metropolis m

Latifa Echakhch tijdens de persconferentie op donderdag 7 juni

In het buitenland is Latifa Echakhch een grote naam, maar in Nederland kan ze als mid-veertiger nog door voor ‘young and upcoming’, gezien haar deelname aan Sensory Spaces, de aan jonge kunst gewijde reeks die Museum Boijmans Van Beuningen met steun van Ammodo realiseert in een projectruimte nabij de kassa. De geboren Marokkaanse die sinds haar derde in Frankrijk woonde en de afgelopen jaren in Zwitserland, heeft al belangrijke prijzen in Frankrijk en Zwitserland op haar naam staan. Ze wordt vertegenwoordigd door grote internationale galeries en nam deel aan talloze biënnales en andere grote tentoonstellingen. De presentatie bij Boijmans, op initiatief van gastcurator Nina Folkersma, is haar eerste in Nederland (afgezien van haar deelname aan een groepstentoonstelling in West Den Haag vorig jaar).

Die afwezigheid is vreemd, omdat haar werk in aard en karakter zo prachtig aansluit op in Nederland zo talrijk verzamelde ‘minimal’ kunst, en er een betekenisvolle aanvulling op vormt. Anders dan veel van die verzamelde kunst, die is gevoed door een atlantisch geïnspireerd modernistisch denken, is die van Echakhch gemaakt door een vrouw die ervaringen in meerdere culturen met zich meedraagt en het daar in haar kunst ook graag over wil hebben.

Echakhch maakt geladen installaties die het grote gebaar niet schuwen. Het werk oogt esthetisch volmaakt, beheerst en evenwichtig, maar het zit tegelijkertijd vol van pathos, dramatiek en ingehouden woede. Er wordt hardhandig gebroken met de symbolische ordes die de kunstenaar en haar kunst willen beteugelen, op een manier die ronduit gewelddadig oogt en dat ook wel vaker is. In het werk Tkaf (2011) bijvoorbeeld, zijn met de hand rode vegen op de muur aangebracht. Het is een gruwelijk, bloederig beeld, dat gemaakt is met baksteenpoeder, vermengd met het pigment ‘sanguine’. De op de vloer uitgestorte bakstenen versterken het gevoel van drama.

Bij al die gewelddadigheid die doorklinkt in sommige van de performatieve acties waarmee ze haar werk maakt, is het zelden echt grof of hard. Echakhch kiest voor een ontwijkend vocabulaire, meer poëtisch en subtiel. Weliswaar zichtbaar aanwezig in de productie van het werk, is ze op het moment van vertoning alweer vertrokken. Vrijwel al haar werk staat in het teken van afwezigheid en melancholie.

Latifa Echakhch, Museum Boijmans Van Beuningen 2018

Latifa Echakhch, Museum Boijmans Van Beuningen 2018

In Rotterdam bestaat de installatie uit in inkt gedoopte kleding, waarmee ze vanaf beide open kanten van de zaal strepen over de vloer heeft getrokken, om ze ten slotte aan een haakje op de muur te hangen. Het werk bevindt zich in het ingangsgebied van het museum, naast de garderobe, als een alternatieve, duistere kapstok, met een akelige politieke lading. 

De kleding, háár kleding (de kunstenaar vertelt dat het geen anonieme kleding mocht zijn, ook niet te direct mocht refereren aan vluchtelingen, al blijft migratie een thema, zij het onduidelijk hoe precies), roept een beeld van beweging op, lijdzaam, slepend, een dwaaltocht. Het is geen vrolijk stemmend beeld.

Toch spreekt er – meer optimistisch – ook een thuiskomen uit, al dan niet tijdelijk, zoals een jas aan een kapstok altijd tegelijk aan- en afwezigheid suggereert.

Latifa Echakhch, Museum Boijmans Van Beuningen 2018

Latifa Echakhch, Museum Boijmans Van Beuningen 2018

Associaties stapelen zich op bij dit toch minimale werk. Tijdens de perspresentatie helpt de kunstenaar een handje mee bij de duiding ervan. Ze vertelt dat het met zwarte inkt geschilderde patroon associaties oproept met ornamenten uit islamitische cultuur. Waar die vaak in een schitterend symmetrische roosvensters oneindigheid suggereren, breekt Echakhch daar resoluut mee. Ze laat de patronen uiteenvallen, alle kanten op. Het is haar idee van oneindigheid, van vrijheid, de ruimte tegemoet, ongericht, ongeordend, zeker niet in naam van een hogere macht. In die zin refereert ze ook aan de derivé, het concept van de Situationisten, gebruikt ter definitie voor hun poëtische verkenningen van de stad, grillig en onverwacht.

In Echakhch’ werk spreekt een cultureel ontheemde die zich nergens meer echt thuis voelt. Ze neemt afstand, vrijwillig, noodgedwongen, van zowel de Arabische als de westerse cultuur. Dat is een worsteling, moet het wel zijn, en de winst ervan is ongewis. Uit de woedende gebaren waarmee de positie verkregen wordt spreekt veel onmacht en verdriet over dat wat verloren gaat. Echakhch’ zwaar bevochten vrijheid getuigt in ieder geval niet van het blijmoedige emancipatie-ideaal dat de westerse kunst zo graag verkondigt. Er schuilt veel verdriet in haar derive.

Tijdens de persconferentie vraag ik of haar werk ook kritisch is. Ze hoeft er geen seconde over na te denken. ‘Art is always critical’, zegt ze stellig. Ik moet bekennen dat ik het op grond van de plaatjes die ik tot nog toe van haar werk kende er nooit zo achter had gezocht, maar nu ik er in Rotterdam middenin sta komt Echakhch’ politieke scherpte des te dwingender over.

Sensory Spaces 14 – Latifa Echakhch, 9.6.2018 t/m 30.9.2018

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen