metropolis m

Ine Lamers, Romeins, 1980

BredaPhoto is verspreid over de stad met exposities in beeldende kunstinstellingen en buiten in de publieke ruimte, in de vorm van billboards. Ik had geen betere dag kunnen uitzoeken. De zon schijnt en is het zomers warm. Bij de eerste expositie die ik bezoek, in fabriekshal De Faam, mag ik ook nog een rode stadsfiets lenen. Alles is goed geregeld in Breda.

Met de net gesloten Unseen Photo Fair en Photo Festival nog vers in het geheugen is het onvermijdelijk om de twee niet met elkaar te vergelijken. Waar Unseen letterlijk werd bestormd door een overwegend jong publiek, is het in Breda rustig. Het publiek bestaat op de dag van mijn bezoek voornamelijk uit mensen van middelbare leeftijd – in gesprek met een paar vrijwilligers blijkt dat geen uitzondering. Blijkbaar leeft PhotoBreda minder onder de (jonge) inwoners van de stad.

De 7e editie van BredaPhoto heet You en handelt zich om de zelfredzaamheid van de mens. Op de website wordt er een link gelegd naar de Punkgeneratie, die tegen de betutteling van de overheid was en er wordt gesproken over de huidige DIY (do-it-yourself) cultuur, waar mensen met behulp van crowdfunding allerlei bedrijfjes en kunstprojecten opzetten en samen naar oplossingen zoeken voor alledaagse problemen: positieve zelfredzaamheid. Denk ook aan mensen die er bewust voor kiezen om buiten de gevestigde maatschappij te leven; in vrijstaten of communes, off-the-grid.

[figure carl de keyzer 01,carl de keyzer 02,david rozemeyer 01,david rozemeyer 02,leo delafontaine 02,azouz 01,azouz 02,azouz 03,michael wolf 02,michael wolf 03,michael wolf 04,michael wolf 05,michael wolf 06]

Dit laatste onderwerp blijkt geliefd bij BredaPhoto. Zo zie ik in de ‘hippe’ havenwijk Belcrum, die ook zelf een beetje off-the-grid is, een fotoserie van Morgan Ashcom over Skatopia, een anarchistische vrijhaven annex skatepark in Ohio. Ook is er een serie te zien van fotograaf Léo Delafontaine, die twaalf micronations, onafhankelijke mini-staatjes, bezocht, zoals de Republiek Saugeais, op de grens tussen Frankrijk en Zwitserland. Deze staatjes worden vaak niet erkend door de omliggende landen, desondanks hebben ze regelmatig een eigen munt, postzegels, grondwet of volkslied. Er wordt ongestoord door geleefd volgens de eigen regels.

Er is ook een site-specific project; op verzoek van BredaPhoto portretteerde fotograaf David Rozemeyer de jonge ondernemers die in Belcrum bij bedrijventerrein STEK hun eigen zaken hebben opgestart. Geportretteerd op een glossy-manier, wordt in dit stukje onaffe stad de (noodgedwongen?) zelfredzaamheid trots tentoongesteld.

Tegenover deze positieve invulling van het begrip, staat ook een schaduwzijde, namelijk dat zelfredzaamheid meestal geen bewuste keus is, maar een gedwongen gevolg. In een tijd waarin de overheid zich in steeds meer sectoren terugtrekt, wordt dit thema steeds urgenter. Tijdens PhotoBreda wordt er naast de creativiteit ook gekeken naar de kwetsbaarheid van de zelfredzame mens. Terugkerende onderwerpen zijn zwervers, vluchtelingen en ouderen die te kampen hebben met minder zorg.

Ik denk terug aan Calais: From Jungle to Cityde indrukwekkende solotentoonstelling van Henk Wildschut bij FOAM (april-juni 2016), waar hij foto’s toonde van een vluchtelingenkamp in Calais. Dit kamp vormde zich langzaam tot een stad; mensen bouwden huisjes, winkels, enkele restaurants. Er ontstonden wegen en kwamen toilethokjes. Dan werd het kamp weer ontruimd en opgedoekt en begon hetzelfde proces een stuk verderop opnieuw. De foto’s getuigden van de treurige omstandigheden, maar ze toonden vooral de menselijke veerkracht. Ik vraag me af of BredaPhoto Windschut voor deze editie benaderd heeft.

De kracht van de foto’s van Wildschut was, dat ze ondanks het journalistieke onderwerp, de categorie ontstegen. In plaats van de bekende beelden van vluchtelingen, toonde Wildschut de overblijfselen of beginsels van hun dagelijks leven. Door letterlijk sporen van de ‘onzichtbaren’ te tonen, maakte hij de vluchtelingenproblematiek op een poëtische manier zichtbaar en werd het werk interessant als beeld. Vorige week sprak fotograaf André Thijssen bij PAPA Veldwerk in Pakhuis de Zwijger nog uitgebreid over dit onderwerp. Voor hem is een goede foto allereerst een spannend beeld: het moet intrigeren. Het werk van Thijssen had overigens goed op zijn plaats geweest bij het thema van dit festival; met zijn foto’s van menselijke ingrijpen in hun omgeving, zijn oog voor kleine vernuftigheden.

Fietsend langs verschillende tentoonstellingen, kan ik concluderen dat de meeste fotoreportages bij BredaPhoto helaas in beeldend opzicht niet erg spannend zijn. Veel series, veelal gemaakt door World Press Photo fotografen, ontstijgen hun journalistieke categorie niet. Zo blijft de tentoonstelling van Carl de Keyzer, Cuba de Lucha, louter documentair. In een grote reeks foto’s toont hij Cuba in een transitieperiode; hij documenteerde het land in een periode waarin het (collectieve) communisme langzaam plaatsmaakt voor het (individuele) kapitalisme. De Keyzer brengt het contrast nogal letterlijk in beeld, zoals op de foto waarin een jong stel elkaar op de voorgrond vastklampt, terwijl er in de achtergrond een luxe cruiseschip opdoemt.

Dat de foto’s hun documentaire aard niet ontstijgen, wil overigens niet zeggen dat ze minder urgent zijn. In Breda’s Museum worden er onder andere foto’s getoond van Mohammad Abdulazez (Azouz). Hij maakte foto’s tijdens zijn vlucht vanuit Syrië naar Amsterdam. De foto’s zijn me bij gebleven, net als de bijbehorende tekst, die begon met: Dit is geen fototentoonstelling. En ik ben geen fotograaf. (…) Dit is mijn verhaal.

Aanraders vond ik de solotentoonstellingen van Ine Lamers bij Club Solo en die van Michael Wolf bij MOTI. Club Solo toont drie projecten van Ine Lamers uit verschillende periodes, die tezamen een ontwikkeling in haar werk tonen. Deze aanpak blijkt kenmerkend voor Club Solo, die gevestigde mid-career kunstenaars uitnodigt om een overzicht van hun werk te tonen. In de benedenruimte toont Lamers o.a. het losbladige boek London Matters (1998), met foto’s van beton brut architectuur in het Brunswick Centre en het Barbican Centre in London, waar ze een tijd woonde. Haar foto’s laten net als de foto’s van Henk Wildschut sporen zien van menselijkheid. Door de totalitaire architectuur is het contract tussen beide extra groot. Het levert spannende, intrigerende beelden op, waar mensen ongrijpbaar lijken.

Het werk van Michael Wolf wordt op twee plekken getoond; hij heeft een solo in MOTI en enkele foto’s uit dezelfde serie zijn uitvergroot op billboards te zien in het Chassépark. In de expo bij MOTI komt zijn werk het best tot zijn recht; in klein formaat en in samenspel met meerdere beelden eromheen. Bovendien zijn de billboards van zijn foto’s helaas wat onscherp. Zijn fotoserie Informal Solutions toont de creativiteit van de zelfredzame mens in Tokio. We zien foto’s van zelfgemaakte stoelen, planten op vreemde plekken, en veel rubberen handschoenen; kleine ingrepen van mensen die hun sporen achterlaten in de stad. Een poëtische totaalinstallatie.

BredaPhoto International Photofestival, Breda, t/m 30.10.2016

Debbie Broekers

is kunstcriticus en kunsthistoricus

Recente artikelen