metropolis m

Ghana ThinkTank x AiRich, foto: Les Adu

‘Als je vandaag zou sterven en één generatie later terugkeert, in welke wereld zou je dan geboren willen worden, ongeacht waar of wie je bent?’. In een samenwerkingstentoonstelling van Nest en CBK Zuidoost reageren kunstenaars uiteenlopend.

Eerst moet je vragen beantwoorden, voor je de deur van de installatie van AirRich in CBK Zuidoost door mag, voor je het futuristische paradijs van de kunstenaar uit de Bijlmer mag betreden. Richt je telefoontje op de QR-code aan de muur. Dan stelt het schermpje van je mobiel je vragen. Wat is hetvoordeel van de Bijlmer? Wat is je probleem met wit? Ik vul alles in, het algoritme schat zo in dat ik wit moet zijn. Ik krijg een opdracht mee: maak een film, als ik een zwart persoon in conflict met de politie zie. Ik beloof het plechtig. AiRich wil dat ik activist word, niet zomaar een omstander. Geen gekke vraag in een tijd dat regelmatig zwarte jonge mannen door politie worden vermoord, en niet alleen in Amerika. Alle beetjes helpen in een wereld als de onze. Dan krijg ik een code waarmee de deur opent.

Zilveren muren spiegelen me tegemoet. Alsof dat nog niet genoeg is, nog meer spiegels, met zwarte letters: ‘walk like you have 3000 ancestors walking behind you’. En: ‘we are Africans before we became everything else.’ In het midden een boom met takken, met bouten en moeren gerepareerd alsof het een cyborgboom is, de takken eindigend in futuristisch zilver. Symbolisch en helder: afkomst is onderbroken maar hersteld, om te eindigen in een glorievolle toekomst. AiRich’ bewoners van utopia, een jonge man, een jonge vrouw bevolken de ruimte, trots, maar met tranen van diamant, vingers en tenen groen, kartonnen uitsnedes als decorstukken. Het toekomstbeeld van AiRich’ Afropunk is hoopvol maar zonder het verleden te ontkennen.

Manon Braat, curator van de tentoonstelling A Fair Share of Utopia in zowel Nest Den Haag als in CBK Zuidoost, Amsterdam, vroeg kunstenaars van over de hele wereld hoe ze de wereld zouden willen aantreffen als ze ooit gereincarneerd zouden terugkomen. ‘What if we are all coming back’ had mensenrechtenadvocaat Michelle Alexander in de New York Times geschreven;  een gedachte-experiment uitgaande van die vraag. Goed idee, dacht Braat en richtte met NEST en CBK Zuidoost een expositie in. Kunstenaars afkomstig uit alle windstreken reageren er met hun werk op die vraag.

[blockquote]‘What if we are all coming back’ schreef mensenrechtenadvocaat Michelle Alexander in de New York Times. Goede vraag, dacht curator van de tentoonstelling Manon Braat 

Dat AiRich nu te zien is in de tentoonstelling A Fair Share of Utopia, is eigenlijk een gelukkig ongeluk. Vanwege corona konden veel kunstenaars niet uit het buitenland naar Nederland komen om er te werken en in te richten. Ze is er omdat de kunstenaars van Ghana Thinktank zelf verhinderd waren om de eigen installatie op te bouwen. En dus vormt AiRich het sluitstuk van hun installatie van beeldschermen. Ghana Thinktank is een collectief, dat overal ter wereld adviesgroepjes samenstelde, in Mexico, Syrië, Ghana en Marokko bijvoorbeeld, om de problemen van de westerling nu eens voorgoed op te lossen. Alledaagse, prozaische rijkeluisproblemen, zoals: ik word oud, de hond blaft zo hard, werden verzameld en voorgelegd. De antwoorden: in Mexico, in lage resolutie opgenomen beeld, komt het verwijt: in het westen zorgen ze niet voor hun ouderen. Maar meestentijds zijn de antwoorden heerlijk ludiek: noem de hard blaffende hond ‘Love’, bezoek je buren. De wereld praat terug, het westen kan ervan leren. 

Femke Herregraven, foto: Les Adu

Nastio Mosquito, foto: Les Adu

Claudia Martínez Garay, foto: Les Adu

In het CBK overheerst het verstand, het onderzoek, de wens om te debatteren. Hier vinden de zaken van het hoofd plaats. De video’s van Ghana ThinkTank doet denken aan al die studentenprotesten in de jaren zestig en zeventig, toen ook hard bezig om een betere wereld uit de grond te stampen. Bouwen aan utopia betekent nog steeds veel praten, veel vergaderen. Woorden zijn de bouwstenen van Utopia, in ieder geval in het CBK. Femke Herregraven schetst met flow charts, infographics en stemgeluid in haar onderzoeksproject Murmuring Tontines hoe informele verzekeringen uitkomst brengen in een ongelijke wereld. Ze buigt zich over de tontine, een verzekering ooit bedacht in de renaissance, veranderd in een sociale, collectieve verzekering. Hoopvol, omdat deze verzekering uit zelforganisatie voortkomt. 

Haar installatie raakt wat op de achtergrond, overdonderd door de woordenmacht van Nastio Mosquito. Hij kalkt ze op schoolborden, met krijt. Ze roepen, fluisteren en schreeuwen, vuig en lief, vol twijfel, woede en vergeving. Hij houdt van cavia’s, staat er te lezen. Kijk nog eens, en het woordje ‘gebakken’ blijkt ertussengeschoven. Mosquito maakt van het woord een wapen, choqueert, nee, wil verzoenen. Zijn Ghiz#2is een overdonderend schouwspel, dat de lucht uit de hele omgeving aanzuigt. Hij besprenkelde de vloer met indigo-blauw. De bezoekers lopen het door de hele ruimte: zo breidt zijn invloedssfeer verder uit, maar tegelijkertijd natuurlijk het beladen product van plantages en kolonialisme. En ook nu is het lastig: het gaat niet meer vanzelf uit de vloer. Tijdens mijn bezoek loopt er een sjieke directeur van een schoonmaakbedrijf in matchend blauw pak bedenkelijk naar de vloer te staren.

In het CBK overheerst het verstand, het onderzoek, de wens om te debatteren. Hier vinden de zaken van het hoofd plaats

Die blauwe zee aan kleurstof die de ruimte inneemt, doet denken aan het coronavirus. Net als Marianne Nicolsons animatie Blood on the Rocks, die verhaalt van een pokkenepidemie in British Columbia, aangejaagd door een Amerikaanse goudzoeker. Ze tekent een uittocht, de zieken en stervenden trekken weg, zo de dood verspreidend. Maar ze eindigt in een bloemenguirlande, walvis centraal als symbool voor voorspoed. Een kinderliedje in de taal van één tak van haar voorouders, Dzawada’enuxw First Nations, klinkt uit de koptelefoon. De oorspronkelijke bevolking stierf bijkans uit, als gevolg van de koloniale drang van de Europeanen. Nicolson ziet die drang als een Utopische zoektocht naar goederen en welvaart, vermeldt de zaaltekst. Utopieën kunnen schadelijke bijwerkingen hebben. Of de Europeanen in de negentiende eeuw dat problematisch vonden? Waarschijnlijk is dat te veel eer voor ze. Maar dat Nicolson daar meer dan honderd jaar later zo mild naar kan kijken, geeft hoop. Zomaar wegdromen over een mooie wereld zou te gemakkelijk zijn, alsof de ideale wereld niet stevig is geworteld in de onze. Een wereld zonder problemen bedenken, begint natuurlijk met het analyseren van de problemen die je liever kwijt dan rijk bent. Het is geen eenvoudige opdracht, daar in het CBK Zuidoost.

Raul Balai, foto: Lotte van Uittert

Müge Yilmaz, foto: Lotte van Uittert

Maar wie met het licht in de ogen, dankzij AiRich, naar Nest afreist, vindt er vrolijker kunst. Raul Balai bouwde in een grot van dozen- mooie entreeboogjes waardoor je naar binnen kunt- een altaar voor bezorgende jeugd van tegenwoordig: een bebaarde jongere, een meisje met mondkapje, een jonge man, alle met een doos in de hand. Je mag er een kaarsje bij branden. Aan het plafond pontificiaal een pizzadoos, de partjes zijn al aangegeven. De heiligen van het consumentisme van vandaag zie je elke dag op straat. Nu zijn ze nog ondergewaardeerd en onderbetaald, later zullen ze aanbeden worden. Het is een blijmoedige installatie, maar tegelijkertijd niet minder kritisch op hoe in deze samenleving nog altijd gediscrimineerd wordt. Denk aan die jongeren met een Arabische naam die geen stageplek krijgen, bij voorbaat afgewezen. Zij zijn degenen die belanden in bezorgbaantjes. 

Wie met het licht in de ogen, dankzij AiRich, naar Nest afreist, vindt er vrolijker kunst, die tegelijkertijd niet minder kritisch is op hoe in deze samenleving nog altijd gediscrimineerd wordt

De kunstenaars in NEST dromen over Utopia als een plek waar het goed toeven is, als een nieuwe wereld beter dan die van ons, maar niet heel anders. Müge Yilmaz bouwde een tempel, niet te hoog, knus. Je kunt erin kruipen. Elke drager, boomstammen gekregen van de Haagse plantsoenendienst, is een eerbetoon aan milieuactivisten, feministen. Niet heel letterlijk, maar in de beeldtaal van oeroude religies, waarvan er tenminste een wonderbaarlijk genoeg cd-tjes kent: ze sieren een van de stammen. Het is er goed toeven. Net zo aanlokkelijk is het schilderij van Simphiwe Ndzube. Boven een tweestromenland vliegt een tweekoppige fenix. De droomwereld strekt zich verder uit in de zalen van Nest. Vreemdsoortige menspersonen, vrouwen die ook man kunnen zijn, dreadlocks en gekke grote witte voeten in het zand, met maar vier disneytenen. Zie hier de toekomstige mens, als een surreëel ontregelend wezen dat man of vrouw kan zijn, wit en zwart. Ze zijn voorbij de kenmerken en de hokjes. Ze surfen op een golfplaten dak dat in de ruimte hangt. Zo’n dak associeer je met shanty towns, maar nu vlieg je er zo mee weg. Maar dat de voeten van een van de figuren ferm is bevestigd met kopspijkers, oogt verre van gelukzalig. 

Simphiwe Ndzube, foto: Lotte van Uittert

Brook Andrew, foto: Lotte van Uittert

Nee, Utopia bereik je niet zonder slag of stoot. Er bestaat geen easy way out. Brook Andrew goot op een groot filmscherm fragmenten samen, beeld-in-beeld. Van Black Lives Matter protesten, van standbeelden die worden neergehaald, van een wetenschapper die uitlegt hoe de aboriginal gemeenschap zich mengt in de discussie over stoffelijke resten van voorouders in musea en de teruggave daarvan, doorsneden met beelden van de film Jedda uit 1955 van twee jongeren van Aboriginal afkomst, die uiteindelijk te gronde gaan. Ze zoeken elkaar op, het meisje op zoek naar haar afkomst, de jongen worstelend met een vreemdsoortig gevoel van tragische voorbestemdheid. Andrews filmbeeldenburst maakt de spoken van het koloniale denken zichtbaar: er is verzet, er is aanpassing en berusting. Andrews mix lijkt wel een orakel: je kunt erin zien wat je wilt. Maar buiten kijf staat dat het verzet tegen racisme nog lang te gaan heeft. Als een olietanker zo traag verandert de mensheid van koers. Dus de druk mag erop. AiRich geeft alvast concrete opdrachten. Utopia is complex, en soms nogal gevaarlijk, leert A Fair Share of Utopia. Maar bij gebrek aan beter, moeten we toch maar de handen uit de mouwen steken. Ik zorg in ieder geval voor genoeg energie in mijn telefoon om te kunnen filmen, mocht dat nodig zijn.

A Fair Share of Utopia is nog t/m 3 november te zien in Nest Den Haag en CBK Zuidoost, Amsterdam. 

Met in Nest Den Haag: Brook Andrew,Raul Balai, Simphiwe Ndzube,Müge Yilmaz, en in CBK Zuidoost: Claudia Martínez Garay,Femke Herregraven, Ghana ThinkTank x AiRich, Nástio Mosquito, Marianne Nicolson.

 

Machteld Leij

is kunstcriticus

Recente artikelen