metropolis m

Leon Vranken, Sculptural Solutions, wood, plywood, mdf, canvas, acrylic, varnish, concrete, mirror, found objects, various dimensions, 2019; Rinus Van de Velde, It all looks very similar,… , charcoal on canvas, artist frame, 210 x 363 cm, 2019 Courtesy Tim Van Laere Gallery

HISK, het Belgische equivalent van de Rijksakademie, De Ateliers en de Jan van Eyck, viert het vierentwintigjarig bestaan in zijn Brusselse hub, met de eerste tentoonstelling uit een reeks met werk van alumni. Onder de titel Differences koos curator Willem Elias een alumnus per studiejaar en maakte een tentoonstelling die vooral de onderlinge verschillen wil benadrukken maar uiteindelijk iets te weinig ruimte laat om de verscheidenheid echt tot zijn recht te laten komen.

Als Vlaamse equivalent van bijvoorbeeld de Jan van Eyck Academie in Maastricht of de Rijksakademie in Amsterdam, is het tweejarige postgraduaatprogramma het enige instituut voor postacademisch kunstonderwijs in Vlaanderen. Daarmee vervult het een sleutelrol in het Belgische en met name Vlaamse kunstlandschap, hoewel het meer dan een nationale ambitie heeft. Momenteel is het HISK gevestigd in Gent en voorheen zaten ze in Antwerpen. Sinds kort heeft het instituut ook een hub in Brussel, op de recent in gebruik genomen Gosset site in Molenbeek, waar nu tijdens het Gallery Weekend Brussels ook de eerste alumnitentoonstelling plaatsvindt, Differences.

‘Verschillen’ – om de tentoonstelling niet te laten bezwijken onder een voorkeursbehandeling stelde curator en HISK-voorzitter Willem Elias zichzelf de opdracht om per afstudeerjaar één alumnus te selecteren. Dat zijn er dus vierentwintig. Elias wilde van deze eerste alumnitentoonstelling geen vriendjespolitiek maken en Differences verwijst naar een zekere vorm van contingentie én variëteit. Het HISK, vertelt hij, kent geen eenduidige stroming of overtuiging. ‘Het is geen verwijzing naar een soort kunst, naar één bepaalde opvatting van wat kunst zou moeten zijn.’[1] Het HISK is een plek die opkomende en relatief jonge kunstenaars de vrijheid en nodige ondersteuning biedt voor talentontwikkeling.

Pepa Ivanova, Decay, glass, gelrite, decomposing colors, dimensions variable, 2018

Stephan Balleux, Zelfportret met twee rechterogen, watercolour on conservation board, with frame, 165 x 125 cm

Zaaloverzicht Differences

Elk jaar sluit het HISK-traject voor de tweedejaars deelnemers af met een eindpresentatie. De vraag is dus welke insteek deze nieuwe serie alumnitentoonstellingen heeft, en hoe ze van de gangbare eindpresentaties verschilt. Eén mogelijk antwoord zou je kunnen destilleren uit de opbouw van de tentoonstelling. Is het toeval dat bij binnenkomst werken van drie van de meest prominente namen uit de buidel van het kunstinstituut – Rinus Van de Velde, Leon Vranken, en Emmanuel Van der Auwera – je welkom heten? Wellicht, maar hun driehoeksverhouding klopt, en wringt tegelijkertijd genoeg om van Vrankens Sculptural Solutions (2019), Van der Auweras Videosculpture XVIII (O’Hara’s on Cedar St II) (2018) en Van de Veldes It all looks very similar,… (2019) geen usual suspects te maken.

Bijna alle werken in de tentoonstelling zijn in de afgelopen twee, drie jaar gemaakt. Dat geeft de tentoonstelling een frisse adem, zeker ten aanzien van laureaten die bijvoorbeeld al een jaar of tien geleden het instituut verlieten. Geen stoffige kwaliteitsdemonstratie. Voor sommige werken komt de actualiteit bovendien wel erg dichtbij. Van der Auweras Videosculpture XVIII neemt de O’Hara’s als vertrekpunt: een Ierse kroeg vlakbij de voormalige Twin Towers, die een soort ‘levend monument’ is geworden met badges aan de muren van brandweerlieden, politieagenten en hulpverleners die op Ground Zero werkten of hedden gewerkt. Hij filmde het jaarlijkse gedenkevenement dat op 11 september plaatsvindt. Maar de video zelf is nauwelijks te zien. Alsof het scherm nog in verpakkingsmateriaal zit, hangt een zwarte film losjes voor het scherm – een open wond, een nieuwe geschiedenis in wording.

De idee van de nieuwe tentoonstellingsreeks, begrijp ik van Elias, is er vooral een van gemeenschapsvorming. Om de laureaten ook na de beëindiging van hun parcours aan het instituut te blijven ondersteunen. Bijvoorbeeld met een gezamenlijke presentatie of ander publieksmoment. Wat dat betreft lijkt het gekozen conceptuele raamwerk van ‘verschillen’ wel scherp. ‘Niet de beste van de klas, geen tentoonstelling rond een verzoenend eenheidsthema of -vormkenmerk, maar de nadruk op dat wat het verschil uitmaakt.’[2] Toch kan ook Elias zijn zichtbare voorliefde voor schilderkunst niet helemaal ontkennen, en zeker de helft van de werken hangen op ooghoogte aan een wand. Is Van de Veldes It all looks very similar,… een ironisch commentaar op de rest die volgt?

Van de vierentwintig kunstenaars tel ik er acht die van buiten België komen, van wie vier (onder anderen de Nederlandse Lisette de Greeuw) de afgelopen vier afstudeerjaren representeren. De internationalisering van de residentie lijkt dus met name de laatste jaren hoger op de agenda te prijken. Die ambitie wordt ondersteund door de cijfers. In 2021 sloten twaalf kunstenaars hun tweejarige traject af, van wie acht met een internationale achtergrond. In de lichting van 2020 zat zowaar geen enkele Belg. Vandaar misschien het voorzichtige flirten met Brussel, met een stevige internationale kunstscene. Het is bovendien opmerkelijk dat juist een aantal buitenlandse kunstenaars bij de eerste oogopslag weet te intrigeren, zoals het kleurrijke glaswerk van de Bulgaarse Pepa Ivanova en de fijne en geconcentreerde doeken met kleurobussen van de Franse Odilon Pain. Of het nieuwe werk van de Slowaakse Štefan Papčo, die zijn interesse in een soort sculpturaal experimenteren met de extreme omstandigheden en soms onbegrijpelijke aantrekkingskracht van alpinisme voortzet in Where I Have Been Not (2021), met onder meer ‘ontbindend hout’ en ‘gebroken delen van oudere werken’.

Caroline Coolen, Thistle, bronze, 2021

Caroline Coolen, Thistle, bronze, 2021

Pepa Ivanova, Decay, glass, gelrite, decomposing colors, dimensions variable, 2018; Ermias Kifleyesus, Let Colours Breath, 2020, oil on canvas, 172 x 190 cm

De scenografie van de tentoonstelling is redelijk conventioneel, met mobiele wanden die de ruimte opdelen. Voor elke kunstenaar is zo ongeveer een eigen en aparte plek gecreëerd, wat goed zou kunnen werken door elk kunstwerk een zekere mate van concentratie te verlenen. Maar in vergelijking met de durf en conceptuele vormgeving die de afgelopen twee edities van de eindpresentaties bijvoorbeeld kenmerkten – In a Long Blink of an Eye [3] en The Hisk Affair [4] in respectievelijk 2020 en 2021 – doet Differences een beetje braaf aan. Het conceptuele verschil met beide tentoonstellingen is groot, groter dan de diversiteit waarvan de geselecteerde alumni in Differences blijk geven. Dat is ergens jammer, want de selectie zit boordevol kunstenaars, zoals Stéphanie Leblon, Wim Catrysse, Caroline Coolen, of Ruben Bellinkx, die met een zekere mate van consistentie stuk voor stuk een eigenzinnige praktijk hebben opgebouwd. Praktijken die nu een beetje verdrinken in veelvoud.

Štefan Papčo, Where I Have Been Not, decomposing wood, steel, pieces of stone salt shaped by animals, beeswax, stone, pine tree resin, concrete, pieces of cloth, broken parts of older works, 150 x 40 x 40 cm, 2021

Misschien zijn vierentwintig kunstenaars ook wel erg veel voor een ruimte waar in de eerdergenoemde eindtentoonstellingen hooguit twaalf laureaten hun werk presenteerden. In feite werkt opzet met hokjes, ondanks de potentie van individuele aandacht, contraproductief. Differences verwijst ook naar willekeur, omdat de samenhang uiteindelijk niets anders dan een gedeelde studieomgeving beslaat. Maar de willekeur neemt nu bijna de overhand en de beperkte ruimte die voor de individuele laureaten is gereserveerd komt niet tegemoet aan de eigenlijke bedoeling en wens van de tentoonstelling. Zoals drie werklieden in Bellinkx’ video Double Bind (2020) een steiger opbouwen, maar uiteindelijk zelf een noodzakelijk onderdeel worden van de constructie, is het contrast tussen het geheel en de individuele delen in Differences net iets te wankel om de tentoonstelling echt te laten dienen waarvoor ze bedoeld is: als drager van de individuele werken.

Leon Vranken, Sculptural Solutions, wood, plywood, mdf, canvas, acrylic, varnish, concrete, mirror, found objects, various dimensions, 2019

Differences, HISK, Brussel, t/m 3.10 Meer info HIER

Deelnemende kunstenaars: Beatrijs Lauwaert (HISK laureate 1997), Stéphanie Leblon (HISK laureate 1998), Tina Gillen (HISK laureate 1999), Wim Catrysse (HISK laureaat 2000), Caroline Coolen (HISK laureate 2001), Fanny Zaman (HISK laureate 2002), Bart Stolle (HISK laureaat 2003), Stephan Balleux (HISK laureaat 2004), Stefaan Dheedene (HISK laureaat 2005), Ruben Bellinkx (HISK laureaat 2006), Leon Vranken (HISK laureaat 2007), Michiel Alberts (HISK laureaat 2008), Ermias Kifleyesus (HISK laureaat 2009), Rinus Vandevelde (HISK laureaat 2010), Karl Philips (HISK laureaat 2011), Odilon Pain (HISK laureaat 2012), Ben Van den Berghe (HISK laureaat 2013) & Alexey Shlyk, Birde Vanheerswynghels (HISK laureate 2014), Emmanuel Van der Auwera (HISK laureaat 2015), Lydia Hannah Debeer (HISK laureate 2016), Pepa Ivanova (HISK laureate 2017), Mostafa Saifi Rahmouni (HISK laureaat 2018), Lisette de Greeuw (HISK laureate 2019), Štefan Papčo (HISK laureaat 2020)

1 https://hisk.edu/nl/events/differences-hisk-alumni-exhibition

https://hisk.edu/nl/events/differences-hisk-alumni-exhibition

https://hisk.edu/nl/events/in-a-long-blink-of-an-eye

https://hisk.edu/nl/events/the-hisk-affair

Bas Blaasse

is schrijver, filmmaker en redacteur bij HART magazine

Recente artikelen