metropolis m

‘I Remember’ bij Beautiful Distress House. Foto: Ton Kruse

In het Beautiful Distress House is kunst gaande. Het getoonde werk van Mirthe Berentsen en Martín La Roche is er bezig te ontstaan. Ton Kruse ging kijken naar, of eigenlijk deelnemen aan, de tentoonstelling ‘I Remember’, die nog tot 8 januari te zien is.

Ik herinner me het werk van Martín La Roche en Mirthe Berentsen, in de presentatie die zij met Inez Piso maakten in het Beautiful Distress Huis.

Het was een presentatie waar kunst als een proces gaande was. Het getoonde werk was niet ‘af’. Het was bezig te ontstaan. Het werk was ook niet ‘onaf’. Het had een sterke, heldere vorm.

Het verbaasde me niet dat docenten van kunstacademies hun studenten meenamen om de presentatie te bezoeken. Niet om te kijken, maar om eraan deel te nemen. Je leert er zien – hoe een kunstwerk werkt. Een proces van vorm geven, van formuleren.

Een kunstwerk, zag ik, is niet in steen gehouwen, maar gemaakt van zand. Het glipt niet zomaar tussen je vingers door, hoor. Er worden kastelen mee gebouwd en heerlijke ‘taarten’ mee gebakken. Er worden diepten gegraven, waarin het blauw zichtbaar wordt. Maar het is niet massief en statisch. Het is steeds weer anders, want je kunt er steeds weer mee verder.

[blockquote]Een kunstwerk, zag ik, is niet in steen gehouwen, maar gemaakt van zand. Het glipt niet zomaar tussen je vingers door, hoor. Er worden kastelen mee gebouwd en heerlijke ‘taarten’ mee gebakken

Mirte Berentsen & Martín La Roche, 'Sandplay', bij Beautiful Distress House. Foto: Ton Kruse

'I Remember' bij Beautiful Distress House. Foto: Ton Kruse

Tentoonstellingsoverzicht van 'I Remember', met werk van Martín La Roche en Mirthe Berentsen, gecureerd door Inez Piso bij Beautiful Distress House, foto: Ilya Rabinovich

Inez Piso, de curator, werkt net zoals een kunstenaar. Ik herinner me dat ze zelfs een eigen werk aan de presentatie had toegevoegd. Van project naar project bouwt ze haar kennis en inzichten op, net als kunstenaars doen. Steeds maar weer zien hoe en wat het gaat worden, en hoe dat gefinancierd kan worden. Of niet. Eerst komt het werk, al het andere volgt.

Het gaat Inez om de betekenisverlening door, met en in taal. Hoe de grammatica van een taal ook de structuur van je denken vormt. Ja, zelfs mogelijk of onmogelijk maakt dát je iets kunt denken. Ik herinner me hoe ze vertelde dat er woorden zijn die niet te vertalen zijn. Ze verwijzen naar categorieën en begrippen die eigenlijk on-grijp-baar zijn. Dat daar de poëzie ontstaat, een betekenis wordt vermoed en omcirkeld. Vorm krijgt.

Inez kende beide kunstenaars, die allebei een residency deden in het Kings County Hospital in New York City. Ik herinner me een plattegrond van Martín La Roche in de presentatie. Hij werkte in gebouw T met de psychiatrische patiënten. In gebouw R had hij zijn studio. Vandaar ging hij naar gebouw A, waar hij verbleef. Iedere dag volgde hij de route: A, R, T en weer terug. Op het bulletinboard, bij gebouw R, maakte hij iedere dag een nieuw samenstelsel van knipsels uit kunsttijdschriften. De directie van het ziekenhuis dacht dat kunstenaars zulke tijdschriften nodig zouden hebben, herinner ik me. Daarom lagen ze daar.

Martín La Roche bij Beautiful Distress House. Foto: Ton Kruse

Martín La Roche bij Beautiful Distress House. Foto: Ton Kruse

Martín La Roche, 'Mondays Bulletin Board' bij Beautiful Distress House. Foto: Ton Kruse

Mirthe Berentsen liet de patiënten van het Kings County Hospital schrijven. Ze werd geconfronteerd met de grenzen van de taal: het lukte patiënten niet om onder woorden te brengen wat ze dachten, voelden en beleefd hadden. Korte tijd later kwam ze, als schrijver, zelf aan bij de grenzen van de taal. Ze moest eerst gaan kijken. En dan sorteren.

Ik herinner me smartphone foto-composities van Berentsen. Allemaal voorwerpen uit haar ouderlijk huis, dat ze op moest gaan ruimen na het overlijden van haar moeder. Je kunt geen museum inrichten van je eigen leven, je moet gaan kiezen uit dierbare voorwerpen en de rest verhuizen naar het grijze archief… De voorwerpen zijn omgetrokken op de glasplaat. Want ze zijn er eigenlijk niet meer.

Het ding op zich, is vaak vrijwel niets waard. Het wordt pas waardevol door de woorden die je eraan geeft. De woorden die samen een vorm geven aan je herinnering, maar die de betekenis van de herinnering slechts kunnen omcirkelen, omtrekken. De gebeurtenis, de ervaring waar de voorwerpen naar verwijzen is er niet meer. Er is een grens aan de taal. Je kunt de herinnerde gebeurtenis niet herbeleven, alleen bedenken. De woorden nemen de plek in van wat er gebeurd is. Her-inneren.

De voorwerpen uit Berentsens ouderlijk huis zijn omgetrokken op de glasplaat. Want ze zijn er eigenlijk niet meer

Mirthe Berentsen, 'The right to be forgotten' bij Beautiful Distress House. Foto: Ton Kruse

Martín La Roche, 'String too short to be saved', bij Beautiful Distress House. Foto: Ton Kruse

Mirthe Berentsen, 'The right to be forgotten' (detail), bij Beautiful Distress House. Foto: Ton Kruse

Weet je nog wat Aristoteles schreef in zijn Ethica Nicomachea? Dat je vermogens bezit die je zonder oefening gewoon kunt uitoefenen. Hij noemt de zintuigen als voorbeeld van zulke vermogens. Maar er zijn ook vermogens die oefening nodig hebben voordat je ze kunt uitoefenen. Hij noemt dan de kunst als voorbeeld, als blauwdruk zelfs. Je moet het eerst leren, en dan kun je het pas. Ik herinner me dat er in het midden van de presentatie een grote zandbak stond. Daar gebeurde de kunst en kon je haar leren.

De vraag is: is herinneren een vermogen dat je moet leren, of dat je ‘gewoon,’ zomaar kunt? Kinderen kunnen ook niet zomaar praten. Ze leren het door te luisteren en te oefenen. De klanken worden woorden. De woorden verwijzen, be-tekenen, en dit wordt begrepen. Het begrijpen is een gebeurtenis in het denken. Ook zo’n gebeurtenis kun je je herinneren.

In de zandbak gebeurde de kunst door te herinneren. Martín stelde zijn omvangrijke verzamelingen open. Verzamelingen van voorwerpen. De bezoekers worden gevraagd een herinnering bij een voorwerp te beschrijven. Ze plaatsen het voorwerp in de zandbak en vertellen elkaar wat ze zich erdoor herinneren. Daarna mogen ze een herinnering beschrijven bij de herinnering van een ander. De voorwerpen in de zandbak komen bij elkaar, ze vormen een nieuw verhaal zonder het oude te vergeten. Opeens blijken alle dingen ergens over te gaan. Ze spreken en be-tekenen. Er ontstaan patronen in het zand.

Niet alleen de verzamelingen mogen in de zandbak, maar ook de keramische en vilten voorwerpen die Berentsen maakte. De kunst is er niet om te hebben of te beschouwen, maar om te gebruiken. Om aan deel te nemen.

Ieder kunstwerk is als een spel. Je mag meedoen als je het spel jou laat bespelen. Het is weg als je zegt: ach, het is maar spel. Maar als je je houdt aan de regels van het spel, aan wat er in het spel speelt, dan doe je allerlei ervaringen op. Je leert er door het te doen. En ieder spel gaat over iets, betekent iets. Wat je leerde en ervoer in het spel zul je je herinneren. Ook al is het spel zelf alweer verdwenen, omdat het niet meer gespeeld wordt.

Recente artikelen