metropolis m

Christian Roncea (i.s.m. Erika Peucelle)

Het heeft iets ironisch. Mag je na maanden thuiswerken eindelijk het huis uit en dan graaf je jezelf in, middenin het academiegebouw. Tudor Ulrich en Mischa Lind verzorgen een van de blikvangers op de Eindexamenexpositie van de KABK dit jaar met een vervreemdende zandinstallatie in een verloren hoek van het gebouw, op een piepkleine binnenplaats. Ze zijn er een week gaan graven en presenteren daar nu een ritualistisch aandoende installatie, die je via sleuven een kelderruimte invoert waar fakkels branden.

Er zitten elementen in van de uit zand opgetrokken tempels in Mali, maar ook van een sektarische underground, die in een mystieke sessie iets zit te bezweren. Bezoekers dalen wat huiverig af in het quasi heiligdom, om het vervolgens snel te verlaten. De kunstenaars zelf zijn er nog elke dag bezig, mede omdat ze elke dag aan de installatie een andere gedaante geven.

Mischa Land aan het werk in de installatie die hij samen met Tudor Ulrich maakte

Mischa Land & Tudor Ulrich

Even verderop beland ik in een pakkende film van Danny Choi, waarin de behoeftes van deze tijd krachtig worden samenvat in uptempo oneliners: Believe me, Help me, Hurt me, Save me, Touch me, N-O-W. Het werk in de vorm van een videogame, inclusief puberaal aandoende akelige monsters tegenover elegant vormgegeven momenten van rust, lijkt een roep om aandacht van iemand die iets te lang achter zijn computer opgesloten zat.

Danny Choi

De schreeuw om vrijheid speelt bij wel meer werken op dit eindexamen. Zo kun je de op de vloer getapete loopruimtes van Eva Sigurdardottir, als een bijna prototypisch product van de lockdown zien, met zijn opzichtige belemmering van de vrijheid die de kunstenaar dwingt tot het lopen van Bruce Nauman-achtige rondjes door de huiskamer, zoals op video te zien. Maar, als je wat verder dan het nieuws van de dag wil kijken, is het evengoed een commentaar op het kunstonderwijs, zijn behoefte aan het aanleren van vakkundige skills en het opleggen van bepaalde esthetische voorkeuren. Met wat goede wil kun je er zelfs de architectuur van de vrijmarkt in zien, de iconografie van een handelsziek volkje.

Dicht daarbij is een evenzo claustrofobische installatie van Nargas Mohammadi, gemaakt als eetbare sculptuur, als was het een huis van Hans en Grietje, dat, hoe deegachtig het oogt ook, niet werkelijk gegeten mag worden volgens de waarschuwingen die erbij zijn opgehangen.

Op Mohammadi’s website lees ik dat het werk verwijst naar een zoetige lekkernij uit Iran, halva, dat gegeten wordt op begrafenissen. Het werk, monumentaal met hoog opgetrokken wanden die de ruimte vernauwen, is een verdrietig werk. In de wanden tekent zich de herinnering aan een slaapkamer af; de architectuur ervan doet denken aan een steeg in een woestijndorp. Het vergankelijke werk van de Iraanse kunstenaar is op allerlei manieren vervuld van melancholie.

Eva Sigurdardottir

Narges Mohammadi

Dit examen telt bij Fine Arts veel bezonken aandoende installaties, die zijn bedacht ver weg van school, onder compleet andere omstandigheden, terwijl de studenten veelal thuis bij ouders of geliefden in alle landen van Europa de lockdown uitzaten en de inspiratie van hun klasgenoten moesten missen. Ik sprak dit jaar toevallig voorafgaand aan de eindexamens in juni met enkele studenten Fine Arts, waarbij ze het over hun werk hadden als was het studiejaar in maart beëindigd. Hoewel sommigen hardnekkig aan de gang gebleven zijn, onder provisorische omstandigheden, zaten anderen min of meer de tijd uit. Ze hielden zich voorlopig bezig met kleinere werken, zelfstudie en het voorzichtig maken van plannen.

Hier op deze eindpresentatie valt maar weinig van dat gat in de tijd te merken. De academie oogt als andere jaren, als een bruisende berg met kunst die ernaar snakt om ontdekt te worden. Het is een spektakel dat vooral wil uitdrukken dat je ermee moet oppassen alle kunst in deze tijd aan corona toe te schrijven. Er is gelukkig meer om over te reflecteren dan alleen die pandemie.

Het gaat ook om het vinden en formuleren van posities, definities van kunstenaarschap, zichzelf serieus, maar misschien ook niet te serieus te nemen. Een werk dat blijft hangen is dat van Christian Roncea, die een tweeledige installatie wijdt aan een harlekijnachtige geest. De werken verzamelen een veelheid aan stijlen, aan de rand van totale ongrijpbaarheid. Het plezier waarmee Roncea in deze politieke tijd de paljas in zichzelf blootlegt, biedt een prettige, subtiel gecultiveerde en licht-nostalgisch getoonzette relativering van de ernst waar veel kunst (op deze academie en elders in de kunstwereld) zich recentelijk mee opzadelt, bukkend onder een aan zichzelf opgelegde moraal. Roncea laat zien dat we er ons niet altijd in hoeven te laten meevoeren, de zwaarte van de tijd, maar dat het ook helpt de harlekijn in onszelf wat vaker de ruimte te geven. Ook dada bloeide op tijdens een wereldoorlog en een dramatische pandemie.

Graduation Show KABK Den Haag 9 t/m 13.9.2020. Meer info HIER

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen