metropolis m

Alicja Kwade: Big Be-Hide 2019. Foto: Maija Toivanen/HAM/Helsinki Biennial 2021.

De eerste editie van de Helsinki Biënnale vindt plaats op het Finse eiland Vallisaari en draagt het toepasselijke thema The Same Sea. Deze gehele zomer zijn de historische gebouwen, munitiedepots, bossen en stranden van het eiland gevuld met werk van 41 kunstenaars uit Finland en daarbuiten. Alice Smits pakte de boot, sprak met curator Pirkko Siitari en maakte een rondwandeling langs de kunstwerken.

Je kan je afvragen of de wereld nog meer biënnales nodig heeft. Ondanks dat het nog altijd drukbezochte evenementen zijn, lijkt de klassieke internationale biënnale toch echt tot het verleden te behoren. Pirkko Siitari, hoofdcurator van het Helsinki Art Museum (HAM) en een van de twee curatoren van de  biënnale, windt er geen doekjes om dat Helsinki een biënnale op haar naam wilde hebben om de stad als levendige internationale culturele hub op de kaart te zetten. Het stadsbestuur, tevens initiatiefnemer, hoopt dat een biënnale meer internationale toeristen naar Helsinki zal halen. De pandemie gooide helaas roet in het eten: de Helsinki Biënnale is uiteindelijk een jaar later van start gegaan met minder internationale bezoekers dan gehoopt. Siitari vertelt me dat het curatorenteam van de Helsinki Biënnale in deze eerste editie naast enkele grote internationale namen vooral Finse en in Finland woonachtige kunstenaars wil laten zien. Ze vinden het belangrijk dat een biënnale ook een plek voor lokale kunstenaars wordt, en als internationale bezoeker ben ik ook vooral nieuwsgierig naar wat er in de Finse kunst gebeurt. In de catalogus leggen de curatoren uit dat ze er tevens naar streefden om de ecologische voetafdruk van hun eerste biënnale te beperken en op allerlei niveaus het gesprek over materiaal en energiegebruik met kunstenaars en instanties zijn aangegaan.

Vallisaari. Foto: Matti Pyykkö/HAM/Helsinki Biennial 2021.

Vallisaari. Foto: Matti Pyykkö/HAM/Helsinki Biennial 2021.

Het eiland Vallisaari waar de biënnale plaatsvindt, ligt op 15 minuten met de boot vanaf het vasteland van Helsinki. Het bestaat voor tachtig procent uit beschermd natuurgebied en werd pas in 2016 geopend voor bezoekers. Het eiland kent een complexe militaire geschiedenis en is door de eeuwen heen ook in handen geweest van onder anderen Zweden en Rusland. Vallisaari werd zowel het fysieke als conceptuele uitgangspunt voor de curatoren om de biënnale vorm te geven. De curatoren keken naar natuurlijke en historische tijdsprocessen en naar natuur-cultuur relaties die gematerialiseerd zijn op het eiland, naar identiteitskwesties die diep geworteld zijn in de Finse geschiedenis van wisselende overheersingen, en vandaaruit naar de grote vraag voor de toekomst: hoe we op een duurzame manier kunnen leven met elkaar en met onze omgeving. Het thema The Same Sea is een knipoog naar het idee dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten: waar we ook vandaan komen, hoe anders we ook zijn, als aardlingen zijn we allen met elkaar verbonden. Als we niet beter voor onze thuisplaneet gaan zorgen, zullen we ook gezamenlijk ten onder gaan. De titel is afkomstig uit een gedicht van de Estlandse dichter Jaan Kaplinski, The Same Sea in All of Us (1970-72), waarin hij schrijft over verbindingen die voorbij individuele, politieke en historische grenzen gaan.

Vallisaari. Foto: Matti Pyykkö/HAM/Helsinki Biennial 2021.

Vanuit deze vragen selecteerden de curatoren 41 kunstenaars om werk te maken en te presenteren op Vallisaari en op verschillende plekken op het vasteland van Helsinki. Op het eiland zijn de kunstwerken gepresenteerd langs het pad dat rondom het eiland loopt en langs de historische gebouwen voert. Tijdens ons gesprek benadrukt Siitari vooral het belang van ‘site specificity’. De kunstenaars werden uitgenodigd om tijd door te brengen op het eiland, een dialoog aan te gaan met de omgeving en vanuit daar nieuw werk te maken. Desondanks was er behoorlijk wat bestaand werk te zien en leken de nieuwe werken niet altijd te reageren op hun omgeving. Wandelend over het pad kom ik verschillende werken tegen, zoals de marmeren ballen van Alicja Kwade, waarvan het gesteente afkomstig is van verschillende continenten op aarde. Nu ligt het werk nog op de rotsstranden van het eiland maar na de biënnale zal het op een openbare plek in de stad gepresenteerd worden.

 

Teemu Lehmusruusu: House of Polypores, 2021. Foto: Maija Toivanen/HAM/Helsinki Biennial 2021.

Verderop in het bos staat een werk van de Finse kunstenaar Teemu Lehmusruusu, die de relatie tussen mens, technologie en natuur tot de kern van zijn werk maakt. In de installatie House of Polypores (2021) maakt Lehmusruusu de decompositieprocessen van bomen en paddestoelen hoorbaar met behulp van technologie. De installatie combineert mycotextuur – een structuur gemaakt van paddestoelen die volgens de kunstenaar goede akoestische kwaliteiten bezit – met elektronica en rottend hout. De extreem sensitieve sensoren die elke beweging en verandering in het rottende hout oppakken, worden van energie voorzien door zonnepanelen. Terwijl vaak technologie gezien wordt als vijand van alles wat natuurlijk is en verborgen wordt om een zo direct mogelijke ervaring te creëren, richt deze installatie juist de aandacht op de technologie zelf. In een transparante doos staat de technologie op de bosbodem, te midden van luisterzuilen. Het werk maakt ons ervan bewust dat technologie ons in staat stelt aardprocessen waar te nemen die anders onzichtbaar zouden blijven – waardoor we bijvoorbeeld ook het bestaan van klimaatverandering en microben kunnen vaststellen.

Het werk maakt ons ervan bewust dat technologie ons in staat stelt aardprocessen waar te nemen die anders onzichtbaar zouden blijven.

BIOS Research Unit Vallisaari Research Station, 2021. Foto: Maija Toivanen/HAM/Helsinki Biennial 2021.

Bios, een interdisciplinaire onderzoeksgroep bestaande uit acht leden, past technologie op een geheel andere wijze toe om ecologische processen zichtbaar te maken. De groep werd uitgenodigd om onderzoek te doen naar de socio-ecologische impact van de biënnale op het eiland en om de verbindingen tussen ecologie en economie zichtbaar te maken. Met het werk Vallisaari Research Station (2021), dat gepresenteerd wordt in een verlaten brandweerdepot, wil Bios de vaak weinig aansprekende wetenschappelijke visualiseringen van klimaatverandering op creatieve wijze ervaarbaar maken en verbinden aan gemeenschappen, media en beleidsmakers. Het is een belangrijk streven maar juist deze creatieve vertaalslag laat te wensen over. In de presentatie van Vallisaari Research Station, waar de komende maanden lezingen met wetenschappers en andere experts georganiseerd worden, staan vijf videomonitoren met grafieken en statistieken die de scheiding tussen economie en ecologie in Finland visualiseren, toegelicht door een voice-over. Hoewel de informatie wellicht is gesimplificeerd voor een lekenpubliek, blijft de presentatie teveel hangen in dezelfde verbeeldingsloze visualiseringen die in de wetenschap gebruikt worden.

2018. Foto: Maija Toivanen/HAM/Helsinki Biennial 2021.

Een werk dat er wel in slaagde al mijn zintuigen te prikkelen gaat, ondanks dat het een bestaand werk betreft, toch een bijzondere wisselwerking aan met de omgeving. De audio-installatie FOREST (for a 1000 years…) (2012) van duo Janet Cardiff en George Bures Miller – een van de meest bekende internationale kunstenaars op deze biënnale – werd oorspronkelijk gemaakt voor Documenta 13. Bezoekers mogen plaatsnemen op een boomstam en luisteren naar het bos dat geanimeerd wordt door steeds hardere geluiden: een zachte wind die in een storm verandert, onheilspellend geritsel van bladeren en voetstappen, hinnikende paarden, explosies, hysterisch lachende mensen, omvallende bomen, vliegtuigmotoren en engelachtig koorgezang. De cinematografische geluiden vermengen zich met het vogelgezang en gezoem van insecten in het bos. De installatie projecteert geluiden van een oorlogslandschap op dit eiland, waar natuur en een militair verleden samen komen.

Door de intieme verstrengelingen tussen mens, voedsel, bacteriën en de impact op ons mentale welzijn zichtbaar te maken, gaat Dafna Maimon in tegen de oude cartesiaanse scheiding van lichaam en geest.

Dafna Maimon: Indigestibles, 2021. Foto: Maija Toivanen/HAM/Helsinki Biennial 2021.

Verrassend en van geheel andere aard was de installatie Indigestibles van de Finse Dafna Maimon waarvoor een lange kille tunnel in een voormalig munitiedepot op het eiland omgetoverd werd tot een zacht spijsverteringskanaal, dat me deed denken aan het werk van Niki de Saint Phalle. Het werk reflecteert op humoristische wijze op de verloren – of wellicht nooit bestaande – conditie van de menselijke beschaving. De installatie gaat vergezeld van een video in een naburige ruimte waarin een vrouw alleen in een appartement de strijd met haar bewustzijn en spijsverteringsbehoeften aangaat. Ze werkt enorme hoeveelheden vlees naar binnen terwijl op haar tv-scherm verslag wordt gedaan van het overlijden van Lucy, de laatste orang-oetang op aarde. De kunstenaar zoomt hier in op een aspect van de menselijke natuur die niet zo mooi is en zelfs als abject wordt ervaren: ons binnenste, de dierlijke kant van onszelf, waar microben en bacteriën de overhand hebben. Door de intieme verstrengelingen tussen mens, voedsel, bacteriën en de impact op ons mentale welzijn zichtbaar te maken, gaat ze in tegen de oude cartesiaanse scheiding van lichaam en geest. Het werk vertelt een alternatief, multi-species verhaal waar geen ruimte is voor de superioriteit van de menselijke soort. Daarmee sluit het werk ook naadloos aan op het thema van de biënnale: we zitten allemaal in the same sea.

Tadashi Kawamata: Vallisaari Lighthouse, 2021. Foto: Maija Toivanen/HAM/Helsinki Biennial 2021.

De Helsinki Biennale is nog t/m 26 september 2021 te zien. Meer informatie op de website van de biennale.

Alice Smits

curator Zone 2 Source Amsterdam en kunstcriticus

Recente artikelen