metropolis m

Zico Albaiquni, Ruwatan Tanah Air Beta, Reciting Rites in its Sites (2019), in de tentoonstelling ‘On the Nature of Botanical Gardens’, gecureerd door Sadiah Boonstra, Framer Framed (2020). © Eva Broekema / Framer Framed

Het hervinden én zich verbinden met kennis van de natuur zoals die vóór de Nederlandse overheersing van Indonesië bestond: dat is een van de doelstellingen van de tentoonstelling On the Nature of Botanical Gardens in Framer Framed. Over de dekolonisatie van de tuin.

Er lijkt iets in de lucht te hangen. Enkele dagen voordat ik On the Nature of Botanical Gardens, Contemporary Indonesian Perspectives bij Framer Framed bezocht, gaf filmmaakster Laura Huertas Millan een lezing op de Nederlandse Filmacademie. Ze besprak hierbij onder andere de film Journey To A Land Otherwise Known (2011), dat (gedeeltelijk) hetzelfde thema bleek te behandelen: het dekoloniseren van botanische tuinen. Waar Millan zich richtte op de manier waarop de botanische tuin van Lille verbonden is met de kolonisatie van Latijns-Amerika, richt On the Nature of Botanical Gardens zich op de manier waarop botanische tuinen als ‘levende archieven’ van de Nederlandse overheersing van Indonesië fungeren. Negen Indonesische kunstenaars bieden middels video’s, installaties en schilderijen een waaier aan perspectieven. 

Een van de twee grote schilderijen die in de tentoonstelling te zien zijn is Zico Albuiquni’s Reciting Rites in its Sites (2019), waarop in felle kleuren een tuinachtig landschap te zien is met onder andere stenen, rijstmanden, een paviljoen, een cirkeldans en enkele ouderwets geklede figuren die rondhangen tussen grafzerken. De tentoonstellingstekst geeft aan dat het werk verschillende historische lagen van de Kebun Raya Bogor (in de koloniale tijd bekend als ’s Lands Plantentuin te Buitenzorg) toont. Zo zien we het Sundanese ruwatan reinigingsritueel dat in deze tuin wordt uitgevoerd, een standbeeld van Hindi godheid Nandi en de voormalige Nederlandse begraafplaats. Aangeplante bamboo zou er volgens de lokale spirituele gemeenschap voor zorgen dat de Nederlandse geesten gekalmeerd worden. Daarnaast blijkt het werk een commentaar op herman de vries’ tentoonstelling basic values, die in 2016 in Framer Framed te zien was. de vries toonde destijds verschillende soorten rijst als voorbeeld van de biologische weelde van Java. Hierbij ging hij echter voorbij aan het gegeven dat rijst in de Sundanese traditie een heilig goed is en baseerde hij zich op Nederlandse literatuur en fotoalbums uit de jaren vijftig die het romantische beeld dat veel Nederlanders van Indonesië hebben bevestigden, zo stelt Albaiquni. 

[blockquote]Meerdere werken maken met politieke gestes duidelijk dat de gevolgen van kolonialisme nog altijd
voortleven

Overzichtsfoto van de tentoonstelling On the Nature of Botanical Gardens, gecureerd door Sadiah Boonstra, Framer Framed (2020). © Eva Broekema / Framer Framed

Zico Albaiquni, detail Ruwatan Tanah Air Beta, Reciting Rites in its Sites (2019), in de tentoonstelling 'On the Nature of Botanical Gardens', gecureerd door Sadiah Boonstra, Framer Framed (2020). © Eva Broekema / Framer Framed

Elia Nurvista, Noble Savage Series #5 (2019), in de tentoonstelling On the Nature of Botanical Gardens, gecureerd door Sadiah Boonstra, Framer Framed (2020). © Eva Broekema / Framer Framed

Meerdere werken maken met politieke gestes duidelijk dat de gevolgen van kolonialisme nog altijd voortleven. Zo voegde Elia Nurvista kritische fruitstickers toe aan stillevens van Europese meesters om het voortdurende gebruik van het predicaat ‘exotisch’ te bevragen. Het schilderij Perken (2019) van Ipeh Nur verwijst naar de genocide in 1621 op de Bandanese bevolking door VOC gouverneur generaal Jan Pieterszoon Coen (wiens standbeeld in Hoorn nog altijd overeind staat). Aanleiding voor deze volkenmoord was de kostbare handel in nootmuskaat: Nur reageert hierop door de wortels van de bomen op haar schilderijen zich te laten voeden met afgehakte hoofden. De Nederlanders haalden destijds tot slaaf gemaakten vanuit alle uithoeken van de archipel en creëerden daarmee een culturele centrifuge die de identiteit van de huidige inwoners nog steeds bepaalt. 

Een van de doelstellingen van de tentoonstelling, in lijn met Walter Mignolo’s concept van decolonialty, is het hervinden én verbinden met de kennis van voor de koloniale tijd. Een werk dat dit duidelijk laat zien is de tweekanaalsvideo Spectacular Healing (2019) van het collectief Lifepatch. Hierin is te zien hoe met behulp van medicinale kruiden en genezingstechnieken, zoals die worden beschreven in de pustaha boeken die tijdens het kolonialisme van Sumatra naar Nederland en andere Europese landen zijn verscheept, hedendaagse kwaaltjes worden verholpen. Zo wordt er bijvoorbeeld met een koperen munt een ceroh-massage uitgevoerd tegen de koorts en een jamu-drank gemaakt tegen menstruatiepijnen, die door zowel man als vrouw gedronken kan worden.

Ipeh Nur, Perken (2019), in de tentoonstelling 'On the Nature of Botanical Gardens', gecureerd door Sadiah Boonstra, Framer Framed (2020). © Eva Broekema / Framer Framed

LIFEPATCH, Spectacular Healing (2019), in de tentoonstelling 'On the Nature of Botanical Gardens', gecureerd door Sadiah Boonstra, Framer Framed (2020). © Eva Broekema / Framer Framed

Het meest intrigerende werk van de tentoonstelling is voor mij Hortus (2014) van Edwin. In een ruimte afgeschermd door een gordijn en vergezeld door een bordje dat waarschuwt voor expliciet beeldmateriaal worden twee video’s naast elkaar afgespeeld. Beide zijn gemaakt met analoge zwart-wit film, waardoor de suggestie wordt gewekt dat ze uit dezelfde tijdsperiode afkomstig zijn. Op het rechterscherm zijn archiefbeelden te zien uit de tijd van de Nederlandse overheersing van Indonesië, afkomstig uit de collectie van het EYE Filmmuseum. We zien onder andere witte Nederlanders die worden bediend door Indonesiërs, (vermoedelijk) Balinese dansers die recht in de camera kijken, een vrouw achter een weefgetouw en schoolkinderen in uniformen die gymnastiek beoefenen. Ondertussen ontvouwt zich op het linkerscherm een amoureus verhaal. 

Een Nederlandse botanist met de naam ‘Jan’ – wiens lulligheid nog extra onderstreept wordt door zijn gestreken overhemd, brilletje en klepmuts – analyseert enkele planten en het noteert zijn bevindingen. Tussen de bladeren duikt een Indonesische vrouw op. Ze komt naast de botanist staan en plukt tot zijn ontsteltenis een bloem die ze in haar haren steekt. Ze nodigt de bioloog uit om een andere bloem te zien en gebiedt hem zijn ogen te sluiten en te knielen. Zodra hij zijn ogen open toont de vrouw hem haar vagina, waar een bloem in is gestoken. De bioloog ruikt aan de bloem maar krijgt van de vrouw ongevraagd een ‘golden shower’ zodra hij de bloem plukt. De vrouw kalmeert hem en spreidt haar rok uit over de vloer. Bij de daad neemt de vrouw wederom de leiding, laat de man op de grond liggen, gooit zijn benen in de lucht, duwt zijn penis naar achter en ‘neemt’ daardoor (in wat de accordeon-positie heet) als het ware de man. Een heteroseksuele vriendin die de tentoonstelling bezocht vertelde dat ze een nieuw standje had geleerd. 

De ironische scherpte van een werk als Hortus vormt een welkome aanvulling op de zwaarte waardoor het discours rondom dekolonialisme soms gekenmerkt wordt

Edwin, Hortus (2014), in de tentoonstelling 'On the Nature of Botanical Gardens', gecureerd door Sadiah Boonstra, Framer Framed (2020). © Eva Broekema / Framer Framed

Er zijn verschillende ongemakkelijke vragen die Hortus oproept. Naast de ervaring van het gezamenlijk kijken naar expliciete seks met vreemden – ik betrapte me erop dat ik al snel opzij keek om de reactie op hun gezichten te lezen – zijn er impliciete culturele conventies die zichtbaar worden. Zo roept de video bijvoorbeeld, bijna als een reflex, de vraag op of deze humoristische verbeelding van interraciale koloniale relaties mensen tegen de borst zal stuiten? Maar ook: hoe ziet het seksueel stereotype van de Indonesische vrouw in het Nederlands cultureel archief eruit? En weet Hortus dit stereotype te ondermijnen?

De grootste kracht van Hortus zit volgens mij in de manier waarop zij door middel van juxtapositie verwijst naar de absentie van archiefbeelden die de koloniale seksuele politiek tonen. Tegelijk met de copulatie op het linkerscherm zie ik op het rechterscherm een draaiend Indonesisch vrouwengezicht, een Indonesische man die in een boom klimt en kokosnoten plukt en een Nederlandse koloniaal die pluizige zaden uit een ovaalvormige schil pulkt. Die beelden ontlenen hun suggestieve kracht aan de expliciete seksscènes die links voorbij komen. Wanneer de film zich herhaalt, verkrijgen de archiefbeelden uit het begin van de film met terugwerkende kracht eveneens een dubbele lading. Het beeld van de Nederlanders die zich laten bedienen door Indonesiërs wordt onderdeel van het voorspel op het rechterscherm; in de zichtbaar ongelijke machtsverhoudingen wordt de impliciete erotiek getoond. 

De tentoonstelling toont de vruchten van dekolonisatie, in een tijd waarin discussies hierover geregeld hoog oplopen (zoals bijvoorbeeld recentelijk bij de naamswijziging van de ‘Gouden Eeuw’ naar ‘de zeventiende eeuw’ in het Amsterdam Museum). On the Nature of Botanical Gardens vertelt geschiedenissen die in ons onderwijssysteem vaak zijn weggemoffeld, maakt bewust van de grote maar ook nauwelijks waarneembare manieren waarop onderdrukking plaatsvond en nog altijd plaatsvindt en kan de bezoeker introduceren in andere kennissystemen – over de spiritualiteit die enkele werken willen aanspreken valt bijvoorbeeld nog veel meer te ontdekken. De ironische scherpte van een werk als Hortus vormt daarbij een welkome aanvulling op de zwaarte waar het discours rondom dekolonialisme soms door gekenmerkt wordt.

On the Nature of Botanical Gardens is nog t/m 26 april te zien in Framer Framed

VOLG METROPOLIS M OP INSTAGRAM: metropolism_mag

Jorik Amit Galama

is filmmaker en schrijver

Recente artikelen