metropolis m

Hoe doe je artistiek onderzoek naar onhoorbaar geluid? Ster van een informele avond experiment en discussie in Rotterdam is Jonáš Gruska. Hij produceert geluiden die overal en tegelijkertijd nergens zijn, hees en diep, snel en traag. Volgend jaar ook op Sonic Acts.

Veel geluiden worden bij DE PLAYER besproken, maar de klanken die daadwerkelijk te horen waren tijdens  Interfacing Inaudible Phenomena vielen het meest op. De avond bracht in samenwerking met het Rotterdamse platform, STUK Huis voor Dans, Beeld en Geluid (Leuven), Piet Zwart Instituut en Spatial Media Laboratories (SML) verschillende kunstenaars bijeen om hun artistieke onderzoek naar onhoorbare, onervaarbare en onregistreerbare geluidsvormen toe te lichten. De piek op dit samenzijn, de klapper van de avond, was het optreden van de Slovaakse sonoloog en experimentele componist Jonáš Gruska die aankomende februari ook op Sonic Acts te bewonderen zal zijn.

Het gros van de aanwezigen leek elkaar te kennen van het festival of is aangesloten bij één van de organiserende partnerinstellingen. Dit resulteerde in een ons-kent-ons-stemming die niet zo zeer anderen uitsloot als een veilig omgeving creëerde voor de kunstenaars om hun works in progress te presenteren. DE PLAYER was hierin het rauwe randje rondom de gemoedelijke huiskamersfeer. In de ruimte, die niet alleen dient als een presentatieplatform maar ook als opslag voor publicaties van het eigen label Drop of Blood (DOB), is functionaliteit belangrijker dan een neutraal voorkomen. De à l’improviste-ogende bar contrasteert met de professionele licht- en geluidsinstallatie. Hoog aan de muur hangt een wasrek met daaraan een lap stof waarop een pad is afgebeeld. Achter het doek hangen twee posters die lijken op Chinese most-wanted plakkaten. Alles wijst erop dat bij DE PLAYER inhoud en niet aankleding op nummer één staat.

De avond wordt ingeleid door de artistiek directeur van het platform en kunstenaar Peter Fenglers met een luchthartig grapje ‘Waar gaan we eigenlijk naar luisteren?’ waarna Lucas van der Velden, directeur van Sonic Acts, onderdeel van het kunstenaarscollectief Telcosystems en deelnemer aan Spatial Media Laboratoriesm (SML), een disclaimer bood: ‘Het concept artistic research is problematisch, SML wil de gereedschapskist voor artistiek onderzoek uitbreiden.’ Hoewel het benoemen dat iets omstreden is het niet minder discutabel maakt gaf deze introductie aan dat de kunstenaars die volgden niet volledig overtuigd zijn van hun eigen gelijk maar van elkaar en de setting wilde bijleren en profiteren.

Het publiek kreeg te horen hoe het geluid van een cello als een projectiel kan worden gelanceerd met het gebruik van een parabolische speaker (Anthea Caddy). Welke geluiden radioactieve restanten voortbrengen rondom een voormalige uraniummijn in Slovenië (Telcosystems). Hoe mobiele infrasoundopnames 0.002 hertz nog monsterlijk kunnen laten klinken (Raviv Ganchrow). Hoe gevarieerd de geluiden langs de Deense Waddenzee klinken als ze worden opgenomen met een achtentwintig meter lang microfoon-membraam (Signe Lidén). En dat het geen goed idee is om een filosoof (Rick Dolphijn) uit te nodigen om on the spot in een soort vrije verzen op kunstenaarspresentaties te reageren.

[blockquote]De happeningachtige bijeenkomsten die hier plaatvinden geven inzicht in praktijken die niet makkelijk te categoriseren of thematiseren zijn, maar gelukzalig tussen en onder de gebaande paden door vloeien

Anthea Caddy tijdens Interfacing Inaudible Phenomena in DE PLAYER

Raviv Ganchrow tijdens Interfacing Inaudible Phenomena in DE PLAYER

Telcosystems tijdens Interfacing Inaudible Phenomena in DE PLAYER

Hoewel in deze projecten interessante ideeën geopperd werden was toch het zien, en voornamelijk horen, van een uitgewerkt werk het meest tot de verbeelding sprekend. Het punt waarop Jonáš Gruska gehurkt op de grond te midden van de vele klapstoeltjes kalmpjes zat te tikken op zijn MacBook Pro terwijl op het paaltje dat slechts een halve meter boven hem uitstak hoornachtige luidsprekers langzaam begonnen te draaien was het moment dat de avond van een samenzijn van kunstenaars veranderde in een uitwisseling tussen een maker en zijn publiek. De klanken die de ruimte vulden waren hees en tegelijkertijd diep, snel en ook traag, kwamen van één en van alle kanten tegelijk. Terwijl in de praatjes geluid in de ruimte een belangrijke rol speelde, werd geluid hier daadwerkelijk een ruimte. 

Aan de ene kant liep deze avond het risico te bezwijken onder het gewicht die de term artistic research met zich meebrengt – de kunstenaar als wetenschappelijk én artistiek manusje-van-alles die zich het verwarren van fictie en feit, triviaal- en levensbelang en empirische en feitelijke kennis weet te veroorloven onder de banier van kunst. Aan de andere kant haalt de geen-gelul-uitstraling van DE PLAYER deze projecten enigszins uit hun eigen orbit, plaats ze in context en weer met beide benen op de grond.

De aanwezigen waren allemaal in lijn met het mission statement van het platform waarin de ruimte wordt beschreven als een hedendaagse dadaïstische salon voor de voorhoede van geluid-, performance- en beeldende kunst. De happeningachtige bijeenkomsten die hier plaatvinden geven inzicht in praktijken die niet makkelijk te categoriseren of thematiseren zijn, maar gelukzalig tussen en onder de gebaande paden door vloeien. Zoals ze het in Rotterdam zelf zeggen: ‘The ambiance is not that of a concert hall (black box) nor that of the gallery (white cube) but what we could term a ‘grey dome’; a twilight zone.

De klanken die de ruimte vulden waren hees en tegelijkertijd diep, snel en ook traag, kwamen van één en van alle kanten tegelijk

Jonáš Gruska's werk bij DE PLAYER

Deze bewering weerklinkt op de avond dat het impromptu karakter van DE PLAYER hetgeen is dat luchtgaatjes weet te boren in het omhulsel van een vóór en dóór kunstenaars event. De sprekers lieten meer twijfel toe door de heersende informele sfeer. En de afwezigheid van een rigide tijdsbewaarder liet praatjes soms voortkabbelen tot ze wat interessanter werden dan voorbedachte verhalen, of voortijdig wegebben als er weinig meer te zeggen viel.

Hoewel men zich, met gegronde redenen, kan storen aan de pretenties die gekoppeld zijn aan artistic reserach is dit de setting waarin pseudo-academische kunstprojecten hun tegenpool en weerslag vinden om vervolgens – zie Gruska – te kunnen uitgroeien tot hoogtepunten van biënnales en festivals. Als je wil weten wat er in de kunstwereld speelt, moet je eerst naar diens periferie – waar regels nog gebroken worden, fouten gemaakt durven worden en combinaties soms schuren – om te kijken welke overtreding een norm zou moeten worden.

Alle foto’s: Pieter Kers

Interfacing Inaudible Phenomena vond plaats op 28.11.2019 in DE PLAYER, Rotterdam

Lena van Tijen

is schrijver

Recente artikelen