metropolis m

Still uit de virtuele tour door de expo: werk van Ajla R. Steinvåg

De tentoonstelling is nu alleen virtueel te bezoeken (zeker even proberen, zeer de moeite waard), maar Jorne Vriens ging al eerder kijken. Hij bezocht Bodywork in het Van Abbemuseum toen het nog kon, en beschrijft de – hier en daar absurde – lichamelijke maakbaarheid die de werken onder de loep nemen.

Positions, zo heet de jaarlijkse groepstentoonstelling waarin het Van Abbemuseum vijf kunstenaars uitnodigt om met hun werk positie in te nemen wat betreft een thema dat is gekozen door de curatoren. Deze zesde editie is dat ‘bodywork’. Hierbij gaat het vooral om het lichaam als cultuurobject en de maakbaarheid ervan die de geselecteerde kunstenaars moet verbinden. Bij Laure Prouvost bijvoorbeeld is meteen duidelijk dat zij het lichaam als een minstens even belangrijke bron van kennis wil presenteren als de traditionele rol die de ratio krijgt in het leerproces. Navine G. Khan-Dossos en Ajla R. Steinvåg geven op hun beurt aandacht aan de omgang met lichamen uit de recente geschiedenis. Alleen bij het werk van Praneet Soi komt het thema niet zo letterlijk tot uiting.   

Zach Blas verhoudt zich – heel slim – tot het lichamelijke door het over precies het tegenovergestelde te hebben, namelijk het transcendentale. In de eerste zaal op de route liggen ingewikkelde symmetrische vormen op de grond en straalt aan de wand in groen neon een al even moeilijk te vatten symbool. De sfeer is alsof na het uitvoeren van een ritueel de sekteleden net zijn vertrokken. Dat komt mede door de vervormde muziek waarin soms de stem van Jim Morrison is te herkennen. De zanger van The Doors werd -zo blijkt uit de zaaltekst- ’the lizard king’ genoemd. De algehele sfeer van de zaal is even trippy als de zinsbegoochelend goed geanimeerde hagedis die over de zes projectieschermen kruipt. 

[blockquote]Zach Blas verhoudt zich – heel slim – tot het lichamelijke door het over precies het tegenovergestelde te hebben, namelijk het transcendentale

Zach Blas, Positions 6 Bodywork, 2020-2021_Van Abbemuseum Eindhoven. Foto Peter Cox

Praneet Soi, Positions 6 Bodywork_2020 2021_Van Abbemuseum Eindhoven. Foto Peter Cox 

Toch draait het niet om Timothy Learys slogan ‘Turn on, Tune in, Drop out’. Centraal staat namelijk een vitrine vol potjes die volgens de aanprijzingen op de verpakking net hallucinerend genoeg zijn om geïnspireerd aan het werk te gaan. Niets verzet tegen het schoolsysteem of de heersende klasse; gewoon werken. Dit is niet de tegencultuur uit de jaren zestig, dit is de competitieve kenniseconomie anno nu. Het doet denken aan de tentoonstelling California: Designing Freedom, ontwikkeld door het Design Museum London en twee jaar geleden te zien in Den Bosch, waar de transformatie werd gevolgd van een spirituele hippiecultuur naar de hardkapitalistische efficiëntie van de techreuzen uit Silicon Valley. Blas laat het bestaan van die productiviteitsverhogende tripmiddelen knap functioneren als een duiding van onze tijd. Het contrast is groot tussen de drugs als spirituele stimuli en een pepmiddel om zielloos productief te kunnen zijn. 

Een zaal verder is goed voorstelbaar hoe Praneet Soi bij het onderwerp van zijn artistiek onderzoek kwam. Want een kunstenaar die zich eerder heeft verdiept in arbeidsomstandigheden (Notes on Labour, 2008 – heden) en uit wiens hele oeuvre een interesse blijkt in lokale geschiedenis, komt voor een tentoonstelling in Eindhoven haast vanzelfsprekend uit bij Philips. Het werk Centurion gaat dan ook over de gelijknamige afslankkuur die directeur Jan Timmer het elektronicaconcern oplegde in de jaren 90. Eindhoven, een dorp dat zich dankzij de groei van Philips stad kon gaan noemen, verloor daarmee tienduizenden arbeidsplaatsen. Bijna tegelijkertijd verdwenen bij DAF veel banen. In de regio ging het dus ronduit slecht. Althans, economisch gezien, het is een morele verplichting hier te melden dat PSV dat decennium vier keer landskampioen werd. 

De vierkante tekeningen die de breedte van een zaalwand beslaan, tonen de omgeving van het Philips Stadion met de arbeiderswijk die in de schaduw van het complex ligt. Soi laat hiermee de verwevenheid van het concern met de stad zien. Destijds kwam de genadeklap toen de volgende topman Cor Boonstra besloot het hoofdkantoor naar Amsterdam te verplaatsen. Momenteel kun je zonder meer stellen dat het met Eindhoven beter gaat dan met Philips. Nu is de regio vooral gezegend met het afstoten van ASML, waar Timmer in ’95 een begin mee maakte, want de chipfabrikant is de aanjager van de high-techsector. Dat zal voor iedereen duidelijk zijn die het museum bezoekt. Misschien is dat de reden waarom Soi’s analyse van de ontslagen niet aankomt. In de volgende zaal wordt het er niet beter op. De kunstenaar bezocht in 2019 Palestijnse boerderijen en fabrieken om te onderzoeken wat het betekent om in een conflictgebied te werken. Hierover heeft de kunstenaar allicht iets urgents te melden maar de handgeschreven notities die hij schreef zijn erg moeilijk leesbaar.

Still uit de virtuele tour door de expo: Praneet Soi geeft toelichting bij zijn werk

Still uit de virtuele tour door de expo: Navine G. Khan-Dossos geeft toelichting bij haar werk

Navine G. Khan-Dossos__Positions 6 Bodywork_2020 2021_Van Abbemuseum Eindhoven. Foto Peter Cox 

Navine G. Khan-Dossos bracht honderd muurschilderingen aan, elk 1 bij 1 meter groot, die door geometrische opbouw en rijke kleuren doen denken aan een arabesk. Omdat er bijna geen figuratieve elementen zijn te zien komt een vlak gevuld met objecten die wél herkenbaar zijn –  zoals een patroon van gekruiste kromzwaarden, extra krachtig over. Het liefst zou ik zo’n vlak geïsoleerd zien om de zorgvuldig aangebrachte gouache goed te kunnen bekijken maar door de wandvullende herhaling is concentratie moeilijk. Over het algemeen zijn er herkenbare symbolen te zien, zoals die voor Wifi, e-mail, WhatsApp en de Turkse lire.

De kromzwaarden in de muurschilderingen verwijzen naar journalist Jamal Khashoggi die op 2 oktober 2018 werd vermoord in de Saoedische ambassade te Istanbul

En de kromzwaarden dus, onderdeel van het officiële embleem van Saudi-Arabië. In de symbolenwereld van Khan-Dhossos is dat de verwijzing naar journalist Jamal Khashoggi die op 2 oktober 2018 werd vermoord in de Saoedische ambassade te Istanbul. Een gruwelijke gebeurtenis die nog redelijk vers in het geheugen zit maar waartoe de kunstenaar de bezoeker toch uitnodigt om over te lezen op twee computers die midden op zaal staan opgesteld. Deze zijn onderdeel van werkplekken die rechtstreeks uit het kantoor van het museum lijken te komen, met als gevolg dat de wandschilderingen helaas nog meer een decor worden. 

Op de webpagina’s die de kunstenaar presenteert is zeer uitvoerig geïndexeerd hoe ze elk van de honderd patronen heeft samengesteld aan de hand van specifieke nieuwsberichten, waaronder de pijnlijk lege column die Khashoggi niet meer kon schrijven. Ruim twee jaar na dato is met het verschijnen van een onderzoek door de Verenigde Naties bekend dat de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman opdracht gaf de dissident te vermoorden. De meest recente nieuwsberichten in het online archief van de kunstenaar werpen een nieuw licht op de zaak, deze gaan over de rol van een Israëlisch spionagebedrijf dat een veiligheidslek in WhatsApp gebruikte om anderen, waaronder journalisten en criticasters van het regime, af te luisteren. Dat is leerzaam. Toch is de zaak zo gruwelijk dat de vraag rijst wat de kunstenaar wil met deze installatie anders dan het zorgvuldig verzamelen van reacties in de media op een centrale plek. Je zou een oproep of anderszins een conclusie verwachten van iemand die zich zo intensief met dit onderwerp heeft beziggehouden. Zeker als je leest hoe de weduwe van Khashoggi, Hatice Cengiz, recent felle kritiek uitte op Westerse democratieën die Saudi-Arabië nauwelijks sancties oplegden na de moord. 

Als titel kan ‘Bodyworks’ gelezen worden als wrang understatement voor het martelen van Khasshoggi. Even bloedig is de bijnaam van Jan Timmer, die vanwege zijn organisatorische uitbeenwerk ‘De Slager’ werd genoemd. Toch weet Ajla R. Steinvåg in deze tentoonstelling nog luguberder werk te presenteren. 

Ajla R. Steinvåg weet in deze tentoonstelling nog luguberder werk te presenteren

Still uit de virtuele tour door de expo: werk van Ajla R. Steinvåg

Ajla R. Steinvag__Positions 6 Bodywork_2020 2021_Van Abbemuseum Eindhoven. Foto Peter Cox 

Ajla R. Steinvag, 'Investigation of the Solid State', 2017, serie sculpturen voor 'Homeostatic Tension installation'. Foto: Ajla R. Steinvag

Zij plaatste twee poppen in de laatste zalen, waaraan te zien valt dat ze dezelfde arts of chirurg uitbeelden en die de ene keer onderuit is gezakt tegen de muur en in de volgende zaal versuft op een krat zit. Wat betreft hyperrealisme doen deze poppen denken aan de beelden van Ron Mueck. De werkelijkheid is hier tragisch, het betreft namelijk de dokter Michael Mastromarino die een illegale handel dreef door lichaamsonderdelen uit lijken te roven om deze als transplantatiemateriaal te verkopen – naast de ethische schande met alle gezondheidsrisico’s van dien. Op zaal zijn gipsmodellen te zien van menselijke beenderen, waaraan een stuk pvc-buizen aan vast zijn gemaakt. Dit was blijkbaar ook in werkelijkheid de gebruikte methode om te verhullen dat een bot in een lichaam ontbrak. Aan de muur hangen advertenties van farmaceuten die hun pijnstillers aanprijzen. Mastromarino was verslaafd aan deze pijnstillers en zo treffen we hem hier ook aan: versuft nadat hij zichzelf heeft geïnjecteerd. 

Theoreticus en blogger Mark Fisher bedacht de term ‘kapitalistisch realisme’ om duidelijk te maken dat er geen ander systeem denkbaar is. Hier is weliswaar een andere realiteit voorstelbaar waarin Mastromarino niet verslaafd was geraakt en niet roofde uit een mortuarium. Moeilijker wordt het een systeem voor te stellen waarin (hooggeplaatstse) medewerkers van farmaceuten aansprakelijk worden gehouden voor het op de markt brengen van verslavende pijnstillers. Bedrijven komen makkelijker weg met misdaden dan mensen van vlees en bloed. Steinvåg weet die ongelijkheid bijna tastbaar te maken. De advertenties blijven hun boodschap uitdragen (Sedation you can rely on!) terwijl de rest van de zaal de desastreuze gevolgen toont.

Het werk van Laure Prouvost is het hoogtepunt van deze editie van Positions. Zij vulde haar eerste zaal op de route met strandzand en plaatste daarin (al te) alledaagse voorwerpen zoals een mondkapje vervaardigd uit Venetiaans glas. Nog meer dan een strandvakantie is het werk van een Prouvost een vertrek van het alledaagse. Ze maakt een nieuwe wereld waarvan al een glimp te zien was in de tweede zaal, waar een wandkleed hangt met waarin een absurdistisch tekensysteem is geweven. Een flamingo betekent er ‘angry’, een nagelborstel ‘i’m exited’ (sic). Het is de bedoeling te ont-leren of -om de daad bij het woord te voegen en de Frans-Engelse verbastering aan te halen die Prouvost gebruikte voor een videowerk uit 2017- vergeet wat je weet en dit-learn. Misschien is het de statige uitstraling die het wandkleed verleent aan deze lexicon die ervoor zorgt dat de grappige woord-ding combinaties niet eens zo naïef overkomt. Waarom noemen we de dingen inderdaad zo?

Het is Prouvosts herinnering aan een kindertijd die de aandacht van het denken naar het lichaam weet te verplaatsen en die spelenderwijs het thema van deze editie het best weet te verdiepen

Laure Prouvost, 'Dit learn', 2017, still. Collectie Van Abbemuseum Eindhoven

Laure Prouvost__Positions 6 Bodywork_2020 2021_Van Abbemuseum Eindhoven. Foto Peter Cox 

Laure Prouvost__Positions 6 Bodywork_2020 2021_Van Abbemuseum Eindhoven. Foto Peter Cox 

Welwillendheid wordt misschien ook gewekt -bij mij althans- door de overzichtstentoonstelling die het Antwerpse MuHKA in 2019 toonde en het werk waarmee Prouvost in datzelfde jaar Frankrijk vertegenwoordigde op de Biënnale van Venetië; dat was een indrukwekkende kennismaking met haar werk. In Nederland was al wel eerder werk van haar te zien (in Rotterdam als onderdeel van filmfestival IFFR en bij wat voorheen Witte de With heette) maar nog niet eerder zo uitgebreid. Het nieuwe videowerk dat te zien is na een ommetje door het strandzand stelt dan ook niet teleur als een toevoeging op de toch al eigenzinnige wereld die uit haar oeuvre opdoemt. Omdat de film zelf op geen enkel moment de normaliteit opdringt, ontstaat er speelruimte waarin ieder eigenzinnigheid geaccepteerd is. Wat overblijft is spel waarbij kinderlijk afgaan op gevoel de norm is. Het is deze herinnering aan een kindertijd die de aandacht van het denken naar het lichaam weet te verplaatsen en die spelenderwijs het thema van deze editie het best weet te verdiepen.

De virtuele tour door Bodywork is hier te bezoeken: https://vanabbemuseum.nl/onderzoek/uitgelichte-projecten/virtuele-tour-bodywork/

Jorne Vriens

is kunsthistoricus

Recente artikelen