (programmamaker) licht toe dat er momenteel (in tegenstelling tot voorheen) in de gemeente niemand erg ‘kunstminded’ is. De gemeente heeft daarnaast financiële problemen en besloten dat de cultuursector van Vlissingen komende vier jaar 0 % subsidie zal ontvangen. Als eerste zal de beeldende kunst gekort worden, omdat deze sector geen eigen inkomen genereert.

Niels Post (kunstenaar en blogger Trendbeheer) denkt dat gemeentes de sector zouden kunnen steunen door leegstaande panden beschikbaar te stellen als huisvesting, waar geen huur voor betaald hoeft te worden. Momenteel gaat van veel instellingen 1/3 van de subsidie op aan huur die uiteindelijk weer bij de gemeente zelf terechtkomt. Ook denkt hij dat de kunstwereld een fout heeft gemaakt door te denken dat zij tot een ondernemende creatieve sector behoren. Er zal altijd geld naartoe moeten.

Van Roosmalen is het hiermee eens. Volgens hem is de kunstwereld te veel meegegaan in de ‘frame’ van de politiek, door te zeggen dat zij economisch belang hebben en eigen inkomen kunnen genereren. De sector kan beter zelf andere criteria voorstellen die eigen zijn aan de sector, al zijn deze soms moeilijk uit te drukken in harde gegevens. Maar wanneer de criteria worden aangepast, komt bijvoorbeeld het maatschappelijk belang meer tot uiting.

Donker adviseert instellingen om politici uit te nodigen en te laten zien wat er gebeurt. Volgens haar moet er niet te veel gesomberd worden. Een instelling moet goed omschrijven wat zij doen en wat er gebeurt en niet in de valkuil vallen om ineens allerlei nieuwe dingen door elkaar te gaan doen.

Joris Wijsmuller, wethouder SCDW in Den Haag, wordt gevraagd wat volgens hem de waarde van kunst en de kunstinstelling is voor de stad. Hij benadrukt dat kunst een groot maatschappelijk belang heeft, omdat het vragen stelt, zorgt voor reflectie en ontplooiing, en mensen met elkaar verbindt, et cetera. De instellingen zullen moeten aantonen hoe zij zich verhouden tot de samenleving en met name ook de veranderingen die hierin plaatsvinden. Een adviescommissie geeft vervolgens advies. Wanneer een instelling hier niet goed aan voldoet, missen zij de boot.

Naar het idee van De Craen bestaat er wel degelijk een meetlat. Alleen maar duidelijk maken wat je doet als instelling is meestal niet voldoende voor de subsidieverstrekker. Daarnaast geeft zij aan dat het verkrijgen van een eigen inkomen toch vaak lastig blijft. HMK verhuurt af en toe bepaalde ruimtes, maar dit kan niet een kerntaak worden, dat moet namelijk de kunst blijven. Zij willen geen zaalverhuurder zijn, waar ook af en toe tentoonstellingen plaatsvinden.

Van Roosmalen denkt dat het voor de toekomst belangrijk is dat organisaties soms allianties aangaan met andere sectoren, zoals bijvoorbeeld educatie of landbouw. Kunst krijgt hiermee een nieuwe rol waardoor zij soms niet meer direct herkenbaar is als zodanig. Vanuit Stroom zijn er meerdere projecten in de openbare ruimte op deze manier tot stand gekomen, zoals een tuin en paviljoen in het Zuiderpark.

Wijsmuller vindt dat er in Den Haag een zeer divers, rijk en breed cultureel klimaat aanwezig is en vindt dat het over het algemeen erg goed gaat met de sector. Hij ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet, ondanks het feit dat ook hij het pijnlijk vindt dat de sluiting van GEMAK onvermijdelijk is gebleken. Er zijn hierover veel gesprekken geweest met directeur De Rooij, maar toekomstmogelijkheden bleven uit. Het pand zal echter een nieuwe culturele bestemming krijgen, belooft hij, al is deze nog niet bekend en zal naar zijn idee genoeg dynamiek behouden.

Hierop reageert De Rooij vanuit het publiek dat de financiële klap van drie jaar geleden enorm is geweest. Met weinig middelen is GEMAK in staat geweest om nog een aantal jaar door te gaan met het maken van tentoonstellingen en hebben zij nieuwe huurders vanuit het culturele veld voor het pand gevonden. Hiermee hebben zij er mede voor gezorgd dat het pand gered is voor cultuur. Van de gemeente had zij op meer inzet gehoopt naar aanleiding van de meerdere voorstellen voor de toekomst die zij steeds hebben gedaan, maar deze bleef uit. Als het nu toch stilvalt op deze plek (die jaren als een belangrijke ontmoetingsplek voor de Haagse culturele sector gold) is er ook een maatschappelijk probleem.

Hiermee kwam het debat ten einde en bleef ik achter met de vraag of de politiek zich werkelijk veel bekommert om de presentatie-instellingen. Zichtbaarheid lijkt niet het probleem geweest bij GEMAK en Willem 3, hier zijn gemeentes die andere keuzes maken, prioriteiten stellen binnen de begroting en daarvoor geld bij cultuur weghalen. Waarom juist deze instellingen niet meer gesteund worden blijft onduidelijk. Wat maakt de ene instelling meer waardevol dan de ander? Voor veel mensen binnen de kunstsector in Den Haag zal GEMAK zeker gemist worden en zorgde deze laatste dag dan ook voor een zekere neerslachtigheid.


Exit GEMAK
Den Haag
4.12.2015
mmv Irene de Craen, Birgit Donker, Jean Bernard Koeman, Niels Post, Arno van Roosmalen, Bianca Runge, Joris Wijsmuller

Eline van der Haak

is fotograaf, filmmaker en onderzoeker

Recente artikelen