metropolis m

Lara Favaretto, Centrale paviljoen

Over Ralph Rugoffs gebrek aan ambitie bij de door hem verzorgde centrale presentatie op de Biënnale van Venetië 2019.

Het is een beetje laat om hier grappig of pseudo-erudiet te doen over de titel die de curator Ralph Rugoff voor zijn tentoonstelling in Venetië heeft gekozen. May You Live In Interesting Times, het is een lolletje en niet veel meer dan dat. De tentoonstelling zelf is in twee delen opgesplitst, waarbij elke kunstenaar een of meer werken heeft in zowel de Arsenale als het centrale paviljoen in de Giardini. In theorie om verschillende facetten van hetzelfde oeuvre te tonen, in de praktijk geloof ik vooral een poging om de boel wat bij elkaar te houden. Dat is aardig gelukt, voor de eerste keer ben ik niet eindeloos aan het dwalen door duizend en één suggesties wat het einde of de gebreken van de wereld betreft. Het is allemaal wat behapbaarder, mede dankzij de schotten die Rugoff in de Arsenale heeft laten plaatsen waardoor het geen grote tunnel meer is waarin veelal dystopische werken hun inhoud over de kijker uitbraken.

Wat niet is gelukt is zijn ambitie om een tentoonstelling te maken gevuld met ‘rijke ambiguïteiten’. Er is weinig ambivalentie aan zijn keuzes, zowel qua kunstenaars als de werken die zijn getoond. Haast alle werken zijn relatief recent, relatief politiek correct. Er zijn vrouwelijke kunstenaars, er zijn gekleurde kunstenaars. Check, check, dubbel check. Er is een grote diversiteit aan leeftijd en nationaliteit. Toch is dit allemaal façade werk. Er is geen naam of werk dat niet elders is getoond, elders is gezien. Geen verrassingen, en in dit opzicht is het een tentoonstelling met gebrek aan zowel ambiguïteit als ambitie. Rugoff wil geen (politieke) agenda aan de kijker opdringen, maar presenteert vooral wat op dit moment goed in de internationale markt van Londen, Parijs en New York ligt. Drie steden maakt geen ecosysteem, en de consensus waar Rugoff op afstevent brengt weinig leven in de brouwerij. Overigens is dit geen aanklacht tegen de markt, of de kunstwerken die zich daar toevallig goed naar plooien, maar van deze Biënnale wordt toch wat meer verwacht dan een simpele overzichtstentoonstelling voor miskoop mijdende verzamelaars. Doordat Rugoff geen interesse heeft in het formuleren van specifieke vragen of antwoorden, is het vooral een tentoonstelling die heel erg van het ‘hier en nu’ is, als dat een tijd en locatie aanduidt van een jaar geleden, ergens in een kantoor van een westerse metropool.

jean Luc Moulène, Centrale paviljoen

Dat gezegd hebbende, ik heb weinig werken gezien die overtuigend slecht waren. De combinaties die Rugoff maakt zijn soms wat zwaar op de hand, zoals de enorme robotarm in Can’t Help Myself van Sun Yuan en Peng Yu die eindeloos (nep)bloed naar het midden toe veegt, gekoppeld aan de overgevlogen muur die Teresa Margolles in Muro Ciudad Juaréz (2010) heeft neergezet als commentaar op het eindeloze (drugs)geweld in Mexico. Maar dat kan ook komen door mijn aversie tegen het makkelijk scoren van bewegende dingen. De koe op rails in Do real things happen in moments of rationality (2018) van Nabuqi is daar een voorbeeld van, of het Belgische paviljoen of de ratelslang in een kooi. Wat dat betreft zijn we net kinderen: eindeloos gefascineerd door objecten die automatisch kunnen bewegen.

Verder is er veel en goed schilderwerk van onder anderen Jill Mulleady, Henry Taylor, Michael Armitage, Njideka Akunyili Crosby en Avery Singer (had Beatrix Ruf toch een beetje gelijk) en ook veel poëtische fluisterinstallaties zoals de onverwachtse geluidskunst in the GROUND (2018) van Tarek Atoui, het theatrale For, in your tongue I cannot fit (2017-2018) van Shilpa Gupta of het lillende bladgoud van Gabriel Rico in zijn serie Hipotesis del equilibrio local (2018). Na drie dagen meefladderen met elke bezoekersbriesje vertoonde het blaadje al aanzienlijke scheuren. De werken van Zanele Muholi zijn opgeblazen en veelvuldig net boven of naast de uitgangen geplaatst als voetnoot bij het geheel. Ik begrijp niet helemaal wat voor voetnoot het zou kunnen zijn, maar ophangen kan Rugoff wel.

Jill Mulleady, Arsenale

Het is wat wreed. Geen groot gebaar of statement willen maken, een gedegen tentoonstelling presenteren met solide werken, en precies daarop worden afgerekend. Het centraal stellen van kunstwerken klinkt velen in de kunst als muziek in de oren, met name de kunstenaars die klagen dat curatoren enkel op zoek zijn naar werken die naadloos binnen het thema van de dag passen. Maar om het geheel meer te laten zijn dan de som van de delen is wat meer energie, visie en overtuigingskracht nodig. Wat meer curatorenschwung. Alsof Rugoff de monstertentoonstelling in de ogen heeft gekeken en wat bedeesd een stapje terug heeft gedaan.

Zanele Muholi

Gabriel Rico

Shilp Gupta, Arsenale

Henri Taylor, Arsenale

Avery Singer, Arsenale

Maria Loboda, Centrale paviljoen

Nabuqi, Centrale paviljoen

Carol Bove, Centrale paviljoen

Alix de Massiac

is redacteur bij Metropolis M en maakt podcasts

Recente artikelen