metropolis m

Spread uit Archive Species. Bodies, Habits, Practices

Het grote modearchief van Joke Robaard is door haarzelf en Camiel van Winkel flink opgeschud, herordend en ‘gereactiveerd’ tot Archive Species. De nodige theorie blijkt onontbeerlijk. Maar is beeldrijm an sich soms niet sterker dan theoretisering?

Assemblages van foto’s die aan beeldrijm doen of langs de rigoureuze ordeningsprincipe van allerhande thematiek worden geordend: het zijn de ‘associatieve allianties’ van Aby Warburgs Mnemosyne Bilderatlas of de fysieke beeldrijm van Jean-Hubert Martin en transhistorische consorten. In Archive Species. Bodies, Habits, Practices doen Joke Robaard en Camiel van Winkel een poging tot theoretische cumulatie van het modefotografie-archief dat Robaard al ruim vijftig jaar bijhoudt. Het is, om in hun modieuze termen te spreken, een manier om het archief te activeren en het nieuw of in ieder geval alternatief leven in te blazen.

Visueel bestaat dit uit een tiental sequenties aan beelden die horizontaal door het hele boek lopen. Zo gaat de derde sequentie van start met een Helmut Lang reclame van veertjes in stemmig zwart-wit, naast een foto van de Japanse designer Yamomoto en Pina Bausch, naast een knoestige boom, naast verschillende varianten op modellen in en rond een boom en eindigt het met een vrouw in foetushouding gelegen in een nestje. Enkel een enorme handtas om de schouder gedragen behoedt haar naakte lichaam voor de weerelementen en onze nieuwsgierige blikken. Get the picture? Het is slim vormgegeven (door Elisabeth Klement) en net zo vergankelijk verslavend als een flipboekje.

Ter introductie vragen Robaard en Van Winkel zich neerbuigend af welke halvegare nu eigenlijk ooit de tekst in modebladen leest: ‘You may skim them briefly, but the promotional tone of the language doesn’t invite you to read more closely. Text fills the space between the photographs and generates the flow through the magazine.’ In wat niets anders kan zijn dan een poging de modefotografie van haar aantrekkelijkheid te ontdoen om het naar een gortdroog theoretisch plan te tillen, bedraagt het tweede beeldgedeelte zo’n driehonderd van alle kleur gedraineerde pagina’s. In platen waarbij thema’s als werk, elders, archetypen of het nageslacht aan de hand van foto’s – die precies dat uitbeelden – worden getoond, spiegelen Robaard en Van Winkel visueel eindeloos het zelfreproducerende karakter van modefotografie en lijken ze het daarbij te willen houden.

[blockquote]Robaard en Van Winkel spiegelen visueel eindeloos het zelfreproducerende karakter van modefotografie en lijken het daarbij te willen houden

Spread uit Archive Species. Bodies, Habits, Practices

Spread uit Archive Species. Bodies, Habits, Practices

Treft hen blaam dat zij zich van een (sterk) oordeel onthouden en zich juist in de nauwkeurig afgemeten afstand tot de getoonde beelden manifesteren? In de veelheid ligt het antwoord, maar diezelfde afstand dicteert schijnbaar ook dat praktische zaken als de hersprong van de beelden – louter westerse mainstream bladen – onbenoemd blijft. Dat lijkt mij niet meer van deze tijd. Robaard mag dan wel bij de boeklancering (in Amsterdam, enekele weken geleden) tussen neus en lippen door hebben vermeld dat dit de bladen zijn die zij zelf las en heeft aangeschaft (lees: die te verkrijgen waren), haar keuzes zijn niet neutraal of willekeurig te noemen.

Vreemd is de manier waarop ze zich in het essay The Politics of Appropriation  kortstondig buigen over de – vaak besproken – moeizame dekolonisatie van het (mode)beeld om aan het einde van het essay een rare sprong te maken. Een stuk over de obsessie met ‘neatness, cleanliness and purity’ in de mode geïllustreerd aan de hand van twee beelden gaat vrij abrupt over in een foto van het zwarte model Alek Wek. Met de armen zelfbewust over elkaar geslagen en in een mouwloos wit hemdje boven een spijkerbroek onder de verfspetters kijkt ze recht de camera in. In één adem stellen Robaard en Van Winkel: ‘In combination with the ‘dirty hands’-photographs by Schoerner and Sorrenti, this image suggests that by the end of the 1990s the appropriation of otherness in fashion had reached the point where the other was almost completely internalized. (…) From this point onward, the white stain on a garment worn by a black model exhausts any political reading. The colour has exceeded barriers of signification. Its symbolical charge has imploded. White can mean anything now.’

Kleurenblindheid plus een sterk staaltje wensdenken. De moeiteloosheid waarmee Robaard en Van Winkel van het zwarte lichaam naar het witte textiel bewegen, en weer terug naar het zwarte lichaam gehuld in wit textiel en dan het visuele probleem van ‘otherness’ in de jaren zeventig en begin 2000 parkeren, roept vragen op. Het heeft wat weg van een dynamische schijnbeweging. Robaard en Van Winkel doen alsof hun neus bloedt, en daarmee toont de associatieve kant van tekstanalyse zijn zwakte, iets wat bij beeld minder prominent op de voorgrond treedt. Noem het gewenning, maar anno 2019 is beeldrijm dermate ontladen en gedepolitiseerd dat Robaard en Van Winkel zonder blikken of blozen in de vierde sequentie een portret van Bernard Arnault kunnen laten overlopen in een reclame voor Christie’s, in een cover van Richard Prince met verfvlekken op het witte T-shirt, in een reclame van United Colors of Benetton die het bebloede uniform van een Kroatische soldaat toont. De associaties zijn esthetisch maar raken het spoor bijster door de zware ideologie die weigert aangesproken te worden en zich tegelijkertijd opzichtig tussen de voegen van de beelden ophoudt.

Binnen de scherpe intentionaliteit van Robaard en Van Winkel om een woordeloze manifestatie waar alles verband met elkaar houdt te creëren ontstaat er weliswaar genoeg ruimte om de modefotografie het wereldtoneel op te laten glippen, maar haar rol is die van een acteur wier scène na de generale repetitie is geschrapt. Als figurant in het geheel wordt ze wel gezien maar niet gehoord.

Vreemd is ook de wijze waarop Van Winkel zijn praktijk als theoretische schrijver hybriditeit meegeeft door in het eerste gedeelte van zijn essay The Assembled Self te oreren over het verticale leven en kijken. Als dit u wat vaag in de oren klinkt, dat is ook zo. De heldere flarden tekst van Gaston Bachelard en (in mindere mate) Georges Bataille dikt hij aan met poëtisch aandoende stukjes zin die het hoog esoterische gehalte van het onderwerp geen goed doen. ‘Flimsy, fluttery, flowery,’ schrijft Van Winkel over een model, maar in dit eerste gedeelte is hij dat vooral zelf.

Hij herpakt zich in het tweede gedeelte met een fenomenaal stuk over prefab gescheurde spijkerbroeken. De haat zit diep en de drager, ‘jeans are the uniform of individuality’, en het kledingstuk zelf krijgen er flink van langs: ‘Denim is the generic backdrop for a life full of compromise’. Als Robaard en Van Winkel de reclametekstjes tussen de beelden niet hadden genegeerd en de moeite hadden genomen om Vanessa Friedman, Cathy Horyn, Tim Blanks of Imran Amed te lezen was het ze wellicht opgevallen dat gaten in spijkerbroeken en in Louis Vuitton tassen al lang en breed bediscussieerd en geanalyseerd zijn. In dat opzicht biedt noch de onderwerpkeuze, noch de manier waarop het wordt geanalyseerd nieuwe perspectieven. Zo virtuoos als Van Winkel kan formuleren, zo wazig schrijft Robaard. Gelukkig doet de uitstekende vormgeving wel haar werk. Niet iedereen kan een slasher zijn.

Spread uit Archive Species. Bodies, Habits, Practices

Spread uit Archive Species. Bodies, Habits, Practices

Spread uit Archive Species. Bodies, Habits, Practices

LEES MEER OVER KUNST, MODE EN MEDIA IN METROPOLIS M Nr 1-2019 Circulation. NU IN DE WINKEL. METROPOLIS M KRIJGT GEEN SUBSIDIE. STEUN METROPOLIS M. NEEM EEN ABONNEMENT. ALS U NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WIJ U HET NIEUWE NUMMER GRATIS TOE. MAIL UW NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv actie nr 1)

Archive Species. Bodies, Habits, Practices, auteurs: Joke Robaard en Camiel van Winkel, ontwerp: Elisabeth Klement, Valiz, ISBN: 978-94-92095-43-5

In Wiels in Brussel is op 20.2.2019 een boekpresentatie, tussen 19-20 uur

Alix de Massiac

is redacteur bij Metropolis M en maakt podcasts

Recente artikelen