metropolis m

Beuys, Honigpumpe am Arbeitsplatz, 1974 – 1977, M HKA 

Het M HKA in Antwerpen presenteert de eerste Belgische monografische tentoonstelling van Joseph Beuys (1921-1986) sinds de jaren tachtig. De vraag stelt zich of een nieuwe tentoonstelling over de wereldwijd bekende kunstenaar, wiens belang echter niet onderschat kan worden, nog iets toevoegt aan de vele presentaties van en onderzoeken naar zijn oeuvre. Toch wel, zo blijkt, want het M HKA neemt wijselijk Beuys’ band met Antwerpen – en bij uitbreiding België – als uitgangspunt. Bovendien zijn in de tentoonstelling een groot aantal tekeningen te zien, die doorgaans onderbelicht blijven ten voordele van Beuys’ acties en installaties.

In het grote geheel van Beuys’ oeuvre en biografie, en in de overvloed aan tentoonstellingen, teksten en andere beschouwingen over zijn werk, wordt zijn relatie met België en Antwerpen, meestal vergeten of achterwege gelaten. Toch is deze band wel degelijk belangrijk geweest. Voor Beuys zelf, maar wellicht vooral voor Antwerpen en het hedendaagse Belgische kunstlandschap. In 1966 opende in Antwerpen de legendarisch geworden Wide White Space Gallery, een initiatief van Anny De Decker en Bernd Lohaus. Joseph Beuys, die in die tijd nog niet erg bekend was buiten Duitsland, voerde er in 1968 zijn performance Eurasienstab uit, in samenwerking met Fluxuskunstenaar Henning Christiansen.

Deze ‘actie’ (want zo benoemde Beuys zijn eigen performances) is volledig opgenomen op 16mm film, en vormt het centrale uitgangspunt van de nieuwe tentoonstelling in het M HKA. Eurazië is een belangrijk concept in het oeuvre van Beuys, vanwege zijn afkeer van het eurocentrisme en zijn wens om de Aziatische spiritualiteit en mystiek te verzoenen met de westerse rationaliteit. In deze actie gebruikt hij een lange koperen staf (de ‘Eurasienstab’) om deze tegengestelde energieën opnieuw in evenwicht te brengen. Hij doet dit door vier houten hoekprofielen, bedekt met vilt, in één rij op te richten. De geluidscompositie van Henning Christiansen voegt mystiek en spanning aan de actie toe.

De invloed van Beuys op enkele moderne Belgische kunstenaars, zoals Marcel Broodthaers of Panamarenko, die ook verbonden was aan de Wide White Space Gallery, is onmiskenbaar. Ook een jongere Antwerpse generatie, waartoe bijvoorbeeld Dennis Tyfus en Vaast Colson behoren, draagt duidelijk de invloed van Beuys met zich mee.

Cover van Wirthschaftswoche (Business Week), n° 43/76, 1976

De Euraziaat

Eurazië is om verschillende redenen een katalysator in het oeuvre van Joseph Beuys. Concreet geografisch beschrijft de term de landmassa van zowel Europa als Azië. Op een minder letterlijk niveau staat het voor een overkoepelende verbinding tussen oost en west, die dikwijls als tegengestelden worden beschouwd. Beuys gebruikte het concept van Eurazië voornamelijk als reactie tegen de modernistische beweging, die in zijn ogen niet alleen te rationeel, maar ook te eurocentrisch was. Daarnaast kanaliseert hij in Eurazië zijn interesse in folklore, mystiek, spiritualiteit en een verbinding met de natuur.

Verschillende tekeningen in de tentoonstelling verbeelden Dzjengis Khan of aan hem gerelateerde personen of plaatsen. De Mongoolse leider uit de dertiende eeuw is in de westerse overlevering vooral bekend als wrede veroveraar, maar wist ook verschillende nomadische stammen te verenigen. Hij veroverde een groot deel van Eurazië, waardoor hij fragmenten van de Aziatische cultuur in het westen binnenbracht. Hij was echter ook tolerant ten opzichte van verschillende godsdiensten en culturen. Wellicht is hij voor Beuys een van de vroegste toonbeelden van een Euraziatische wisselwerking.

Beuys, Dschingis Khan's Tochter, 1958

Over zijn tekeningen zegt Beuys trouwens dat ze vooral “een soort basisbronmateriaal waaruit ik steeds opnieuw kan putten” zijn. Dat blijkt ook uit hun schetsmatige profiel. De werken, waarin de kunstenaar, trouw aan zichzelf, een variatie aan materialen aanspreekt, lijken eerder gestes dan actief doordachte tekeningen. Afgaand op de dragers en de snelheid van de tekening, lijkt het alsof hij plotse invallen kreeg en deze vervolgens op het eerste het beste materiaal dat hij kon vinden, documenteerde.

Beuys hervormde het kunstlandschap niet alleen door zijn overkoepelende praktijk, waarin hij zowat alle artistieke disciplines vermengde, of door zijn consistente verbinding tussen kunst en het leven, maar ook door zijn prominent politiek en sociaal engagement. Misschien wel voor het eerst in de geschiedenis gaf een kunstenaar zonder aarzelen toe dat kunst politiek is, en ondernam hij bovendien acties om beide dichter bij elkaar te brengen, in de overtuiging dat kunst ook sociale verandering teweeg kan brengen. Ook hierbij vormt zijn fascinatie met Eurazië een sleutel: het verbeeldt immers perfect zijn rotsvaste geloof in de verbindende politieke kracht van kunst.

Beuys, Schlitten (slee), 1969, 36 x 91 x 34 cm, M HKA 

Anti-modernistische folklore

Beuys onderscheidt geen feiten en fictie, en vindt een verhaal een krachtig instrument om iets te zeggen over het werkelijke leven. Zo vertelde hij heel graag een eigen mythe, die centraal in zijn kunstpraktijk kwam te staan. In 1944 zou Beuys, die vrijwillig piloot was voor de Luftwaffe, met zijn vliegtuig neergestort zijn in de Krim. Vervolgens, vertelt hij, werd hij gered door een nomadische Tartarenstam, die hem warm hield door hem met dierenvet en vilt te bedekken. Hoewel een groot deel van het verhaal verzonnen is (hij stortte wel neer, maar werd door een Duits zoekteam naar een militair hospitaal gebracht), vormt het de sleutel tot zijn gebruik van onconventionele materialen als vet en vilt, en voor de aanwezigheid van zoveel mystiek en folklore in zijn oeuvre, die hij ziet als een tegenwicht voor de groeiende Europese rationaliteit.

De meeste concrete verwijzing naar Beuys’ Tartarenverhaal is de slee, die hij in verschillende werken en installaties laat terugkomen. Op de houten slee zijn een vilten deken, een klompje vet en een lamp bevestigd. Dit overlevingspakket staat symbool voor Beuys’ opvatting van kunst als een middel om het leven door te komen, een helende en begeleidende kracht. Dat blijkt ook uit andere bekende werken, zoals de bezemstelen, die staan voor Beuys’ geloof in kunst als een zuiveringsmiddel voor de maatschappij, of zijn Infiltration homogen für konzertflügel. De vleugelpiano is volledig bedekt met grijs vilt, met slechts aan een zijkant een discreet rood kruis. Will Compertz verwoordt treffend de dualiteit van dit werk in een artikel voor The Guardian; de piano maakt zowel een grappige als een sombere indruk (het kan immers niet bespeeld worden). Betekent het rode kruis dat er voor dit object zorg gedragen moet worden? Is het een communistisch symbool? Is het een teken dat je het object niet mag aanraken, of net wel, is het een markering van de locatie van een schat?

Centraal in de tentoonstelling staat niet alleen Beuys’ conceptualisering van Eurazië, maar ook zijn anti-modernistische houding, waarmee hij zich een duidelijke en unieke positie binnen de kunstwereld lijkt aan te meten. Zijn afkeer van het typisch westerse modernisme – lees ook: voor de opgang van de Verenigde Staten als belangrijkste centrum van moderne kunst – gaat gepaard met een sociopolitieke weigering ten opzichte van het kapitalisme.

In zijn monumentale installatie Grond, dat bestaat uit vier ensembles van kantoormeubelen en koperen platen geeft Beuys enerzijds de onstuitbaarheid van de bureaucratie weer. Anderzijds is zijn slogan “Und jetzt brechen wir hier den Scheiss ab” (“En nu breken we hier de boel af”), die herhaaldelijk door een luidspreker galmt, niet mis te verstaan. De koperen platen staan voor de kunstenaar symbool voor een geleider van energie. Hij plaatst deze dan ook in juxtapositie met typische kantoorelementen om zijn idee dat het rationele en het natuurlijke een creatieve energie kunnen scheppen, te verbeelden.

Beuys, bezemstelen 

Politieke kritiek en Direkte Demokratie

In een vitrine juxtaponeert Beuys een hamer en een sikkel met twee geldbriefjes. Figuratiever dan dit wordt het niet – zijn marxistische, of tenminste anti-kapitalistische punt is hier wel duidelijk. Toch geraakt Beuys later ook teleurgesteld in het communisme. Een ideologie vervalt makkelijk in een ‘systeem’. Daar tegenover stelt Beuys zijn idee van ‘Direkte Demokratie’. Enkele posters in de tentoonstelling geven aan dat hij het partijensysteem afgeschaft zou willen zien ten voordelen van ‘directe democratie’, waarmee hij letterlijk de rechtstreekse macht van het volk bedoelt: “de partijen zijn de belangenverdedigers van de economische machthebbende uitbuiters van de productiekrachten van de meerderheid,” staat op een van de affiches. Het volk moet volgens Beuys dus haar zelfbeschikkingsrecht terugeisen.

Ironisch genoeg staat de kunstenaar in 1979 aan de wieg van een nieuwe politieke partij, Die Grünen. Dat hij dan voor een ‘groen’ alternatief kiest, mag, gezien zijn interesse in en affiniteit met de natuur, niet verbazen. Natuur wordt mettertijd steeds belangrijker in Beuys’ oeuvre, wanneer hij natuurlijke organisatievormen gaat opwerpen als voorbeeld voor de menselijke politieke maatschappij. In de installatie Monumenten van het hert legt hij losse verbanden tussen kuddedieren zoals herten en geiten, en menselijke gereedschappen zoals een houweel, een kar en een kompas.

Beuys, Aus dem Leben dem Bienen, 1950-1980 (onderdeel van de installatie over de bijen)

Honingpomp bij de werkplaats, een andere installatie bestaande uit een ensembles van verschillende objecten, verkent de relevantie van het leven van bijen voor maatschappelijke organisatie, en illustreert wat Beuys bedoelt wanneer hij de samenleving beschrijft als een “sociale sculptuur”. Het sociaal proces van bijen is gefocust op arbeid en productie. Er is een duidelijke, efficiënte taakverdeling binnen dit proces, en het eindproduct is een natuurlijk ingrediënt, met niet alleen een hoge voedingswaarde, maar ook medicinale aspecten. Het geheel van dit alles maakt van bijen en honing de ideale metaforen voor een goed georganiseerde samenleving. Beuys presenteerde zijn installatie met elektrische motoren, buizen, stalen onderdelen én honing voor het eerst op Documenta 6 in 1972, waar de motoren twee ton honing door buizen pompten, en de warmte die ze door die beweging aanmaken, werd gebruikt om 100 kg boter te smelten. Tijdens de Documenta hield Beuys verscheidene lezingen en conferenties om de installatie te kaderen.

Oproep tot een alternatief

Doorheen de jaren geraakten Beuys’ activiteiten als kunstenaar en zijn geëngageerde politieke inspanningen steeds meer verstrengeld; zijn politieke ideeën zijn weerspiegeld in zijn werken, maar zijn engagement werd ook zijn werk. Niet alleen richtte hij meerdere politieke partijen op, in 1974 stond hij samen met Duitse auteur Heinrich Böll ook aan de wieg van de Free International University. Dit initiatief, dat vooral een platform moest worden voor de uitwerking van ideeën over alternatieve sociale formules, kreeg in 1980 haar eerste buitenlandse filiaal in Antwerpen. Belangrijke kunstenaars als Luc Deleu, Anne-Mie Van Kerckhoven en Bernd Lohaus waren betrokken bij de F.I.U. Beuys doceerde zelf in de Duitse afdelingen, maar ook in Antwerpen. Een vertaling van zijn tijdschrift Aufruf zur Alternative werd er uitgegeven. Uiteraard spelen sporen van deze verbinding van Beuys met Antwerpen een prominente rol in de tentoonstelling. De aandacht voor de F.I.U. is terecht, omdat de verspreiding van kennis en debat ook nu zeer urgent is.

Foto's van Beuys' performance Eurasienstab  

Groeten van de Euraziaat is een erg didactische tentoonstelling. Ondanks de focus op de Belgische connectie en de tekeningen, geeft het alsnog een volledig retrospectief beeld van Beuys’ oeuvre, ideeën en belang. Wat echter interessanter is, is de noodzaak aan een dergelijke tentoonstelling over Beuys vandaag. De kunstenaar komt immers in een heel nieuwe actualiteit terecht. Het concept van Eurazië verkrijgt een nieuwe relevantie in een geglobaliseerde wereld waar landsgrenzen echter onder hevige druk en discussie staan. De titel van de tentoonstelling lijkt dan plots een ironische knipoog, alsof Beuys’ obsessie profetisch was.

Beuys, Grond, 1980 - 1981, M HKA 

Daarnaast is het geen onzin om de idee van kunst als verbindende factor opnieuw op te werpen. Kunst is een universele taal, een platform waar culturen elkaar kunnen ontmoeten en uitwisseling kan plaatsvinden. Het is een uitdrukkingsvorm waarin de noden en gebreken van een samenleving woordeloos aangekaart worden. Op die manier heeft het een informerende, bevragende, en potentieel ook helende kracht. Beuys’ visie van de samenleving als sociale sculptuur is zo gek nog niet wanneer ‘het systeem’ faalt en de politiek geen geschikte antwoorden voorhanden lijkt te hebben. Kunst is bij uitstek de plaats waar alternatieve ideeën en samenlevingsconcepten voorgesteld worden.

Joseph Beuys – Groeten van de Euraziaat, M HKA Antwerpen, 13.10.2017 t/m 21.01.2018 

Tamara Beheydt

schrijft over kunst, o.a. voor Glean

Recente artikelen