metropolis m

Stine Deja & Marie Munk, Synthetic Seduction (2018). Videostill van Stine Deja: Foreigner (2018), te zien bij MU Hybrid Art House

De emotionele kloof tussen mens en machine opmeten en waar mogelijk dichten: dat is de verwachtingsvolle opzet van Real Feelings bij MU in Eindhoven. Lena van Tijen ging in de tentoonstelling op zoek naar de verrassing en vervreemding die daarvoor vereist zijn.

Real Feelings bij MU in Eindhoven is te bekijken als een sciencefiction kaskraker, een film waarvoor de verwachtingen hooggespannen zijn maar de uitwerking vaak te wensen overlaat. De opzet van de tentoonstelling – de emotionele kloof tussen mens en machine opmeten en waar mogelijk dichten – belooft een goed verhaal. In praktijk blijkt de esthetiek van de meeste werken van de twintig bij elkaar gebrachte kunstenaars te vertrouwd om daadwerkelijk te verrassen. Toch weten een paar kunstenaars vanuit een theoretische invalshoek de sciencefiction algemeenheden achter zich te laten. Door de bekende sf-stijlfiguren te omzeilen weten ze verfrissende werken neer te zetten die technologie niet proberen te vermenselijken maar juist aantonen hoe de mens vervreemd is geraakt van zichzelf.

Een van de hoogtepunten bevindt zich gelijk aan het begin van de tentoonstelling: de twee werken van Coralie Vogelaar Infinite Posture Dataset (2020) en Facial Action Coding (2018). Het eerstgenoemde werk bestaat uit een televisiescherm dat heen en weer wiegt tussen twee metalen stangen. Op het scherm is een wezen te zien met een gezichtsverhullend masker en een bodysuit aan die wegvalt tegen diens huidskleur. Over het lichaam en hoofd lopen verticale witte strepen die doen denken aan ducttape. Het wezen voert een interpretatieve dans uit. Het wiegen van het scherm wordt bepaald door een gadget die de lichaamstaal van de danser omzet in beweging. De vraag die Vogelaar met het werk opwerpt is of de gebruikte technologie de emotioneel beladen bewegingen ook kan duiden als de primaire drager van gevoel – het gezicht – voor het algoritme verborgen blijft. 

[blockquote]Vogelaar laat sporen van een software zien die emoties herkent en ze zodoende reduceert tot een set van slechts zes aangeleerde gevoelens; geluk, verdriet, woede, verbazing, angst en afkeer

Coralie Vogelaar, Facial Action Coding System (2018), te zien bij MU Hybrid Art House 

Coralie Vogelaar, Infinite Posture Dataset (2020), te zien bij MU Hybrid Art House

Het andere werk, Facial Action Coding, is een foto van een gezicht tegen een blauwe achtergrond, afgedrukt op plexiglas. Op het portret zijn pijlen getrokken die doen denken aan de stippellijntjes die een dokter aanbrengt in aanloop naar een facelift. De tekens blijken de sporen van een software die emoties herkent en ze zodoende reduceert tot een set van slechts zes aangeleerde gevoelens; geluk, verdriet, woede, verbazing, angst en afkeer. Het werk toont aan dat deze technologie de complexiteit van menselijke emoties rijkelijk onderschat. Het gezicht alleen al kent tweeënveertig spieren die al bij de meest minuscule vertrekking een tegenovergesteld sentiment kunnen uitdragen dan een seconde daarvoor. 

De twee werken van Vogelaar introduceren een eigen narratief, maar doen me tegelijkertijd ook denken aan iets dat ik al ken: de film La piel que habito (2011). In de horrorfilm van Pedro Almodóvar neemt een getroebleerde plastische chirurg een man gevangen en verandert hem met behulp van een high-tech kunsthuid tegen zijn wil in een bloedmooie vrouw. In de werken van Vogelaar wordt eveneens de mens een fysiek en emotioneel keurslijf opgelegd. Wat de kunstenaar hier zelf nog aan weet toe te voegen is een beschuldigende vinger die wijst in de richting van artificiële intelligentie. Net als Almodóvar toont zij aan dat wat zich onder de huid bevindt niet zo makkelijk te vangen is als de gebruikte technologie belooft. Na zes jaar heeft de chirurg in de film alleen nog maar oog voor de schoonheid van zijn creatie. Hij veronderstelt dat het innerlijk van de patiënt het nieuwe uiterlijk spiegelt. Vogelaar blijft zich altijd bewust van het feit dat het lichaam een onbetrouwbare verteller kan zijn, al helemaal wanneer deze wordt aangehoord door een machine.

De werken die bijna direct volgen op die van Vogelaar doen ook denken aan films, zij het op een minder succesvolle manier. Het werk Synthetic Seduction (2018) van Stine Deja en Marie Munk bestaat uit een animatie waarin een vlezige robot het lied I Want To Know What Love Is van Foreigner zingt. De film is te bekijken vanaf een zitzak met de vorm en textuur van een schoongeboende placenta die rechtstreeks afkomstig lijkt uit de schoot van David Cronenberg. De gelijkenis tussen het kunstwerk en het oeuvre van de body horror regisseur is zo groot dat het een het ander lijkt te persifleren. Het werk is duidelijk ironisch bedoelt maar lijkt daarnaast geen andere boodschap uit te dragen. Het resultaat is ongemakkelijk, als een moppentapper die het hardst lacht om een eigen grap.

Links: Stine Deja & Marie Munk, Synthetic Seduction (2018). Werk van Stine Deja: Foreigner (2018), werk van Marie Munk: Skin-to-Skin (2018). Foto: door Damien Griffiths bij Annka Kultys Gallery, Londen, 2018. Rechts: Lucy McRae, Solitary Survival Raft (2020), foto: Ariel Fishe, beide werken nu te zien bij MU Hybrid Art House

Links: Antoine Catala, Everything is Okay: Season 2 (2018), detail van installatie I am here for you (sock), 2017. Rechts: Lorem, Adversarial Feelings (2019), videostill, beide nu te zien bij MU Hybrid Art House

Justine Emard, Co(AI)xistence (2017), courtesy Justine Emard / Adagp Paris 2020, te zien bij MU Hybrid Art House

Een ruimte verder ontvouwt zich in Co(AI)xistence (2017) van Justine Emard een scène die bijna een-op-een ontleent lijkt aan Ex Machina (2014). Waar Alex Garland in zijn speelfilm laat zien hoe een programmeur een robot leert lief te hebben, is de video van Emard een gesimplificeerde versie van hetzelfde sprookje. Hoewel het werk van de kunstenaar gebaseerd is op echt onderzoek van het Japanse Ishiguro Lab, is het samenspel in de video tussen danser Mirai Moriyama en robot Alter niet wetenschappelijk prikkelend genoeg noch voldoende poëtisch om de aandacht vast te blijven houden. 

Een werk dat wél mijn aandacht weet vast te houden is Elephant Juice (2020) van Simone C. Niquille. De animatie die gemaakt is in opdracht van MU en H3K (House of Electonic Arts Basel) is in de tentoonstelling te bekijken op bureaustoelen in een verduisterde ruimte. De stoelen hebben een verhalende functie binnen het werk omdat er kritiek geleverd wordt op personeelswerving die uitgevoerd en beoordeeld wordt door zogeheten ‘kunstmatige emotionele intelligentie’. In de animatie is een figuur te zien die zich vóór een spiegel aan het voorbereiden is op een sollicitatiegesprek. Elke zone op het gezicht van de figuur heeft een kleur. Zo zijn de ogen oranje, de neus paars, de mond groen en de lachspieren geel. Onder de kleuren schijnt een grid door. Een voice-over begint met het stellen van vragen maar in plaats van antwoorden wisselt het figuur van gezichtsuitdrukking, waarbij de kleurvlakken en het grid clownesk meebewegen. De stem labelt razendsnel iedere beweging die het gezicht maakt: ‘happy!’ of ‘sad, disgusted, sad!’ – en dat op een altijd even geëxalteerde toon. De stem vervolgt, wat ingetogener dit keer, met een duiding van de situatie: ‘How did such deep emotions result in nonsense?’ en ‘To deny what cannot be described limits the world’.

Voor een computer zijn woorden slechts lege hulzen en geen uitdrukking van emotie. Dit is wat Niquille duidelijk wil maken met Elephant Juice; het antwoord dat Siri geeft op de uitspraak ‘ik hou van jou’

Simone C. Niquille,  Elephant Juice (2020), videostill, te zien bij MU Hybrid Art House 

Simone C. Niquille,  Elephant Juice (2020), videostill, te zien bij MU Hybrid Art House 

De titel van het werk verwijst naar Siri, de virtuele assistent van Apple besturingssystemen. Naast apparaten met spraak besturen, kunnen gebruikers ook gesprekken voeren met Siri. De ingeprogrammeerde antwoorden van de virtuele assistent worden uitgesproken door een menselijke stem, waardoor de indruk gewekt wordt dat men te maken heeft met iets anders dan een machine. Ook al kan een besturingssysteem gespreken voeren of beoordelen betekent dit niet dat het begrijpt wat er gaande is. Voor een computer zijn woorden slechts lege hulzen en geen uitdrukking van emotie. Dit is wat Niquille duidelijk wil maken met Elephant Juice; het antwoord dat Siri geeft op de uitspraak ‘ik hou van jou’.  

Ook binnen het werk van Niquille klinkt de echo van een speelfilm; Her (2013). In deze moderne sf- klassieker vertelt regisseur Spike Jonze over de romance tussen de eenzame Theodore en zijn OS1 – een toekomstige versie van Siri. Waar Jonze probeert aan te tonen dat mens en machine iets van elkaar kunnen leren laat de kunstenaar zien dat dit begrip niet wederzijds is. Software kan, tot op heden, de belofte mensen op waarde te schatten niet waarmaken.

We horen het niet graag, maar als het op menselijke gevoelens aankomt staat artificieel intelligentie nog in de kinderschoenen

Hiermee komt Niquille dan ook tot de kern van de zaak. Zowel kunst als wetenschap zouden heel graag willen dat de door hen ontwikkelde technologieën en ideeën zich in een verder gevorderd stadium bevinden dan waarin ze daadwerkelijk zitten. We horen het niet graag, maar als het op menselijke gevoelens aankomt staat artificieel intelligentie nog in de kinderschoenen. Ook in dit opzicht heeft Real Feelings bij MU veel gemeen met Hollywood. De betrokken kunstenaars weten waar de limitaties van de door hun omschreven of gebruikte technologieën liggen maar zetten in op een suspension of disbelief. Dit pakt niet in alle gevallen even succesvol uit. Wanneer kunstwerken slechts de spot drijven met hun thematiek of er duidelijk zo gebiologeerd door zijn dat ze iedere kritische distantie verdwijnt zijn het net B-films – flauw en voorspelbaar. In dit gezelschap verwerven de werken van Vogelaar en Niquille moeiteloos de status van klassieker juist omdat ze niet afhankelijk zijn van flitsende effecten maar zich beroepen op een goed verhaal. 

Real Feelings is nog te bezoeken tot 12 september. Meer info hier

Lena van Tijen

is schrijver

Recente artikelen