metropolis m

De groepstentoonstelling Survival Guides for in Vleeshal Middelburg is er een vol zachte krachten, waarin levendige sculpturen, poëtische video’s en gelaagde fotografie zich wagen aan de thema’s privé versus openbaar en werkelijkheid versus fictie.

Sinds april van dit jaar is alleen de historische locatie van de Vleeshal nog in gebruik als expositieruimte, als gevolg van de verdergaande bezuinigingen in Middelburg. Een gotische zaal van het voormalig stadhuis aan de Markt, waar de hoge heren die ooit Middelburg beheersten op hun vertrouwde plek te vinden zijn. Ze kijken neer op de werken van Jay Tan, Katja Novitskova, Laure Prouvost, Moyra Davey en Martin Kohout.

Survival Guides for Ballroom Dancers, Renovators, Softball Moms, Working Parents and Troubled Folk in General, installatiefoto, 2016. Foto: Leo van Kampen

De tentoonstellingstitel Survival Guides for Ballroom Dancers, Renovators, Softball Moms, Working Parents and Troubled Folks in General is afgeleid van Martin Kohouts gelijknamige werk. Vijf prints van zelfhulpboekcovers die aan de witte, bakstenen muur zijn bevestigd. Kohout (1984, Praag) bewerkte de covers door er op te tekenen en er folie overheen te plakken. Zogenaamd privacyfolie dat ook gebruikt wordt voor laptopschermen van diplomaten tijdens vliegreizen, zodat geheime informatie niet meegelezen kan worden, vertelt directeur en curator Roos Gortzak me. Het folie bezorgt het werk twee ‘gezichten’: van een afstandje en vanaf de zijkant functioneren de rechthoeken haast als spiegels, pas als je er pal voor staat zijn de titels als Softball Mom’s Survival Guide: How you and your daughter can be winners in softball te ontdekken. Ook licht Gortzak toe dat Kohout van mening is dat zelfhulpboeken vooral bedoeld zijn om mensen te reguleren en efficiënter te laten werken in onze kapitalistische samenleving.

Achterin de zaal geeft de sculptuur Oh, Tom! uit 2014 van Jay Tan (1982, Verenigd Koninkrijk) ons een kijkje in een lichaamshoge kledingkast. Boven de vakken met witte, opgevouwen kleding loopt een video waarin Tom Cruise een krachttraining doet. De buitenkant van de kast is gehuld in huidkleurige plasticine (een boetseerpasta die niet hard wordt), waar een structuur van vingerafdrukken in te zien is. De huid verloopt van een licht naar donkerder pigment, die het meest in de buurt komt van een blanke huid die onder de zonnebank heeft gelegen.

(L) Jay Tan, Oh, Tom!, 2014, variabele afmetingen. (R) Katja Novitskova, Approximation (Snail), 2014, 220 x 144 cm. Foto's: Leo van Kampen.

Zowel Tan als Kohout houdt zich bezig met de verhouding tussen privé en publiek. Uit Tans tactiele objecten spreekt een intimiteit waarbinnen je als toeschouwer het gevoel krijgt een comfortzone van een onbekende te betreden. Zo ook in de installatie Tongue and Groove (2015), die voorin de zaal te vinden is. In het werk combineert ze keramieken sculpturen met composities van gevonden objecten. Deze staan verspreid op en om een constructie die doet denken aan een kinder- of tienerslaapkamer. De keramische figuren ziet Tan als kleine personages, die ze komische namen heeft gegeven: een dik driepotig mannetje heet Fat Chance, een figuur die ze omschrijft als een dikke kunstverzamelaar. Potato Poos bestaat uit twee beschilderde aardappelen die langzaam wegrotten en voor Sultan of My Eye heeft ze een sausflesje beplakt met plasticine en zonnebloempitten. Een verzameling van zorgvuldig gefabriceerde objecten die je van dichtbij wilt bekijken en aanraken.

De ‘naaktheid’ die uit Tans sculpturen spreekt is ook te herkennen in Laure Prouvosts videowerken. Middenin de ruimte vinden we de installatie Grandma’s Dream(2013); een open ‘set’ met een hellende vloer van roze vloerbedekking. Een constructie die ervoor zorgt dat de video op één van de muren zijn eigen aandacht krijgt, maar nog open genoeg is om een relatie met de andere werken in de tentoonstelling aan te gaan. In de video onderzoekt Prouvost de dromen en gedachten van haar oma, die is verlaten door haar man, en tast hierin de randen van werkelijkheid en fictie af.

Laure Prouvost, Grandma’s Dream, 2013, video-installatie, 8 minuten 55 seconden. Foto: Leo van Kampen

In haar drie andere video’s Stong Sory (Cake) uit 2005, Taking Care (2014) en For A Better Life (2006) die afspelen op monitoren aan de rand van de zaal, zingt Prouvost in schelle tonen voor een rij koeien in een weiland, haar eigen hand en een stuk brood dat een taart moet voorstellen. De hoge, soms kinderlijke stem en levendige kleuren geven de werken een speels en intiem karakter. We krijgen een kijkje in een dagboek, in de belevingswereld van een dromerig, sensitief wezen.

Laure Prouvost, Stong Sory (Cake), 2005, video still, 2 min. Courtesy de kunstenaar en MOT International Londen and Brussel.

In haar fotoserie Oozing Wall (Rémy) uit 2014 doet ook Moyra Davey haar zegje over het thema privacy. Ieder van de drie afbeeldingen bestaat uit vier kaarten die Davey ooit verzond aan galerie Wilfried Lentz. Curator Gortzak vertelt me dat dit geïnspireerd is op de Franse schrijver, dichter en crimineel Jean Genet (1910-1986). Tijdens zijn zit in de gevangenis maakte hij een geheim hoekje met erotische afbeeldingen. Davey creëerde voor Oozing Wall eenzelfde soort altaar in haar huis. Door haar werken op te delen als postkaarten en zonder verpakking de wereld over te laten reizen, maakt ze niet alleen openbaar wat de intentie had privé te zijn, maar tast ze ook de waarde van een foto af. De sporen van de postzegels, stempels, stickers en het handgeschreven adres ‘beschadigen’ de afbeeldingen en maken ze meer tot een achtergrond, een drager, dan een volwaardige foto. Die gelaagdheid zien we terug binnen de afbeeldingen, waar foto’s en aantekeningen over elkaar aan een muur of prikbord hangen.

Moyra Davey, Oozing Wall (Rémy), 2014, 76 x 61 cm elk. Foto: Leo van Kampen

Ten slotte zijn daar de aluminiumprints Approximation III (2013) en Approximation (Snail) uit 2014 van Katja Novitskova. In deze reeks blaast ze stockfoto’s van dieren op tot groot formaat. Waar deze afbeeldingen normaal gesproken in de sferen van het internet verkeren, wordt de dolfijn hier uitgelicht door het zonlicht dat door het oude raam naar binnen valt.

Survival Guides for is een tentoonstelling die je meetrekt in een tactiel universum. De zachte vloerbedekking van Prouvost en andere esthetisch aantrekkelijke werken doen vermoeden dat het een zachtaardig en zorgeloos universum is, maar stelt als een wolf in schaapskleren het onderwerp van de digitale 21e eeuw aan de kaak: wat is privé en wat geven we weg? Wat verwordt er van ons als mens in een bewaakte en daarmee geregisseerde samenleving?

Survival Guides for Ballroom Dancers, Renovators, Softball Moms, Working Parents and Troubled Folks in General
Vleeshal, Middelburg
3.7.2016 – 11.9.2016

Anne Marijn Voorhorst

is dichter en schrijver

Recente artikelen