metropolis m

Haegue Yang, ‘Sonic Intermediates – Three Differential Equations’ (2020). Met dank aan de kunstenaar en Galerie Barbara Wien, Berlijn

Eurazië. Een landschap van veranderlijkheid wil de brokken tussen Europa en Azië lijmen en zo een nieuw supercontinent leven inblazen. Zondag is de laatste gelegenheid de tentoonstelling te bezoeken.

Op 9 oktober 1968 voert Joseph Beuys zijn ondertussen legendarische performance Eurasienstab uit in de White Wide Space Gallery in Antwerpen. Tijdens het ritueel tast zijn sjamanistisch alter-ego op metalen, met vilt bedekte schoenen de kleine ruimte af en smeert het de hoeken van de kamer in met vet. Daarna verbeeldt het met een ‘Eurasienstab’, een soort metalen toverstaf,  een allegorische hereniging van de vier windrichtingen van Eurazië. Een imaginair continent en een utopische verbinding tussen het ‘rationele’ Europa en het meer ‘spirituele, intuïtieve’ Azië zijn het resultaat.

Het werk maakt geen deel uit van de tentoonstelling Eurazië. Een landschap van veranderlijkheid, maar met deze groots opgevatte tentoonstelling in het M HKA willen curatoren Nav Haq en Joanna Zielińska eveneens een volgens hen kunstmatige scheiding tussen oost en west wegtoveren. Ze schetsen Eurazië in de introductietekst enerzijds als een ‘oudwereldse landmassa die constructies als “Europa” en “Azië” voorafgaat’. Anderzijds bombarderen ze deze landmassa tot een nieuwe horizon, tot een vat vol mogelijkheden dat zich na de val van de Berlijnse muur in 1989 aankondigt. Kunstenaars uit het Midden-Oosten, de ex-Sovjetlanden, Azië en Europa: het zijn allemaal – Beuys indachtig – Euraziaten.

In hun betoog voor het nieuwe supercontinent vormt het tentoongestelde Good Morning Mr. Orwell van Nam June Paik een dankbaar kunstwerk. Op nieuwjaarsdag van – hoe kan het ook anders – 1984 lanceert Paik zijn eerste satellietkunstproject, waarin hij via collages van performances, kunstwerken, entertainment, popcultuur en televisie verschillende landen en tijdszones met elkaar verbindt. Onder meer Laurie Anderson, Allen Ginsberg en Merce Cunningham passeren de revue, maar de al te kleine projectie van het werk op een grote witte muur doet dat spektakel enigszins verbleken.

[blockquote]Kunstenaars uit het Midden-Oosten, de ex-Sovjetlanden, Azië en Europa: het zijn allemaal – Beuys indachtig – Euraziaten

Nam June Paik, 'Good Morning Mr. Orwell' (1984), Video, 38 min, Met dank aan Electronic Arts Intermix (EAI), New York. Bedacht en gecoördineerd door Nam June Paik. Uitvoerend producent: Carol Brandenburg. Gedeeltelijke postproductie: Nam June Paik, Paul Garrin. Postproductie: Broadway Video, Post Perfect. WNET, New York; FR3, Centre Georges Pompidou, Parijs; WDR Westdeutsche Fernsehen, Keulen. Redacteur van de eenkanaalsversie: Skip Blumberg

Joseph Beuys, 'The Orwell Leg – Trousers for the 21st Century' (1984), Multiple uit jeans met gaten op de knie. Oplage van 35. Editions Liliane en Michel Durand–Dessert, Parijs. Collectie M HKA

Even verderop speelt de manier van presenteren van Beuys’ The Orwell Leg- Trousers for the 21st Century (1984) de overtuigingskracht van het werk evenzeer parten. In een houten, antracietgrijs framewerk hangt Beuys’ broek, waaruit aan de voorkant ter hoogte van de rechterknie en aan de achterkant ter hoogte van de linkerknie ronde gaten zijn gesneden, plompt verloren. Zelf zei Beuys over de broek: ‘Iedereen ter wereld zou deze broek zelf moeten maken, om te strijden tegen het wereldwijde materialisme en de repressie, vooral tegen jongeren.’ De opstelling maakt van de broek een kostbaar verzamelobject en doet zo dat activistische statement teniet.

Écht problematisch wordt die tentoonstellingsscenografie in de presentatie van de collectie Stichting Egress Foundation. De stichting herbergt de populaire verzameling artefacten van Seth Siegelaub, een beroemd Amerikaans verzamelaar en tentoonstellingsmaker. In en op de grijze vitrines vallen schitterende jurken, hoofddeksels, zakdoeken en kaftans in al hun weelde te bewonderen. Siegelaub wilde via de verzameling een kritische interpretatie van de sociale geschiedenis van handgeweven textiel op globaal niveau teweegbrengen – hij legde daartoe ook een uitgebreide bibliografie over het textiel aan. Maar hier komt zijn verzameling artefacten over als een uitstalling van luxueuze consumptiegoederen, zonder de nodige contextualisering die zo’n genuanceerde lezing in de weg staat.

Exotisering ligt op de loer, ook in de problematische presentatie van Siegelaubs collectie textiel

Items van Stichting Egress Foundation opgericht door Seth Siegelaub. Textiel en boeken. Met dank aan Stichting Egress Foundation

Links: Izmail Efimov, 'Ethno-Futurist Watercolours' (1993 – 2015), Aquarellen op papier, Alle werken Collectie M HKA

Hier loert Edward Saïds cultboek Orientalism vervaarlijk om de hoek. In 1978 fileert de Arabisch Palestijnse socioloog de wijze waarop het Westen sinds de Klassieke Oudheid een exotisch fantasiebeeld op het Oosten projecteert, een ideologisch denkbeeld waar onder meer kunstenaars, filosofen én kolonialen gretig gebruik van maakten om de ‘andersheid’ van het Oosten te benadrukken. Door de toeschouwer echter die kennis niet mee te geven – een aantal meer context biedende boeken van Siegelaub bevinden zich achter gesloten vitrines – maakt de presentatie de weg vrij voor nieuwe en wéér exotische projecties op de artefacten.

Een aantal werken biedt gelukkig een kritisch tegenwicht aan de algehele tendens. Babi Badalovs I am Euromental uit 2015, bijvoorbeeld. Op verschillende witte doeken schrijft hij in inktzwarte letters woorden als ‘capitaleast’, ‘arteast’, ‘extremeast’ of ‘fetisjeast’. Zulke woord- en klankspelen bevragen het normatieve taalsysteem en lokken een radicale betekenisverschuiving uit. Op een minder directe manier daagt Haegue Yang een klassieke geschiedschrijving van ‘west’ en ‘oost’ uit. In haar oeuvre brengt ze telkens historische figuren bij elkaar die, in onze hoofden althans, weinig met elkaar te maken hebben. De tekst Chronology of Conflated Dispersion – Duras and Yun (2018) vertroebelt de grenzen tussen biografieën van de Franse schrijfster Marguerite Duras en de de Koreaanse componist Isang Yun. De lezer ontdekt voordien onopgemerkte parallellen en Yang ontbloot in de dubbelbiografie zo twee geschiedenissen die, door bijvoorbeeld de Koude Oorlog of het kolonialisme, meer verweven zijn dan verwacht.

Wegens een gebrek aan, of net te complex geformuleerde, uitleg weet de toeschouwer weinig aan te vangen met het nieuwe supercontinent

Rechts: Items van Stichting Egress Foundation opgericht door Seth Siegelaub, Textiel en boeken, Met dank aan Stichting Egress Foundation

Links: Items van Stichting Egress Foundation opgericht door Seth Siegelaub. Textiel en boeken. Met dank aan Stichting Egress Foundation

Er is ook Sara Sejin Changs (Sara van der Heides) wondermooie installatie Four Months, Four Million Light Years (2020) die eerder was te zien op de elfde Biënnale van Berlijn en in het Brusselse Argos. De film, een serie tekeningen en tekstwerken op papier en stof, verhalen over een sjamanistische reis doorheen tijd en ruimte die de koloniale geschiedenis achter transnationale en -raciale adoptie uit de doeken doet. Sejin Chang neemt je mee in een een reis door persoonlijke en archivalische beelden, documenten en tekeningen die fijne draden rijgen tussen de hedendaagse Nederlandse samenleving naar vroege Nederlands-koloniale beschrijvingen van Aziaten.

In tegenstelling tot de rest van de tentoonstelling, weet de opstelling in de  intiem verlichte black box hier recht te doen aan het werk en de fragiliteit van deze gevoelige thematiek goed over te brengen. Dat is essentieel voor de heling die zowel Sejin Chang als de curatoren beogen. Ook een aantal andere, overtuigende installaties als Goshka Macuga’s When was Modernism? (2008) of Metahavens Eurasia (Questions on Happiness) (2018-2021) verwerven een meer aparte en zo minder aangetaste plek in de expositie.

Rechts: Yayoi Kusama, Foto's door Harrie Verstappen, op MDF. Alle foto’s met dank aan 0-INSTITUTE

Vooraan: Lee Bul, 'Aubade IV' (2015), Roestvrijstalen structuur, acryl, polycarbonaatplaat, glasverf, led-verlichting, elektrische bedrading, rookmachine, variabele afmetingen, Met dank aan de kunstenaar en Galerie Thaddaeus Ropac, Londen-Parijs-Salzburg-Seoul

Sara Sejin Chang (Sara van der Heide), 'Four Months, Four Million Light Years' (2020). Filminstallatie, aquarellen, banners in papier en textiel, variabele afmetingen. Met dank aan de kunstenaar

Maar veel van deze waardevolle nuancering vervliegt in de bombastische vloedgolf van meer dan vijftig werken en installaties. Eerder dan de uitwisseling en samenwerking die de introductietekst hoog in het vaandel draagt, ontstaat er een opbod van individuele verhalen die worden opgeslokt door het containerbegrip ‘Eurazië’. Soundscapes, video’s en sculpturen overstemmen elkaar en dingen elk naar de aandacht van de overdonderde toeschouwer.

Het is jammer dat de curatoren kost wat kost de grootte van het continent wilden weerspiegelen in een overdaad aan kunstwerken. Kunstwerken happen naar adem en worden in een soort concurrentie geduwd met de andere werken of vinden simpelweg hun plek niet. Op die manier belemmeren de curatoren zelf net alle mogelijke heling, uitwisseling of samenwerking.

Deze megalomane benadering doet het concept Eurazië geen deugd. Wegens een gebrek aan, of net te complex geformuleerde, uitleg weet de toeschouwer weinig aan te vangen met het nieuwe supercontinent, met als resultaat dat daar gemakkelijk allerlei nieuwe en herhaaldelijk exotische fantasieën op geprojecteerd kunnen worden. Allemaal Euraziaten? Daarvoor is een toverstaf alleen niet voldoende.

DEZE TEKST IS EERDER GEPUBLICEERD OP 12.12.2021

Eurazië. Een landschap van veranderlijkheid is nog t/m 23 januari 2022 te zien in M HKA, Antwerpen

Dagmar Dirkx

is schrijver en kunsthistoricus

Recente artikelen