metropolis m

Germaine Kruip, ‘A Possibility of an Abstraction’, 2017. 

Art of Performing Night in de Rotterdamse schouwburg biedt twee voorstellingen die niet meer van elkaar hadden kunnen verschillen: A Possibility of an Abstraction van Germaine Kruip en Caen Amour van Trajal Harrell. 

Art of Performing is één van de lijnen die de stadsschouwburg Rotterdam in haar totale aanbod van 220 voorstellingen voor 2016/2017 aanbrengt, om de bezoeker tegemoet te komen in het maken van een juiste keuze. Bij Art of Performing vindt men voorstellingen op het snijvlak van dans, beeldende kunst en nieuwe media, waar het lastig beoordelen is of men naar een theatervoorstelling of beeldende kunst performance kijkt, – denk aan experimenteel theater in de traditie van Robert Wilson. Naast de genoemde performances van Germaine Kruip en Trajal Harrell programmeert de Rotterdamse Schouwburg o.l.v. programmeur Dans en Performance Dave Schwab de komende tijd o.a. de voorstellingen Pursuit of Happiness van Nature Theater of Oklahoma, 4 van Rodrigo Garcia, Dreams.Dramas.Diamonds. van Copycats/Productiehuis Rotterdam en The Common People van Jan Martens.

Vanavond is er in het kader van de Art of Performing Night, een speciaal programma m.b.t. de kunstcollectie van de schouwburg, een double-bill met eerst A Possibility of an Abstraction van Germaine Kruip in de Grote Zaal, gevolgd door Caen Amour van Trajal Harrell in het Hal Theater. Beide performances worden niet alleen in een andere setting getoond – Kruip in traditionele theater, Harrell ‘als stukje museum’ in de hal van de schouwburg – maar blijken in alles aan elkaar tegenovergesteld.[1] Waar Kruip een indrukwekkende ervaring teweeg weet te brengen met minimale middelen – slechts licht, reflectie en schaduweffecten op de bestaande architectuur van het auditorium, loopt Harrells voorstelling over van excessen en effecten; er zijn glanzende stoffen, felle belichting, uitdagend dansende lichamen, steelse blikken, muziek, mode, naakt en gratis alcohol. Een voorstelling van verstilling, tegenover één van lyrische dans.

Germaine Kruip – A Possibility of an Abstraction

A Possibility of an Abstraction van Germaine Kruip beleeft in de Grote zaal van de Rotterdamse Schouwburg zijn première. Het werk van Kruip voelt zich net zo goed thuis in een kunstruimte als in het theater. In 2015 had Kruip haar laatste grote solotentoonstelling in de Oude Kerk te Amsterdam, getiteld Geometry of the Scattering, een performatieve constructie, spelend met de architectuur, waarvoor ze onder andere al het kunstlicht in en rondom de kerk had verwijderd, waardoor de beleving van de architectuur onderhevig werd aan het ritme van de zonsopgang en -ondergang. Ook bij A Possibility of an Abstraction speelt het spel met licht de hoofdrol.

Germaine Kruip, 'A Possibility of an Abstraction', 2017. 

Germaine Kruip, 'A Possibility of an Abstraction', 2017. 

Wanneer het publiek in de Grote Zaal van de schouwburg zijn stoel heeft gevonden, begint het werk. In de lege theaterzaal, blijft eerst een fel wit licht lang branden, het schijnt zowel op het podium als op het publiek. Hierdoor wordt je je bewust van de ruimte van de theaterzaal, van de mensen om je heen, je eigen kijken en dat van anderen. Hier en daar hoor je wat geroezemoes. Het normale licht-verloop van een theater, waar het podium wordt uitgelicht en de bezoekers langzaam in de duisternis kunnen ontspannen, wordt door Kruip genegeerd. Wanneer de eerste lichteffecten beginnen, ondergaat het publiek gedurende 55 minuten een filmische ervaring die louter door een spel van licht, schaduw en reflectie op de bestaande architectuur van het podium wordt gecreëerd. De voorstelling, die door de combinatie van optische effecten en na-effecten, fragmenten van volledige duisternis en intense muziek soms best heftig is, wordt één bezoeker te veel. Met geklaag over mogelijke psychoses verlaat ze de zaal.

In het werk is de hoofdrol aan geometrische vormen; de rechthoek, het vierkant, de cirkel en de driehoek. Het begin – dat net iets te lang duurt – bestaat uit een sterk wit licht op de achterwand van het theater waar langzaamaan een ronde schaduw in ontstaat. Deze lijkt op een gegeven moment wat vooruit te zweven, over het podium. Later komen de rechthoek en het vierkant aan bod. Door verschillende gradaties en kleuren van licht, roept dit stuk van het werk bij mij associaties op met color field painting en specifiek met het werk van Mark Rothko. Wanneer op een gegeven moment alleen nog een vierkant in de verdere complete duisternis overblijft, moet ik denken aan de suprematistische beeldtaal van een kunstenaar als Malevich. Reflecterend op de titel – A Possibility of an Abstraction – is het misschien eerder de onmogelijkheid van abstractie, die hier ten toon wordt gesteld, dat je als kijker hoe dan ook associaties maakt, betekenis geeft.

Germaine Kruip, 'A Possibility of an Abstraction', 2017. 

Tijdens het werk, raakt je gevoel van tijd steeds meer kwijt. Wanneer de muziek, gecomponeerd door Hahn Rowe, de licht en donker effecten bijvalt, wordt het werk spannender. Door middel van na-effecten en optische illusies is het soms gissen of de geometrische vormen, de cirkel en driehoek, daadwerkelijk dichterbij komen of niet. Een stukje later wordt de gehele zaal pikkedonker, – minutenlang wacht het publiek in stilte in de volledige duisternis. Het is zo donker dat je soms twijfelt of je ogen nog werken als je knippert. Even later, zie je in de verte lichtballetjes verschijnen, alsof je hard in je ogen hebt gewreven. Het stroboscopische gedeelte tegen het einde van het stuk, waar een vibrerende driehoek steeds dichterbij lijkt te komen, is het meest intens; de belevenis op het randje van hypnotiserend.

De voorstelling is als geheel indrukwekkend. Door de ‘reis’ van verstilde opbouw, naar bijna hallucinerend einde, heeft het werk meditatieve kwaliteiten, die versterkt worden door de muzikale compositie van Hahn Rowe. Ik lees in het programmaboekje dat Kruip theater maakt als kinetische plastiek – deze bewoording is treffend gekozen. Net als in een trance, ben je als bezoeker tijdens A Possibility of an Abstraction de tijd, de ruimte en je lichaam even kwijt, misschien is dit de mogelijkheid van abstractie waar Kruip op doelt.

Trajal Harrell – Caen Amour

Choreograaf en kunstenaar Trajal Harrell (1973), die op de website van de Rotterdamse Schouwburg de ‘darling van de international performance scene’ wordt genoemd, presenteert met Caen Amour een oosters getinte dans meets modeshow. Het werk wordt opgevoerd door 4 dansers; een vrouw en 3 mannen, waaronder Trajal Harrell zelf. Caen Amour – dat in première ging bij het Festival Avignon in 2016, zal later te zien zijn in het MoMA (New York).

Gepresenteerd als ‘stukje museum’ vraagt het werk om een andere, meer betrokken omgang van het schouwburgpubliek. Tijdens de voorstelling mag het publiek – binnen de aangegeven tijd – zijn/haar plek verlaten en rond het decor lopen, om zo ook een blik achter de architecturale façade te kunnen werpen – backstage. Hier zien we de sowieso-schaars-geklede-modellen zich omkleden, die het voyeuristische gehalte van het geheel versterkt.

Trajal Harrell, 'Caen Amour', Festival Avignon, 2016

Aan het begin van de voorstelling, na een oosterse openingsdans te hebben opgevoerd, verspreidt de kunstenaar een hand-out door het publiek met de ‘Choreographer’s Notes’. Hierin lees ik o.a. over de Syrische danser Little Egypt (pseudoniem voor drie populaire buikdanseressen) die in 1893 naar de Chicago Wold Fair kwam en wiens oriëntaalse manier van dansen grote navolging zou krijgen. Een van vele navolgers waren de verleidelijk buikdansachtige hoochie coochie shows in de vroege 1980s in Amerika, het beginpunt voor Caen Amour. In de ‘Choreographer’s Notes’ schrijft Harrell: ‘We perform as the all-female shows, though we are mixed genders. With my recurring mix of voguing runway realness and postmodern authenticity, all genders are here performed and contructed, between the now and then, in the imagination’. Een andere navolger en belangrijke inspiratiebron voor Harrell was danser en Art Nouveau-icoon Loïe Fuller, de muze van dichters en schilders zoals Stéphane Mallarmé en Henri de Toulouse-Lautrec. Haar oriëntaals geïnspireerde dansen werden steevast begeleidt door golvende kostuums en speciale lichteffecten die ze zelf ontwikkelde. Deze inspiratie zien we terug in Harrells gevoeligheid voor lichteffecten, materiaal (stoffen) en zijn gevoel voor de performatieve mogelijkheden van kostuums.

‘We perform as the all-female shows, though we are mixed genders. With my recurring mix of voguing runway realness and postmodern authenticity, all genders are here performed and contructed, between the now and then, in the imagination’

Trajal Harrell, 'Caen Amour', Festival Avignon, 2016

[figure performingnight07]

Trajal Harrell werd bekend met zijn Twenty Looks or Paris is Burning at The Judson Church series van werken waarin hij de traditie van de postmoderne dans naast die van voguing plaatst. Deze interesse in voguing komt ook in het huidige werk naar voren; waar de dansers fierce en vol overgave de catwalk over paraderen op het ritme van diverse popsongs en oosterse muziek, terwijl ze steelse blikken het publiek inwerpen. De mannelijke dansers bewegen zich als vrouwen over het podium, koket in rokjes en jurken. Speels worden kledingstukken gedragen, geshowed, of dicht tegen het lichaam gedrukt, als een danspartner. Een levend mode- en dansmuseum.

Caen Amour is een voorstelling van verhullen en onthullen, uitdagen en aftasten, een spel waarin de dansers continue verschillende rollen aannemen. De dansers schipperen tussen verschillende personificaties van types en van zichzelf; ze laten zien dat we door middel van mode zelf ook voortdurend wisselen tussen verschillende identiteiten, genders en versies van onszelf.

Trajal Harrell wordt beschouwd als een van de meest belangrijke choreografen van een nieuwe generatie. Hij werd gevormd bij bekende dansinstituten als de Trisha Brown School en de Martha Graham School of Contemporary Dance. Momenteel heeft hij zijn basis in New York, van waaruit hij internationaal werkt. Zijn werk is inmiddels op veel verschillende locaties in theaters en musea getoond, o.a. bij The Kitchen, MoMA, MoMA PS1 en The New Museum in New York en in Amsterdam bij het Holland Festival en het Stedelijk Museum. Wellicht is de keuze voor Harrell typerend voor ‘de nieuwe Rotterdamse Schouwburg’ onder directeurschap van Melle Daamen, die ook in Amsterdam de programmering een sterk internationaal karakter gaf.

De twee voorstellingen, die niet meer van elkaar hadden kunnen verschillen, vinden elkaar in momenten van trance, waar de dansers van Harrell je blik vasthouden en de filmische ervaring van Kruip je geheel doet laten opgaan in het allesomvattende niets – het zijn beide totaalervaringen. De voorstellingen maken nieuwsgierig naar meer; naar de volgende producties die bij Art of Performing op het programma staan.

[1] Dave: “Door Caen Amour in onze hal plaats te laten vinden, proberen we een stukje museum in de schouwburg te maken. Die grens zoeken we graag op.” Uit Fay van der Wall’s interview met Programmeur Dave Schwab.

Bron: https://www.rotterdamseschouwburg.nl/agenda/series/73/In_lijn_Art_of_performing/

Debbie Broekers

is kunstcriticus en kunsthistoricus

Recente artikelen