metropolis m

Tien jaar geleden begon de Belgische kunstenaar Jasper Rigole met het verzamelen van andermans herinneringen. Het groeide uit tot een fictief instituut: IICADOM (Institute for the Conservation, Archiving, and Distribution of Other People’s Memories). Rigole is archivaris, onderzoeker, kunstenaar, oprichter en werknemer van het instituut. Voor het eerst in Nederland presenteert de Brakke Grond in Amsterdam nu een overzicht van het project dat ook een onderdeel vormt van de afronding van zijn PhD in the arts aan de University College Gent (KASK). Het is geen sluitstuk, de verzamelwoede van Rigole is nog lang niet gestild.

In de expositie zijn verschillende bestaande audiovisuele installaties van Rigole samengebracht met zijn eerste collectie herinneringsobjecten. Hij struinde vlooienmarkten, tweedehands winkels en garageverkopen af opzoek naar 8mm films, (familie)foto’s, cassettebandjes, speelkaarten, oude schriftjes, et cetera: objecten die ooit waardevol waren voor iemand en nu verweesd zijn achtergelaten. Ze vormen de basis voor Rigole’s films en installaties. Door middel van zijn eigenzinnige manier van hergebruiken en categoriseren verdwijnen de grenzen tussen fictie en wekelijkheid, tussen het banale en het bijzondere, tussen het persoonlijke en het collectieve.

De tentoonstelling begint in een grote verduisterde theaterzaal. Over de hele lengte van de achterwand staat de installatie An Elementrary Taxonomy of Collected Memory (2008). Het werk toont het filmarchief van meer van duizend familiefilms die hij door de jaren heen verzamelde. Het is een visuele presentatie van het integrale archiveringssysteem van het (fictieve) instituut IICADOM. De veertien meter lange tafel met in het blad verschillende digitale schermen die de filmpjes tonen en de categorieën laten zien, en met de ruimte onder de tafel om de fysieke 8mm films in hun originele blikken op te slaan, is een ontwerp van Thomas Lommée volgens zijn Open-Structures-methode. De discussie met hem over hoe het archief het beste valt te presenteren werd de basis voor de gehele inrichting van de tentoonstelling.

Doordat het archief van IICADOM zowel basismateriaal als inspiratiebron is voor bijna al zijn werk, noemt hij het zelf ‘als een alter-ego voor mijn artistieke praktijk’. In de installatie Attraction (2013) is er één categorie als uitgangspunt genomen ‘Other Peoples’Memories’. Naast de projectie van een montage van 16mm films van attracties, staan drie diacarrousels. Iedere carrousel heeft zijn eigen taal. Ze tonen tekstdia’s. De eerste is in het Nederlands, de tweede in het Engels en de laatste in het Frans. Bij de tentoonstelling is een publicatie verschenen ADDENDA, bestaande uit zeven delen die ieder op een deelaspect van het project in gaan. Bij binnenkomst van de tentoonstelling is er één deel beschikbaar Noten/Notes. Het fungeert als addendum bij het werk, maar je zou het ook andersom kunnen zien. De tentoonstelling is als een addendum bij de publicatie. Onder nummer 14 vind ik de tekst bij de installatie Attraction. ‘De drie talen vertegenwoordigen elk een ander aspect van mijn soms iets wat schizofrene rol als kunstenaar-archivaris-onderzoeker’, schrijft Rigole.

De Nederlandse dia’s vertellen het verhaal over de eerste keer dat Rigole een familiefilm vond. Nederlands is zijn moedertaal en het is de meest persoonlijke anekdote die hij zo vaak verteld en gereconstrueerd heeft dat het een eigen leven is gaan leiden. De Engelse dia’s verwijzen naar de internationale wereld en de objectieve wetenschap. De Franse tekst herneemt een passage uit Les Lieux de memoire van Pierre Nora.

Ik had nog nooit gehoord van Pierre Nora, maar in het rode boekje Register uit ADDENDA vind ik onder de N zijn naam. ‘Pierre Nora, a French historian and member of the Académie Française. He is known for his work on French identity and memory.’ Het ene deel van de publicatie is weer een addendum bij het andere en tijdens de opening las een man hardop voor uit het deel Dingen.

De meest poëtische installatie in de tentoonstelling is Kemel (2012). De gevonden oude foto’s van kinderen zittend op de rug een kameel zijn zijn uitgangspunt geweest. Rigole herkende de foto’s uit het album van zijn moeder uit de jaren vijftig. De audio vertelt het fictieve verhaal vanuit het perspectief één van de jongetjes op de rug van de kameel. Een anekdote over hoe de kameel in België belandde. Het dier staat symbool voor de economische migrant die werkeloos werd door de industrialisering en op zoek ging naar een beter leven. Tijdens de opening spelen kleine kinderen in de installatie. Ze pakken het schijnbare zand op de vloer op en gooien ermee in het rond. Het refereert aan het beeld van de kameel die op het Belgische strand beland. Bij nader inzien blijkt het alfabetvormige pasta te zijn van het merk Soubry. Soubry die ook ooit de sponsor was van de kamelen. De letters vliegen je om de oren als in de war geraakte, zichtbaar geworden gedachtes en herinneringen.

Door de digitalisering is het opslaan van herinneringen in digitale back-ups en clouds eindeloos geworden. De vraag hoe dit ons geheugen zal doen veranderen is zeer actueel en in zijn fictieve instituut van andermans herinneringen onderzoekt Rigolde de vervagende grenzen tussen het persoonlijke en het collectieve hiervan. Hij bevraagtdoor het onderzoeken van oude mediums als 8mm film, hoe we nieuwe mediums inzetten om te selecteren (of juist niet te selecteren) wat we vastleggen, doorgeven en bewaren. Wat we belangrijk vinden om niet te vergeten of juist wel te vergeten.


Jasper Rigole
81 dingen waarvan ik dacht dat ik ze vergeten was
De Brakke Grond, Amsterdam
14.12.2015 t/m 31.01.2016

Lotte van Geijn

is beeldend kunstenaar en schrijver

Recente artikelen