metropolis m

installatiefoto Haim Steinbach, Every Single Day, Museum Kurhaus Kleve, 2018/19, courtesy het museum

De solo van Cady Noland in Frankfurt kaapt alle koppen in de kunstpers, maar in Duitsland, vlak over de grens bij Nijmegen, is momenteel nog een ander icoon van de recente Amerikaanse kunst te zien: Haim Steinbach glorieert in een grote solotentoonstelling in Museum Kurhaus in Kleef.

Dan ben je een icoon van de Amerikaanse kunst uit de jaren tachtig, wereldberoemd, en word je gedurende enkele jaren overal getoond in alle musea op de wereld (nu ja, die in het Westen althans), kom je in de betere privécollecties terecht omdat iedereen je werk wil hebben en domineer je het intellectuele kunstdebat. Maar wat dan?

Anders dan zijn destijds even beroemde generatiegenoot Jeff Koons, die de aandacht altijd wel op zich gericht wist te houden, is Haim Steinbach wat op de achtergrond geraakt. Achttien jaar heeft hij niet meer vertoond in Duitsland, meldt het museum dat nu een solo aan hem wijdt. In Nederland was de aandacht nog minder en bleef de interesse beperkt tot een deelname aan een groepstentoonstelling in Witte de With, lang geleden.

Niet dat Steinbach over aandacht te klagen heeft gehad. Hij is met zijn werk doorgegaan en te zien geweest op genoeg plaatsen op de wereld. Maar de roep van dit icoon (als icoon) is toch wat in de jaren tachtig blijven hangen. Noem zijn naam en iedereen denkt aan zijn vermaarde displays van destijds. Op typisch vormgegeven kleurige ‘shelves’, presenteerde Steinbach alledaagse objecten, rechtstreeks uit de winkel, shiny & new. Hij liet zien hoeveel betekenis die banale objecten in zich droegen, lang voordat wij ons daar goed en wel bewust van waren.

installatiefoto Haim Steinbach, Every Single Day, Museum Kurhaus Kleve, 2018/19, courtesy het museum

In Kleef zijn enkele van zijn meest beroemde displays voor de gelegenheid te leen gevraagd van met de kunstenaar bevriende privéverzamelaars. Zoals dat ene werk dat hij er per se bij wilde hebben, met de Air Jordans naast een set kandelaars. Voor hemzelf is het de icoon der iconen, zijn ultieme pièce de resistance. Hoeveel er niet over dit kunstwerk geschreven is en getheoretiseerd met Jean Baudrillard in gedachten. Over de symboolwaarde van deze consumptiegoederen onder andere, waarvan de functie (en het gebruiksgemak) verdwenen is onder een berg aan andere betekenissen. Nu is dit soort ‘spel’ met tekens gemeengoed voor iedereen, van jongsaf als we worden gedrild in de meerwaarde van logo’s en merken. Maar destijds stond iedereen er toch nog wat bedremmeld bij te kijken. Is dit een neo-Duchampiaanse ready-made, of wat eigenlijk?

Als ik rondloop door de tentoonstelling met de conservator Susanne Figner is ze graag bereid er nog enkele betekenissen aan toe te voegen, al geeft ze aan dat de duiding aan iedereen persoonlijk is, en min of meer ook doel van het werk. En ze zegt dat Steinbach zich er zelf nooit over uitlaat, ook niet tegen haar. Zijn ‘productbeschrijvingen’ zijn feitelijk, zegt ze, het verhaal van de maker, niet dat van de explicateur.

Ze vertelt over de kandelaar die oorspronkelijk geen half opgebrande kaarsen had. Ze zijn er later door de kunstenaar aan toegevoegd, om een te spirituele uitleg van dit display tegen te gaan. En er tegelijkertijd wellicht toch ook een aan toe te voegen, want ik bedenk me dat het ensemble door die uitgedoofde kaarsen toch echt een bijna klassiek te noemen momento mori wordt. Alsof hij wilde zeggen dat we bezig zijn ons helemaal kapot te consumeren – en gelijk heeft hij.

Een zaaltje verder hangen enkele proto-Steinbachs, zwartwit foto’s uit de vroege jaren tachtig die aan de wieg staan van de werken die iconisch zijn geworden. Schitterende combi’s van artikelen, die op aanvraag zijn gerealiseerd bij vrienden thuis en samengesteld uit goederen die hem na oproep uit de buurt werden toegestuurd. Hilarische ‘folkloristische’ ensembles, schitterend in hun banaliteit. Steinbach laat ermee zien een verfijnd oog te hebben voor dat wat werkt. Er komt duidelijk meer bij kijken dan zomaar een leuk dingetje op een plankje zetten, met een grappig ander dingetje ernaast.

Het museum-als-display is het onderwerp. Het tentoonstellen zelf wordt tentoongesteld

installatiefoto Haim Steinbach, Every Single Day, Museum Kurhaus Kleve, 2018/19, courtesy het museum

installatiefoto Haim Steinbach, Every Single Day, Museum Kurhaus Kleve, 2018/19, courtesy het museum

In de tentoonstelling in Kleef vormen de iconische werken slechts een voetnoot op de bovenverdieping, waarmee je pas in aanraking komt als je op de begane grond alles gezien hebt. De aandacht in deze tentoonstelling gaat vooral uit naar recenter werk waarin de belangstelling van de kunstenaar zich verlegd heeft van de kleine display en de betekenisgeladen consumptiegoederen naar complete zalen, cq het museum, de kunstcollectie, zelfs de kunstgeschiedenis die allemaal in hun geconstructreerd-zijn worden aangesproken. Het museum-als-display is het onderwerp. Het tentoonstellen zelf wordt tentoongesteld.

Het verbijzonderingsapparaat dat het museum in wezen is wordt door Steinbach ontleed, tot op het bot, gezien de manier waarop zalen in zalen gebouwd zijn en de bouwconstructie zichtbaar blijft. Steinbach heeft in het Kurhaus een eigen tentoonstellingsbouw gerealiseerd, die schijnbaar onaf is, zonder de gipsplaten die normaal de wanden vormen. De metalen structuur staat nu het geheel op een minimal manier te geleden en te deconstrueren.

Mij wordt door de conservator verteld dat de kunstenaar met een bijna ziekelijke precisie te werk is gegaan en zo bijvoorbeeld ervoor zorgde dat de metaaldelen exact gelijk zijn en ter plekke geïnstalleerd op een manier die de bedrukking en codering op exact dezelfde hoogte per lat of paal leesbaar maakt. Op gekleurde monochrome panelen wordt een kleurcompositie gecreëerd die zich over meerdere zalen uitstrekt. In de zaaltekst staat geschreven dat dit een verwijzing is naar Piet Mondriaan en de minimal art, waar dit museum het nodige van in bezit heeft.

installatiefoto Haim Steinbach, Every Single Day, Museum Kurhaus Kleve, 2018/19, courtesy het museum

installatiefoto Haim Steinbach, Every Single Day, Museum Kurhaus Kleve, 2018/19, courtesy het museum

Een van de grote installaties in de pinakotheek van het museum (de typische langgerekte benedenzaal) is een omvangrijke bouwconstructie, met kruiwagen bovenop een steiger, losse gele bakstenen en een stapeling daarvan tot aan het plafond. De stenen blijken speciaal gebakken in een steenfabriek uit de omgeving (Kleef ligt niet ver van de Rijn, waar veel steenfabrieken gevestigd zijn). De stenen zijn super strak en gestapeld in rechte lijnen waar je een meetlat langs kunt leggen. Het biedt een lijnenspel dat wederom een angstige precisie verraadt, een zorg en aandacht die, hier in het museum, niet anders valt uit te leggen dan als een eerbetoon aan de steenbakker en de metselaar. Handwerkslui met wie de kunstenaar die beroemd is om zijn niét-handvaardigheid zich kennelijk graag wil identificeren.

Steinbach koppelt zijn hulde aan het ambacht aan enkele werken van Joseph Beuys, die in Kleef geboren is, er lang woonde, in het Kurhaus zelfs enige tijd zijn atelier had, en aan wie in dit museum een aparte vleugel is gewijd. Hij geeft, met Beuys (‘iedereen is kunstenaar’), de productie van kunst terug aan alleman, als een cultuur van eenvoudige waarden die voor iedereen begrijpelijk zijn, en die zich centreren rond begrippen als zorg en aandacht. Ik zou in de bouwplaatssculptuur normaalgesproken geen Steinbach herkennen, maar hier in deze context laat het werk zien hoe hij manmoedig probeert te ontsnappen aan zijn iconische status, de maker van displays met consumptieartikelen, en tegelijkertijd laat zien hoe er geen ontsnappen aan is. Steinbach is voorgoed getekend door het icoon Steinbach, de man van een methode van kunstproductie die beroemd is gemaakt door Duchamp en sinds enkele decennia vooral aan hem is gaan kleven.

installatiefoto Haim Steinbach, Every Single Day, Museum Kurhaus Kleve, 2018/19, courtesy het museum

Die identificatie als iconisch kunstenaar leidt tot een zekere baldadigheid bij de kunstenaar. Als een recalcitrante puber plaatst hij voor een van de belangrijkste bezittingen van dit museum, een grote sculptuur van Quellinus uit de Gouden Eeuw, zijn eigen Hollywood-karakter in de gedaante van een spelletjesfiguur. Het werkt hier als het opsteken van de middelvinger naar de kunstgeschiedenis. Fuck de kunst, fuck het museum, fuck het Kurhaus met zijn pretentieuze exposities, die van Steinbach incluis. De grote tekst ernaast, die meer dan tien meter lang is, meldt: vvvvvrrrrooooom. Is een tentoonstelling iets anders dan een stripverhaal?

Is een tentoonstelling iets anders dan een stripverhaal?

installatiefoto Haim Steinbach, Every Single Day, Museum Kurhaus Kleve, 2018/19, courtesy het museum

Enigszins in verwarring verlaat ik het museum. Steinbach mag dan al veertig jaar min of meer hetzelfde doen, maar hij doet dat wel zeer effectief. Op ogenschijnlijk eenvoudige wijze weet hij verwarring te stichten over de status van dat waar we naar kijken, ook nu weer. Ik snap nog steeds niet zo goed waar hij nu eigenlijk op uit is. Gelooft hij er nu in of eigenlijk helemaal niet?

De tentoonstelling is nog een maand open. Ik zou gaan kijken. 

Dit is het eerste deel van een serie van vijf solobesprekingen die deze (vakantie)week te bezoeken zijn in Nederland, België en Duitsland

Haim Steinbach, Every Single Day, Museum Kurhaus, Kleef, 22.9.2018 t/m 27.1.2019

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen