metropolis m

Deana Lawson, Nation, 2018, courtesy de kunstenaar, Huis Marseille en Sikkema Jenkins & Co, New York

Hoewel Deana Lawsons portretten naturalistisch ogen, zijn ze in hoge mate geënsceneerd. Ze noemt de gelaagde beelden ‘environmental portraits’ en net zoals in de Nederlandse genreschilderkunst van de zeventiende eeuw zitten er vele verhalen, geschiedenissen en morele boodschappen in de details van haar portretten besloten.

Het loont om de werken, die op groot formaat zijn uitgevoerd, nauwkeurig te bestuderen. Het werk Nation (2008) bijvoorbeeld toont een portret van twee jonge mannen waaraan Lawson in de rechterbovenhoek een foto van het kunstgebit van de Amerikaanse president George Washington toevoegde. Ze verwijst hiermee naar het feit dat Washington in 1784 negen tanden van ongeïdentificeerde ‘negroes’ aanschafte voor het vervaardigen van zijn kunstgebit. Waarschijnlijk waren de tanden afkomstig van de tot slaaf gemaakte Afro-Amerikanen die op zijn plantage Mount Vernon werkten.

In Nation zitten de twee donkere mannen op een leren bank. Ze hebben beide een ontbloot bovenlichaam en zijn omhangen met gouden sieraden. De linker kijkt de toeschouwer met een provocerende blik recht in de ogen aan, zijn arm uitgestrekt, alsof hij op het punt staat om van zijn hand het gebaar van een pistool te maken. De ogen van de rechter man staan wazig. Hij draagt een vreemd tandheelkundig apparaat wat op groteske wijze herinnert aan de brute geschiedenis van het kunstgebit. Gek genoeg zet het apparaat, uitgevoerd in hetzelfde goud als de kettingen, de figuur ook kracht bij, alsof het ding een natuurlijk onderdeel vormt van zijn gouden entourage: gangster style. Mogelijk geïnspireerd door Duke Ellingtons uitspraak ‘We will bend your culture’ eigent Lawson zich het verhaal van Washington op deze wijze toe en transformeert het op een manier waarop het de zwarte identiteit kracht bijzet.

Deana Lawson, Nation, 2018, courtesy de kunstenaar, Huis Marseille en Sikkema Jenkins & Co, New York

Ook in het prachtige Ringbearer (2016), waarin Lawson een oudere vrouw naast haar kleinkind portretteert, zien we verschillende elementen die een dubieuze connotatie hebben in beeld gebracht, zoals de zwarte pop met karikaturale gezichtskenmerken links bovenop de kast. In het geheel aan persoonlijke spullen, foto’s en meubelstukken wordt de negatieve lading van de pop als het ware teniet gedaan: ontdaan van de negatieve bijklank die het in een andere context zeker zou hebben. Op eenzelfde wijze doen de shabby omgevingen waarin de figuren in Lawsons werken zich steevast bevinden niets af van de kracht en schoonheid die ze uitstralen. In Ringbearer zien oma en kleinzoon er opperbest uit. Het tapijt mag dan weliswaar vol vieze vlekken zitten en de radiator aan vervanging toe zijn, maar het jongetje is strak in een blauw pak gestoken en ook oma draagt haar beste zondagse jurk. Haar glanzende paarse lippenstift is perfect afgestemd op de kleur van de bloemen op haar jurk en het paars wordt nogmaals herhaald in het satijnen kussentje waarop de ringen liggen.

De werken van Lawson gaan de pijnlijke geschiedenis van slavernij, raciale discriminatie en onderdrukking niet uit de weg. Net zomin wordt de economische situatie waarin de personen die ze portretteert zich bevinden door haar verbloemd. Het tegenovergestelde lijkt eerder het geval. Lawson creëert een poëtische beeldtaal van stukjes ducttape, viezige tapijten, versleten banken, stoffige radiatoren en kapotte gordijnen. Ze viert de net iets te kleine woon- en slaapkamers. En de figuren? Die blijven door dit alles onaangedaan.

DIT IS EEN INGEKORTE VERSIE. LEES DE HELE RECENSIE IN METROPOLIS M NR 4-2019 ZIEKTEBEELDEN & EINDEXAMENS 2019. ALS JE NU EEN JAARABONNEMNET AFSLUIT STUREN WE JE DIT NUMMER GRATIS TOE. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected]

Deana Lawson, Huis Marseille, Amsterdam, t/m 1.9.2019

Debbie Broekers

is kunstcriticus en kunsthistoricus

Recente artikelen