metropolis m

Martin en Inge Riebeek, ‘Save Me From This Cold’ in Stedelijk Museum Breda, foto: Martin en Inge Riebeek

‘Wat is op dit moment de essentie van jouw leven?’ Met die vraag stappen Martin en Inge Riebeek al tien jaar af op mensen over de hele wereld. Videokunstproject The Essential telt inmiddels zeshonderd portretten, allemaal in één take opgenomen. Liza Voetman bezoekt de selectie van portretten die nu in Stedelijk Museum Breda te zien is, en spreekt de Riebeeks over oogcontact en échte ontmoetingen. 

De vraag of we in deze wereld eigenlijk nog écht contact met elkaar kunnen hebben, is terecht. Schrijver Bas Heijne stelde hem onlangs al in zijn essay Mens/Onmens (2020). Kunnen we nog écht aangeraakt worden door het zien of horen van een ‘ander’ via de alom aanwezige beelden op televisieschermen en socialmedia-kanalen? Voelen we eigenlijk nog wel als we horen en zien? We gaan daarna immers gewoon weer door met ons eigen leven. Écht contact, zo stellen ook de Riebeeks met hem, begint met oprechte ontmoetingen, met aanraken en aangeraakt worden. En dat is wat Martin en Inge Riebeek al jaren opzoeken. Geregeld maken zij afzonderlijke reizen van zesentwintig dagen, waarin ze oogcontact maken met een onbekend persoon in een onbekende straat en dit korte moment van contact inzetten om met diegene in gesprek te gaan. Het omvangrijke videoarchief van de Riebeeks stelt die ontmoeting wereldwijd centraal. Kijkend naar de portretten op een scherm zijn we getuige van het contact dat al heeft plaatsgevonden, maar dat tegelijkertijd nú voor onze eigen ogen plaatsvindt. 

De avond voor mijn bezoek aan Stedelijk Museum Breda onderga ik deze aanraking vanuit mijn eigen woonkamer. In het museum wordt een deel van de verzameling portretten gebruikt ter afwisseling van de vaste collectie. In een solotentoonstelling zijn daarnaast drie thematische series videoportretten t/m 23 augustus te zien in een speciaal voor deze tentoonstelling gemaakte totaalinstallatie.

[blockquote]Écht contact, zo stellen de Riebeeks, begint met oprechte ontmoetingen, met aanraken en aangeraakt worden

Ik speel een video van de serie The Times They Are a-Changin af. Op nog geen tweeëneenhalve meter afstand verschijnt er een vrouw in beeld. Ze staart me recht in mijn ogen aan en begint te vertellen: “Mijn naam is Alessandra Clemente. Ik ben 30 jaar. Ik ben geboren en woon in Napels.” Clemente staat voor een gesloten postloket in een karakteristieke Italiaanse straat. Toen zij tien jaar was, vertelt Clemente, ging haar moeder zoals doorgaans haar broertje ophalen van school. Zijzelf bleef thuis. Toen ze een hard geluid hoorde, had ze vanaf het balkon resoluut naar beneden gekeken. Daar lag haar moeder in een plas bloed. Met glinsterende ogen vertelt Clemente hoe haar moeder werd geraakt door een kogel in een gevecht tussen rivaliserende bendes van de georganiseerde misdaad. “Mijn moeder is een deel van mij. Zoals de kleur van mijn ogen en mijn huid”, terwijl een voorzichtige traan zonder gene uit haar linkerooghoek wordt weggestreken. “[…] Ik kreeg verlangen naar gerechtigheid. Ik werd advocaat. En vijf jaar geleden ben ik politica geworden. De georganiseerde misdaad die mijn moeder heeft gedood, komt voort uit de wanhoop van de zwakken. Politiek moet er zijn voor de kwetsbaren, niet voor wie al sterk is.” Naast natte wangen is er nu ook een krachtige glimlach op Clementes lippen verschenen, verdriet heeft in enkele minuten plaats gemaakt voor trots en vertrouwen. 

Martin en Inge Riebeek, 'Save Me From This Cold' in Stedelijk Museum Breda, foto: Peter Cox

Still van portret Alessandra Clemente in Napels, courtesy Martin en Inge Riebeek

Naast The Times They Are a-Changin, waarin de positie van de vrouw wordt aangekaart en waar Clementes portret deel van uitmaakt, is er ook een serie over het verlangen naar liefde en geborgenheid onder de noemer Save Me From This Cold én een losstaand portret over geloof en moraal, verheven op een podium met knipperende discolichtjes. Zoals altijd in The Essential zijn deze portretten vanuit eenzelfde kader opgenomen: een persoon loopt in zijn bekende habitat naar de camera toe, maakt oogcontact, blijft oogcontact maken en vertelt zijn of haar essentie. In één vloeiende take stelt hij of zij zich kwetsbaar op, emotie toelatend zonder dit de overhand te laten nemen. Daarna loopt hij weg uit beeld. Kijkend naar de videoportretten word je als toeschouwer onderdeel van het virtuele contact zonder fysiek nabij te zijn. Zelf had ik bijna weggekeken uit onbehagen voor de vragen die me overrompelden: ‘Wat is nu écht belangrijk in mijn leven, en waar wil ik mijn tijd aan besteden?’ 

Waar tien jaar geleden het tonen van interactieve video’s pur sang nog het antwoord van de Riebeeks was, onderzoeken zij in Save Me From This Cold de positie van portretten in een decor. Vertrekkend vanuit de collectie van het museum zijn historische archiefbeelden door de Riebeeks op twee manieren ingezet: als decorstukken in Save Me, en als interventies in de vaste collectie getiteld De Collectie x Martin en Inge Riebeek op de bovenverdieping van het gebouw. Voor Save Me is er gekozen voor één grote totaalinstallatie geclusterd in één museumzaal met paarsroze neonlicht, afkomstig van de tentoonstellingstitel aan de wand. ‘Save Me From This Cold’: een zin uit één van de video-opnames die luid wordt gezongen door een groep mannen in Nairobi. Onder de letterbuizen staan op een poederroze velletje twee neogotische beelden van Maria en Christus –  hun hart in vuur, hij gekleed in een rood gewaad. De beelden gelden voor de Riebeeks als metafoor voor de dualiteit van onvoorwaardelijke liefde, als manier om de grootsheid van het thema in de portretserie te onderstrepen en verleden en heden met elkaar te verbinden. Voor de beelden, op lichtroze lounge banken met goedkopen gouden bijzettafels, vraag ik de Riebeeks naar het tentoonstellingsdecor. Het heeft iets weg van een goedkope hotel lobby, een plek waar zij vele uren in doorbrengen. “We vinden de interactie tussen de omgeving en de film heel belangrijk”, vertelt Martin, en wijst op een grote muur aan de achterkant van het expositietoneel. Op de muur zijn protestuitspraken van vrouwen in The Times They Are a-Changin wandvullend uitvergroot: ‘I am not your dog’. Martin: “Mensen vallen op een bepaald moment in. En op het moment dat ze invallen, wil je dat ze gepakt worden. Dat ze blijven kijken.” 

Martin en Inge Riebeek, 'Save Me From This Cold' in Stedelijk Museum Breda, foto: Peter Cox

Martin en Inge Riebeek, 'Save Me From This Cold' in Stedelijk Museum Breda, foto: Peter Cox

Martin en Inge Riebeek, 'Save Me From This Cold' in Stedelijk Museum Breda, foto: Martin en Inge Riebeek

Naast de historische beelden en tekstquotes dragen ook autobanden, plasticstoelen en een ingedeukte auto als sokkel bij aan het tentoonstellingsdecor. De totaalinstallatie reflecteert de reizen die de Riebeeks gemaakt hebben, en dompelt de toeschouwer daarin onder. Geen witte muren met steriel licht, maar een oase van individuele statements die je één voor één geconcentreerd binnen kan laten komen. Het is juist de veelheid aan individuele kernen [‘essenties’] die de universaliteit van het drietal thema’s raakt. En ondanks dat de portretten in hun intimiteit je veelal bij de strot grijpen, is het juist de opstapeling en herhaling van deze individuele verhalen die The Essential voor een breed publiek toegankelijk maakt. Het laat beide kanten van het scherm – jij en de gefilmde ‘ander’ – zich verbonden voelen met de wereld. 

De totaalinstallatie reflecteert de reizen die de Riebeeks gemaakt hebben, en dompelt de toeschouwer daarin onder. Geen witte muren met steriel licht, maar een oase van individuele statements die je één voor één geconcentreerd binnen kan laten komen

Martin en Inge Riebeek, portret Josphat Gwaro Makori in Nairobi, podium in 'Save Me From This Cold' in Stedelijk Museum Breda, foto: Martin en Inge Riebeek

Tegenover Jezus en Maria neem ik plaats op één van de plastic tuinstoelen voor het podium, waar het verhaal van Josphut Gwaro Makori wordt uitgelicht. Het podium evenals de specifieke aandacht voor zijn portret plaatst zijn portret op een voetstuk. Lichtelijk afgeleid door de knipperlichten rondom concentreer ik me op Makori’s verhaal. Hij heeft een kerk geopend in Nairobi, om van zijn zonden verlost te kunnen zijn. Ik lees de titel van het werk op de muur tegenover me, Corpus Christi, refererend naar het collectiestuk van een Corpus-sculptuur uit de zeventiende eeuw. “Ik heb armen en benen afgehakt, voor geld”, vertelt Makori nu in de camera. In enkele minuten worden levensjaren samengevat. Het lijden van Christus, boetend voor zijn zonden, is door de Riebeeks aan Makori gerelateerd. Inmiddels is hij bekeerd. “Ik heb mijn leven [nu] aan God gegeven”, om gratie te verlenen, en om vrij te kunnen zijn. Kippenvel trekt langs mijn arm, het is lastig om met open blik naar Makori’s verleden als moordenaar en martelaar te kijken. 

De spanning ‘gepast’ versus ‘ongepast’ of ‘goed’ en ‘fout’ waar je als kunstenaar mee te maken krijgt met een project als The Essential gaat wat betreft de Riebeeks vaak gepaard met context. Kaders waarmee en vanuit waar zij werken, zoals in opdracht van de Rabobank of Aegon, doet beroep op een bewaking van autonomie: een zoektocht naar de gepaste omgang met een context.

“We moeten heel duidelijk maken: dit is kunst, dit is geen promo”, vertelt Inge. “De censuur die we voelen, dat voel je op de een of andere manier in onze hele samenleving. Als men zegt: ‘We leven in een vrij land’, dan denk ik: ‘Nee.’ Bankmedewerkers en prostituees willen wel praten, maar alleen anoniem. We merken dat mensen bang zijn voor hun carrière of hun reputatie. De mens is steeds meer een speelbal geworden van krachten die zich buiten hemzelf afspelen. Systemen, daar word je niet blij van. Van mensen wél. Die pit, die open ogen die je aanstaren. Dat contact wat je af en toe hebt duizend kilometer verderop, is soms intens. Er is zoveel dat we delen. Dat kunnen wij tonen aan de toeschouwer: dat wat ‘vreemd’ en ‘ver’ lijkt, is dat uiteindelijk niet”, besluit Inge.

Martin en Inge Riebeek, interventie in vaste collectie Stedelijk Museum Breda, portret van Hans Denele, foto: Martin en Inge Riebeek

Martin en Inge Riebeek, interventie in vaste collectie Stedelijk Museum Breda, portret van Misungui Bordelle, foto: Martin en Inge Riebeek

Op de bovenverdieping van het museum in De Collectie Martin en Inge Riebeek sta ik oog in oog met de Parijzenaar Hans Delene. Zijn portret is in dialoog met de Schedel Reliek geplaatst, een schilderij van duizend maagden die om religieuze redenen om het leven zijn gebracht. Denele heeft een hart voor theater, maar vermijdt het theater nu, zoals hij ook bars en concerten mijdt. Met ernst over zijn hele gelaat verhaalt hij zijn ervaring van de Bataclan aanslag. Hij heeft een afkeer voor lichaamswarmte van groepen mensen, welke hij nu niet meer kan verdragen. Vanuit een extreem religieuze beweging is bij hem de kogel in zijn schedel ingebracht. In een doodse plek, zonder mensen, luisteren we naar zijn woorden: “Ik voelde me dood te midden van de doden. […] Ik ontwijk luidruchtige, levendige en drukke plaatsen waar ik niet makkelijk aan kan ontsnappen.” Delene’s lijden nestelt zich in je eigen lijf. Enkele meters verderop viert de activistische slogan ‘Proud To Be a Slut’ op een ontbloot lichaam de vrijheid van seksualiteit. De bandbreedte van de wereld, als kader in een zoektocht naar essentie, wordt glashard. En ondanks dat Makori bij mij enige tegenzin wekte, leert de tentoonstelling dat we opnieuw kunnen luisteren. Niet iedereen is links progressief, en ook een rechts extremist blijkt aan het einde van de rit een aardige man, aldus de Riebeeks. Wanneer we iemand opnieuw in zijn ogen staren, diegene geluk, troost en gezondheid wensen, staren de ogen van Save Me From This Cold keihard terug. 

VOLG METROPOLIS M OOK OP INSTAGRAM

Save Me From This Cold in Stedelijk Museum Breda is te zien tot en met 23 augustus 2020, De Collectie x Martin en Inge Riebeek tot en met 14 maart 2021

Liza Voetman

is schrijver en kunstcriticus

Recente artikelen