metropolis m

Sonsbeek 2016 is bijna voorbij. Is het een memorabele editie? 

In de beste traditie van Sonsbeek wilde de editie van dit jaar onder leiding van ruangrupa een alternatief bieden op de klassieke, uit de jaren vijftig stammende formule van het sculpturenpark. In plaats van de groene zone te zien als een autonome zone, een ‘green cube’ (volgens het model van de ‘white cube’), waar de kunst zonder veel hinder van omgevingsfactoren kan schitteren, wilde het Indonesische collectief een activerende route, een die de bezoeker op verschillende manieren moet mobiliseren en aanspreken. Er is sprake van een ‘open platform’, kunst die, zoals staat geschreven in de teksten van de organisatie, niet voor de elite is en ‘begrepen’ moet worden, maar die gebruikt kan worden, aangeraakt, zelfs letterlijk geconsumeerd.

Nog voordat je goed en wel het park betreden hebt is er al Bakehouse van Alphons ter Avest, met middenin een oven waar elke zaterdag gebakken wordt. In het vervolg van de route passeer je onder meer een ecologische bank (Rob Voerman), waar je geld kan doneren voor enkele natuurprojecten in de wereld (opbrengst al meer dan 8000 euro), een speeltuin die geruild is met een uit Jakarta (Maze de Boer), een schuilkerk in het bos (Slavs and Tatars), een quasi-voeder- en speelplaats voor dieren (Rosella Biscotti), een bron met theater (Shilpa Gupta), en een ambassade voor Aboriginals (Richard Bell). Sonsbeek 2016 wil een sociale manifestatie zijn, die mensen bij elkaar brengt. Er zijn om die reden ook allerlei activiteiten omheen georganiseerd.

[figure sonsbeek1,sonsbeek3,sonsbeek6,sonsbeek4,sonsbeek38,sonsbeek7,sonsbeek9,sonsbeek10,sonsbeek12,sonsbeek39,sonsbeek11, sonsbeek35,sonsbeek36,sonsbeek37,sonsbeek14,sonsbeek15,sonsbeek16,sonsbeek40,sonsbeek18,sonsbeek19]

Hun roem was ruangrupa vooruit gesneld. Wetend van hun betrokkenheid bij popfestivals in Indonesië, had ik bij mijn bezoek op een late zaterdagmiddag misschien iets meer reuring in het park verwacht: een Campingflight to Sonsbeek bij wijze van spreken, of een Sonsbeek Into The Wide Open. Ik had stiekem verwacht of gehoopt dat er massaal zou worden samengeschoold, met veel muziek, gedans, geschreeuw en debat. Maar ruangrupa, ongetwijfeld ook gebonden aan gemeentelijke verordeningen en de wens van omwonenden en de stad om de rust en natuur in het park te respecteren, heeft zich koest gehouden en gekozen voor een meer symbolische interpretatie van de functies van het stadspark. Er wordt, niet heel anders dan in het museum, met een zekere vertraging geleefd. Naast ontmoeting is onthaasting een belangrijke rode draad in deze editie van Sonsbeek.

Sonsbeek 2016 is de meest bescheiden editie ooit. Ik denk niet dat de marketingafdeling van de gemeente er blij mee zal zijn geweest, met deze manifestatie die zozeer afziet van sculpturaal spierballenvertoon. Er wordt kunst getoond die opereert volgens de codes van de uitgestelde beloning. Kunst die zich voegt zich naar de sfeer en taal van het park, die ons laat spelen, bewegen, en elkaar laat ontmoeten. Ik geloof niet dat ik bij een eerdere editie veel mensen bij mijn rondgang gesproken heb, maar hier wel. Diverse keren ben ik aangesproken. Al was het vanwege de vele vrijwilligers, die toeschieten bij een zoekende blik. ‘Kan ik u van dienst zijn?’

Sonsbeek 2016 is daardoor een sympathieke editie, maar, bij al die vriendelijkheid, had het ook wel iets schurender gemogen. Een beetje meer confrontatie was niet slecht geweest. Iets meer verwarring of vervreemding. Nu, bij alle sociale ambitie en behoefte aan contact, ontbreekt het ongemak dat de aandacht op scherp stelt. Echt vreemd wordt het nergens, of het moet het rare bouwsel van Voerman zijn, op en rond en over de waterval.

Toch is die bescheidenheid ook een kwaliteit. Sonsbeek 2016 ziet eruit als een normaal park, zij het misschien een met iets meer speeltuintjes, zitjes of plaatsjes. De werken dragen het karakter alsof ze er altijd al geweest zijn, en hun functie door de jaren heen met verve overeind hebben weten te houden. Dit is een manifestatie die leeft van het anti-spektakel, maar wel in je kruipt en je laat denken over de functies van dit soort buitenmanifestaties.

Verwondering is er bij mij vooral diep verscholen in het bos, als ik bij Biscotti’s meeting point voor dieren sta. Het werk roept daadwerkelijk de suggestie op alsof hier elk morgen in alle vroegte de dieren uit het park zich verzamelen, om zich te laven aan water en voer. Zoals ook de schuilkerk van Slavs and Tatars prikkelt. Diep in het bos, weg van het pad, wordt een stil gebruik suggereert, van de een of andere curieuze gemeenschap die door de samenleving wordt buitengesloten.

Het is deze semi-functionele of toegepaste kunst die Sonsbeek 2016 zijn karakter geeft en in een beweging door al die bronzen uit de voorbije edities van Sonsbeek, die her en der in het park zijn blijven staan, resoluut terugverwijst naar een kunsttraditie van een halve eeuw geleden, de oertijd van de buitenmanifestatie, toen kunst in een park nog een opzichtig (en vaak ook nogal lelijk) menselijk figuur was, al dan niet op een sokkel – zij wilde van geen toepassing weten, hield niet noodzakelijk van mensen, eigenlijk vooral heel erg van zichzelf, haar eigen kunst-zijn.

ruangrupa laat zien dat je daar ook anders over kunt denken, zelfs of juist in de omgeving van een park. 

Sonsbeek strekt zich buiten het park ook uit over de stad (tot aan Museum Bronbeek toe, waar ik overigens niet ben geweest). Tegenover de kunst in het park steekt de stadse kunst schril af. Juist doordat die wel de spierballen laat zien, die gelukkig in het park ontbreken. De experimentele gedachte lijkt in de stad verlaten, en de kunst schiet terug in de conventies die van de kunst in de openbare ruimte bekend zijn, zoals de muurschildering en het object in de groenzone. In de stad heeft vooral het ruru huis een functie gehad, met maandenlang veel meetings, maar de rest – van wat ik heb kunnen vinden – staat er toch wat plichtmatig bij, als een mislukte teaser die je naar het park moet lokken.

In Museum Arnhem is met de tentoonstelling Transhistory ingespeeld op deze editie van Sonsbeek. Het biedt een weliswaar onderhoudend, maar uiteindelijk verwarrend geheel van postkoloniale posities. Het is een presentatie die er vooral op uit lijkt de voormalige westerse hegemonie in de wereld aan te kaarten, en de traumatische gevolgen die dat nog heeft.

De tentoonstelling laat zich, ondanks de groteske en ook wel onbedoeld grappige reflecties van bijvoorbeeld een ernstig door een stapel fruit ploegende Jean-Gabriel Périot (culpa, culpa, mea culpa) ervaren als een aanklacht, die de toeschouwer wat in het defensief duwt. Dat ontspant zich pas weer wat bij een nieuwe video van Roy Villevoye en Jan Dietvorst, een portret van zuster Majella Hoppenbrouwers, vertellend over haar tijd als missionaris tussen de Asmats op Papoea. Het mededogen waarmee zij naar de Papoea’s keek, vol vervreemding, nemen wij als kijker over, niet zozeer in onze relatie tot de Papoea’s, maar tot deze zuster en de cultuur waar zij voor staat.

Hoewel nog niet een mensenleven geleden, kijkt de geseculariseerde mens met vreemde ogen naar deze non, alsof niet de Asmats maar zij, afkomstig uit ons midden, uit het Christelijke hart van onze beschaving, de vertegenwoordiger is van een vreemde cultuur met ronduit curieuze overtuigingen. De ander woont niet diep in een verre rimboe, waar hij getuchtigd en gedisciplineerd moet worden volgens onze superieure normen en waarden, maar heel gewoon onder ons. De ander zijn we zelf.

Meer info Sonsbeek Transaction hier; meer info Museum Arnhem Transhistory hier

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen