metropolis m

Matthias Weischer, Spalt (Gab): 2013, 45 x 40 cm, olieverf op canvas, The Ekard Collection

De expressiemogelijkheden van de figuratieve schilderkunst zijn nog lang niet uitgeput, zo geloven kunstenaars van de Neue Leipziger Schule. Een van hen, Matthias Weischer, heeft zich volledig toegelegd op het interieur, een genre dat in tijden van thuiswerken en verplichte quarantaine een nieuwe lading krijgt. 

De Neue Leipziger Schule heeft haar wortels in het communistische tijdperk, een erfenis die zich bij sommige leden uit in een ironische hantering van de sociaal-realistische stijl. In het geval van kunstenaar Matthias Weischer komt die geschiedenis vooral naar voren in zijn gebruik van raadselachtige elementen en verwijzingen – ook het werk van kunstenaars ten tijde van de DDR wemelde hiervan, destijds in een poging de censuur te omzeilen. Weischer heeft zich als een van de weinige Leipziger schilders toegelegd op het interieur. Toch is hij er niet op uit realistische, huiselijke tafereeltjes à la Johannes Vermeer of Pieter de Hooch te scheppen. Zijn kleurrijke, verlaten kamers doen eerder denken aan theaterpodia waar zojuist de laatste scène plaatsgevonden heeft. De personages zijn verdwenen; er resteren nog slechts meubels, spiegels, vazen, een set speelkaarten of een uitgeschopt schoentje in de hoek.

In het Drents Museum is nu zijn expositie Bühne geopend, de tweede grote overzichtstentoonstelling in Nederland. Sinds het vorige overzicht in het Haags Gemeentemuseum in 2008 heeft Weischer een zichtbare ontwikkeling doorgemaakt. Zijn kleurgebruik is lichter, zijn composities zijn verstilder en leger en zijn penseelstreek is pasteuzer en spontaner. Het Drents Museum heeft de schilderijen opgesteld in de Abdijkerk, een eeuwenoude ruimte van bescheiden omvang en een serene sfeer die uitstekend bij Weischers oeuvre past.

[blockquote]De kleurrijke, verlaten kamers doen denken aan theaterpodia waar zojuist de laatste scène plaatsgevonden heeft. De personages zijn verdwenen; er resteren nog slechts meubels, spiegels, vazen, een set speelkaarten of een uitgeschopt schoentje in de hoek

Matthias Weischer, Stage, 2020, olieverf op canvas, particuliere collectie, courtesy of the Artist and GRIMM Amsterdam

New York

Zaaloverzicht Matthias Weischer - Bühne bij Drents Museum, foto: Sake Elzinga

De expositie begint op de eerste verdieping van de Abdijkerk, waar in de hoek een klein houten kamertje is opgebouwd met felroze wanden, vintage stoeltjes en een Matisse-achtig patroon op een strook behang. Dit ‘podium’ is afkomstig uit Weischers atelier in Leipzig en vormt een hulpmiddel voor de kunstenaar om composities uit te proberen, die hij vervolgens naar zijn doeken overzet. De zaaltekst suggereert dat de bezoekers, die plaats mogen nemen op het podium, op die manier ‘zelf onderdeel van een Weischer-schilderij’ kunnen worden. Maar wie zich eenmaal in de expositie ondergedompeld heeft, zal vooral verrast zijn dat Weischers sfeervolle, half geabstraheerde schilderijen gebaseerd zijn op zo’n banaal en krakkemikkig kamertje.

Bij Matthias Weischer is een interieur altijd tegelijk méér en minder dan een interieur. Méér, omdat juist datgene wat je niet ziet centraal lijkt te staan. Minder, omdat de kunstenaar steeds de naïeve illusie doorbreekt dat we naar een werkelijk interieur kijken

Bij Matthias Weischer is een interieur altijd tegelijk méér en minder dan een interieur. Méér, omdat juist datgene wat je niet ziet – de mensen die de kamer hebben verlaten; de werkelijkheid achter de muren – centraal lijkt te staan. Minder, omdat de kunstenaar steeds de naïeve, door hemzelf opgeroepen illusie doorbreekt dat we naar een werkelijk interieur kijken. Niet-weggewerkte rasterlijnen, kleurenstalen en een grote nadruk op de materialiteit van de verf maken dat Weischers werkproces zelf, en het geconstrueerde karakter van het tafereel, naar voren komen. Dat zie je al in vroege schilderijen zoals Bühne (2003), waaraan de expositie haar titel ontleent. Dit drukke, felgekleurde doek toont de brokstukken van een interieur tegen de achtergrond van een oerwoudachtig landschap, waarbij gaten in de vloer vallen en pilaren door de ruimte zweven. Het vormt een van de weinige in de expositie vertegenwoordigde voorbeelden van Weischers vroege, barokke stijl waarmee hij internationaal is doorgebroken, en waarin hyperrealistische precisie en surrealistische vervreemding hand in hand gaan.

Matthias Weischer, Bulb, 2020, olieverf op canvas, collectie Drents Museum verworven dankzij steun van de Stichting Vrienden van het Drents Museum

Matthias Weischer Bühne: 2003, 200 x 280 cm, olieverf op canvas, Hildebrand Collection, Leipzig

Op de begane grond van de Abdijkerk hangen vooral recente schilderijen van Weischer, waarvan negen uit 2020. In zijn vroege werken experimenteerde hij er soms al mee, maar in dit gedeelte van zijn oeuvre zie je pas echt die typische pasteuze Weischer-penseelstreek. Verf is over de doeken uitgesmeerd alsof het deeg is en steekt – in slierten en rafels – aan de randen uit, wat de suggestie wekt dat het interieur doorloopt buiten het schilderij. Het kost me veel moeite om niet stiekem even met mijn hand langs de randen van Spalt en Sherbe te strelen, twee geabstraheerde interieurs uit 2013 waarbij de verf met een korstmosachtige textuur op de wanden is aangebracht. Twee muren, een vloer en een strookje licht dat tussen die wanden door valt blijken hier voldoende om een gevoel van ruimtelijkheid en diepte op te roepen. De wanden hebben weliswaar één hoofdkleur, roze en groen, maar doordat er talloze andere felle kleurtjes – geel, oranje, blauw – overheen gespikkeld zijn, lijkt het alsof de veelkleurige buitenwereld door de monochrome muren heen probeert te breken.

Matthias Weischer, Scherbe (Shard): 2013, 50 x 40 cm, olieverf op canvas, Courtesy de kunstenaar en GRIMM Amsterdam

New York

Het Drents Museum heeft een van de schilderijen uit de expositie aangekocht: Bulb (2020), een retro-interieur waarin die typisch oranjebruine tint uit de jaren tachtig domineert. Fascinerend is hoe Weischer de kieren tussen de wanden heeft weggeschraapt, zodat onderliggende verflagen in frissere kleuren naar boven breken. Ook het witgele licht van de schemerlamp is het resultaat van het wegkrabben van verf, waardoor het schilderij aan diepte wint en je opnieuw het gevoel krijgt dat er een kleurrijke, verborgen dimensie achter de donkere muren schuilgaat. Het lege tekstballonnetje dat pontificaal in de kamer zweeft en uit de beeldtaal van de strip afkomstig is, vormt een typisch Weischer-element: enerzijds doorbreekt het ieder naïef realisme en is het een knipoog van de kunstenaar naar de kijker. Maar tegelijk geeft het een zweem van mysterie en mogelijkheid aan het schilderij, doordat het verwijst naar onzichtbare mensen en naar alle gesprekken die in deze ruimte zijn gevoerd en nog gevoerd zouden kunnen worden. Platheid en diepte gaan bij Weischer, kortom, hand in hand. Het Drents Museum is erin geslaagd beide kanten zichtbaar te maken en een oogstrelend overzicht te bieden van een kunstenaar die het ogenschijnlijk stoffige, ouderwetse genre van het interieur nieuw leven inblaast.

Matthias Weischer – Bühne is nog t/m 28 maart 2021 te zien in het Drents Museum

Myrthe Meester

is filosoof en publicist

Recente artikelen