metropolis m

Even luchtig als dwangmatig – de twee gezichten van Martin Creed.

Een kamer vol met opgeblazen ballonnen, waar de bezoeker zich een weg doorheen mag banen om deze aan de overkant weer te verlaten. Het is het begin van de tentoonstelling Martin Creed – SAY CHEESE! in Museum Voorlinden (zijn werk Work No. 628). De ruimte ziet er van buitenaf feestelijk en aantrekkelijk uit. De meeste mensen zijn dan ook bereid om een tijd in de rij te staan om deze ballonnenzee te kunnen ervaren. Zelf wilde ik, na zo’n twee stappen in de ruimte te hebben gezet, meteen weer weg; overvallen door een beginnende paniekaanval veroorzaakt door de claustrofobische omstandigheden. De overkant van de kamer heb ik dus nooit bereikt. Het was na dit spannende begin een verademing om door de grote museumzalen te lopen waar de werken van Creed op een gebalanceerde manier gesitueerd zijn.

Work No. 1779 (2013) [Collección Juan Carlos Verme], Work No. 850 (2008) [Rennie Collection, Vancouver], Work No. 112 Thirty-nine metronomes beating time one at every speed (1995-1998) [Courtesy the artist and Hauser & Wirth]. Foto door Antoine van Kaam

De zalen bestaan steeds uit combinaties van verschillende typen werk. Veel muren zijn voorzien van kleurige, geschilderde patronen, zoals in de vorm van ruiten en horizontale strepen. Ook wordt een muur gevuld met duizend ingelijste, gekleurde afdrukken van gehalveerde broccolistronken. Verspreid door de ruimtes zijn allerlei installaties te zien, zoals opeenstapelingen van tafels of stoelen (van groot naar klein), maar ook staan midden in een zaal drie auto’s naast elkaar geparkeerd.

Daarnaast valt de hoeveelheid geluid op: een werk bestaat uit negenendertig metronomen die allemaal op een ander tempo zijn ingesteld en om de zoveel tijd wordt er door een van de suppoosten van het museum een piano bespeeld, toets na toets oplopend, in een toonladder, en vervolgens weer terug. Hoe eenvoudig een kunstwerk kan zijn.

De enorme hoeveelheid aan kleurige beelden en vaak grappig uitziende combinaties van voorwerpen geven het idee dat we hier met een opgewekte tentoonstelling van een optimistisch karakter te maken hebben. Zo licht en vrolijk, je zou er bijna wantrouwig van worden.

Work No. 850 (2008) [Rennie Collection

In de tweede zaal die de bezoeker betreedt, is in neonletters DON’T WORRY te lezen, alsof Creed de opspelende argwaan direct alweer de kop in wil drukken en zijn boodschap van blijdschap en geluk krachtig de overhand moet houden. Dat gevoel wordt versterkt doordat er tijdens mijn bezoek onder de aanwezigen vrij veel kinderen zijn die vrolijk bewegen en zich enthousiast verwonderen over alle kleuren, vormen en geluiden die zij zien en horen. Er gaat iets geruststellends uit van de ordeningen die de kunstenaar aanbrengt – of het nu cactussen zijn in een rij van klein naar groot of een muur beplakt met honderdvier soorten tape. Hij schept orde in de chaos, hoe verschillend de combinaties van uiteenlopende soorten beelden en geluiden ook zijn. 

De ordeningen doen mij denken aan de manier waarop jonge kinderen niet alleen hun speelgoed, maar ook dagelijkse gebruiksvoorwerpen kunnen sorteren en uitstallen, in wat je kunt zien als een poging om grip te krijgen op de wereld waar zij toe behoren en zich te verhouden tot de objecten die hier deel van uitmaken. Creed werpt de vraag op of de kunstenaar diezelfde taak heeft, en met kunst probeert grip te krijgen op het leven.  

Work No. 2346 (2015) [Collectie Museum Voorlinden, Wassenaar], Work No. 587 (2006) [Yvo Mathier], Work No. 1826 (2014) [Courtesy the artist, Hauser & Wirth and Gavin Brown Enterprises, New York/Rome]. Foto door Antoine van Kaam

Work No. 112 Thirty-nine metronomes beating time one at every speed (1995-1998) [Courtesy the artist and Hauser & Wirth]. Foto door Antoine van Kaam

Natuurlijk blijft het voor de meeste mensen nog steeds van belang om ordeningen en structuur aan te brengen in hun leven, maar de rangschikkingen van Creed lijken hier juist nogal ver vanaf te staan: ze hebben geen nut, maar creëren door dit bij elkaar gebrachte bestaan nieuwe vormen en betekenissen. Je krijgt het gevoel dat de kunstenaar zo’n beetje alles wat hij tegenkomt in het leven op bijna dwangmatige manier wenst te bewaren en categoriseren. Er zit iets dwangmatigs in.

Naarmate je langer in de tentoonstelling rondloopt, bekruipt je het gevoel dat er misschien toch wel dingen te signaleren zijn om je zorgen over te maken. De obsessieve indelingen die Creed steeds schijnt te moeten maken, tonen hoe niet alleen hij, maar onze hele wereld, geobsedeerd is door structuren en categorale indelingen. Aan het eind van de tentoonstelling stuit ik op de video Work No. 1701, waarin een aantal mensen te zien is dat een zebrapad oversteekt. Elk heeft een bepaalde handicap die de manier waarop zij zich voortbewegen beïnvloedt. Al lopend op het ritme van een opgewekt nummer van Creed bereikt de een met wat meer moete dan de ander de overkant van de straat. Ook mensen ontsnappen niet aan Creeds ordeningsdwang.

Het werk toont zich kritisch naar een wereld die diversiteit wantrouwt en telkens in een orde duwt, in dit geval op het ritme van de muziek. Maar in een tijd waarin iedereen in de pas moet lopen en er soms weinig ruimte is voor afwijkend gedrag laat dit werk zich ook begrijpen als een viering van de afwijking, een parade van het individuele gebrek, dat juist in het stramien van het lied zijn individuele kwaliteiten toont. ‘You Return’ zingt Creed steeds opnieuw, alsof hij wil zeggen: iedereen mag en zal er zijn. Humor is misschien wel de beste manier om problemen draaglijker te maken.

Binnen de context van Museum Voorlinden krijgt Creeds seriële werk een ironische lading. Het lijkt op komische wijze de draak te steken met minimal art, de stroming die serialiteit bij uitstek benadrukte en die zo’n belangrijk onderdeel is van de collectie Caldenborgh – zelfs de basis is van waaruit de collectie zich heeft gevormd (Van Caldenborghs eerste aankopen waren minimalistisch van aard). Creeds werk spreekt de strengheid van deze stroming tegen, is vrolijk en humoristisch in plaats van rationeel. Het werk is tegelijkertijd serieus en relativerend. 

Die ambiguïteit van het werk straalt over op Van Caldenborgh en zijn museum. Het kan geen toeval zijn dat de verzamelaar Creed verkiest te exposeren, kort na Ellsworth Kelly, de gerespecteerde minimalist van het eerste uur. Ook Van Caldenborgh heeft Creeds humor nodig als opening in een collectie die zichzelf niet te ernstig moet gaan nemen.

 

Martin Creed – SAY CHEESE!, Museum Voorlinden, Wassenaar, t/m 11 juni 2017

Eline van der Haak

is fotograaf, filmmaker en onderzoeker

Recente artikelen