metropolis m

Joël Stein

Als er een ding opvalt bij het bezoek aan Spielerei in Schunck dan is het hoe ongelooflijk bourgeois de kunst van tegenwoordig geworden is in vergelijking met die uit de jaren zestig en zeventig. Wat een inventiviteit gepaard aan stijl, plezier gepaard aan diepgang, idealisme gepaard aan ambitie. Spielerei biedt de avant-garde van de kunst in optimale vorm: confronterend, activerend, vrolijk en poëtisch.

Schunck is op het simpele maar toch lumineuze idee gekomen om hun wens met hun programma een breed publiek (ook de niet-vaste kunstliefhebber) aan te spreken eens historisch te herijken. Uitgangspunt van hun onderzoek is het manifest Assez de Mystifactions -Genoeg Misleiding – van de Franse kunstenaarsgroep Groupe de Recherche d’Art Visuel (1960-1968), kort GRAV. Deze beweging uit de jaren zestig ontwikkelde onder invloed van het Situationisme, Op Art en ZERO een radicaal nieuwe omgang met kunst, waarin eens niet de kunstenaar leidend was in de perceptie van een werk, maar het publiek zelf actief kon ingrijpen.

De toeschouwer wordt in Heerlen niet alleen uitgenodigd actief te worden door de kunstwerken als het ware ‘af te maken’, in beweging te zetten, of anderzins te bepalen, maar zijn zintuigen worden daarbij ook nog eens fors gestimuleerd. Een bezoek aan de tentoonstelling blijkt een letterlijk desoriënterende ervaring, waarin geen kunstwerk voor je ogen wil stilstaan, alles voortdurend beweegt, als niet jij dan wel het kunstobject.

Er is in Heerlen een historisch deel met veel werk van GRAV en enkele Duitse en Nederlandse volgelingen, en daarnaast een kleiner actueel deel met enkele hedendaagse interpretaties van interactiviteit in quasi-speelobjecten. De reden om acuut naar Heerlen af te reizen (als je dat nog niet gedaan hebt), vormt het werk van GRAV, van wie enkele klassiekers zijn te zien – wat heel bijzonder is, omdat het werk kwetsbaar is en zelden meer wordt vertoond, zeker niet op deze schaal.

GRAV is opgericht in 1960 door François Morellet, Julio Le Parc, Francisco Sobrino, Horacio Garcia Rossi, Yvaral, Joël Stein en Vera Molnár, die in navolging van Vasarély afwilden van de cultus van de kunstenaar als een door mysterie omgeven allesbepalend genie. Ze streefden naar een nuchtere vorm van kunst die een meer objectieve basis had, machinaal vervaardigd kon worden, en daardoor ook bereikbaar zou zijn voor de massa. Om die objectiviteit te bekrachtigen kozen ze in hun werk voor geometrische vormen, die veelal in groepstentoonstellingen in een labyrintachtige opzet werden vertoond.

Zichtbaar en voelbaar, de kunst van GRAV draait om de waarneming, niet om symboliek, taal of betekenis. De ervaring staat voorop. Een ervaring die op alle mogelijke manieren wordt gestimuleerd; het publiek wordt soms letterlijk uit balans gebracht, zoals in Heerlen te merken is bij een vloer van Julio Le Parc die gemaakt is voor de manifestatie Une Journée dans la rue (1966), een manifestatie met tal van objecten op straat in Parijs. Wanneer je – zoals ik – even verderop iets te onbesuisd neerploft op een krukje op een dikke veer, dat destijds ook in een Parijs park was neergezet, lig je pardoes op de vloer – de oefening is actief te zitten en balans te houden.

Het werk van GRAV is nooit bedoeld voor de eeuwigheid, maar moet gezien worden als een apparaat. Zo zien ze er ook uit, als een soort van speelobjecten. Maar wel speelobjecten met inhoud en stijl. Het valt op hoe esthetisch eenvormig hun kunst is, een gemeenschappelijke taal spreekt die aansluit bij de klassieke abstract-geometrische avant-garde. Deze toch algemeen als ‘ontoegankelijk’ ervaren kunst, wordt hier op speelse manier letterlijk toegankelijk gemaakt, om de drempel eens en voor altijd te slechten.  

GRAV hield in 1968 op te bestaan. Hun streven mensen bewust te maken van hun vermogen actief bij te dragen aan de wereld waarin ze leven, zagen ze op grote schaal gerealiseerd tijdens de studentenopstand in mei ’68. Maar in Duitsland en Nederland werkten verschillende kunstenaars nog een tijdje door in hun geest. In Frankfurt zat Gruppe X, die nog een jaartje langer actief bleeg met interactieve kunst. En vooral rondom Ulm was er een basis die op semi-wetenschappelijke manier doorging met de ontwikkeling van abstracte kunst waar de toeschouwer een stem in had.

Vanuit Nederland hield Gerhard von Graevenitz zich intensief bezig met het gedachtegoed van de Nouvelle Tendance, waarin werk wordt gemaakt in nauwe relatie tot wetenschappelijke bevindingen. Kunst die bovendien de toeschouwer activeert en beoogt kritischer naar de wereld te laten kijken. In Heerlen worden enkele ‘Sprachspiele’ van hem getoond, waaraan je als toeschouwer helaas niet meer de slinger kunt geven zoals ooit bedoeld (te kwetsbaar).

Achteraf kun je vaststellen dat de kracht van GRAV en consorten zat in hun collectiviteit. Het feit dat ze met overeenkomstige ambitie werkten aan een gemeenschappelijke missie, daarbij ook nog eens een gemeenschappelijke taal hanterend, die slim inging op de dominante kunstvormen van die tijd.

[blockquote]Als de kunst een vuist wil maken, iets wil betekenen in de samenleving, anders dan als consumptieve ‘muziek voor miljoenen’ opgediend in museale blockbusters, is het niet gek toch eens wat vaker te rade te gaan bij de radicale bewegingen van destijds

Een dergelijke eenstemmigheid, die ook nog eens in diverse landen doorklonk, lijkt in de sterk geïndividualiseerde kunstwereld van het moment, die zozeer door marktmechanismes wordt gedicteerd, bijna ondenkbaar. SCHUNCK probeert het wel met enkele voorbeelden van interactieve kunst, maar bij elkaar vormen ze in vergelijking met de groepen van veertig jaar geleden een redelijk onsamenhangend geheel, sterk wisselend van kwaliteit en karakter, met ook onduidelijke maatschappelijke ambities, zo die al aanwezig zijn.

Als kunst een vuist wil maken, iets wil betekenen in de samenleving, anders dan als de consumptieve ‘muziek voor miljoenen’ die wordt opgediend in een eindeloze reeks museale blockbusters, is het wellicht niet gek toch nog eens wat vaker te rade te gaan bij de radicale bewegingen van destijds. Goed initiatief daarom van Schunck, deze tentoonstelling. Een eye-opener.

Spielerei, Schunck, Heerlen, t/m 27.11.2016

Symposium Push and Pull. De laatste expertmeeting rond interactie en beeldende kunst. Meer informatie via de website van SCHUNCK. Vrijdag 25 november, 11.00 tot 16.00 uur

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen