metropolis m

Raphaela Vogel

Een bezoek aan 5 tentoonstellingen in een lijn van zuid naar noord tijdens Amsterdam Art Week 2022.

Amsterdam Art Week telde tientallen evenementen en een nog groter aantal tentoonstellingen. Hoe daar verslag van te doen als je maar een paar uur hebt en zelfs niet de tijd vindt het programmagidsje goed te bestuderen? Ik trek, vrij banaal, een lijn van zuid naar noord en bezoek de tentoonstellingen die ik daar in enkele uren kan bezoeken.

Op mijn to do lijst: een nieuwe galerie, een postacademische instelling – zij het niet die ene waar iedereen het deze week over heeft -, een toonaangevende galerie met een toonaangevende kunstenaar van dit moment, een kleine kunstruimte, een iets grotere kunstruimte en zowaar een apotheose aan het eind, bij verrassing moet gezegd, die alles kantelde en nog een keer kantelde, om je aan het denken te zetten.

[blockquote]Stop 1 Hama Galerie

Om de hoek bij het Stedelijk, in de adem van de miljoenenpanden aan het Vondelpark, zet Hama Galerie hoog in, in ieder geval qua entourage, en brengt kunstenaars die iedereen op dit moment wil hebben, met diverse culturele achtergrond. Marlou Fernanda wordt aan mij gepresenteerd als een arrivé, min of meer, want alweer bezig aan een nieuwe fase in haar werk, hoe jong ze nog is. Ik bekijk kleurig abstract werk dat mij iets te graag boven de bank wil hangen bij de mensen in deze buurt, en hoor hoezeer dit, dat voor mij zo bevallig oogt, voor Fernanda een hele stap was.

In de kelder hangt wat eraan vooraf ging: deels figuratief werk, waarin de kunstenaar zich als karakter weergeeft: Nu Nu. Pièce de resistance is een groot werk dat refereert aan het BLM protest, dat is geschilderd in opdracht van OSCAM (museum in Amsterdam Zuid-Oost) en een interpretatie is van een van de demonstraties is die er voorjaar 2020 overal waren. Dat strekken van de vuist was wel een dingetje voor Fernanda, begrijp ik (ook voor mij, herinner ik me), maar toen die die drempel eenmaal genomen was een hele bevrijding. Ik vind het veruit het beste werk.

Marlou Fernanda

Marlou Fernanda

Tuin en tuinhuis Hama Gallery

Stop 2 De Ateliers

This is fun, zo simpel als de opzet ook is. Vijf films van oud-residenten die naam hebben gemaakt. Het is conform de formule van Amsterdam Art Week om tentoon te spreiden wat voor rijke humuslaag aan internationaal kunsttalent Amsterdam biedt dankzij de postacademische infrastructuur in de stad. Ik zie Ghita Skali, die op meer plaatsen toont deze Amsterdam Art Week, ik zie Raphaela Vogel, ik zie Minne Kersten, Benjamin Ramírez-Pérez & Vincent Ceraudo en Cristóbal León & Joaquín Cociña. Recente films vooral, die ik uiteraard niet allemaal helemaal bekijk, maar wel die van Skali en Vogel. Daarin gebeurt zoveel wervelends dat je / ik weer enorm van video ga houden (wat in tentoonstellingen niet altijd het geval is).

De films beschrijven de wereld post-corona, maar dan anders, grappiger, prikkelender en slimmer dan je doorgaans in de media tegenkomt. Mijn favoriete scène is de water uitschuddende hond van Vogel, die in een serie neurotisch achter elkaar gemonteerde fragmenten iets waanzinnig geks en opzwepends krijgt, een tapdans die elektrificerend werkt, in ieder geval op mij.

De scène is binnen de beschouwelijk bedoelde video niet eens zo van belang, maar maakt wel dat ik blijf hangen en de in het Latijn (!) ingesproken film (als ik het goed versta) uit wil zien. Waar het over gaat zal ik wel een andere keer vertellen, als ik mijn woordenboek Latijn in mijn boekenkast heb teruggevonden.

Ghita Skali

Benjamin Ramírez-Pérez & Vincent Ceraudo

Raphaela Vogel

Cristóbal León & Joaquin Cociña

Stop 3 Akinci

Aan de Lijnbaansgracht heb ik keuze uit een paar galeries maar ik kies voor Akinci vanwege Molly Palmer. Zij stelt me niet teleur. Deels een rip-off van haar Rijksakademiepresentatie van afgelopen jaar – als ik het me goed herinner – biedt deze galeriesetting een superaantrekkelijke uitstalling van Palmer-parafernalia en rekwisieten, waarlangs je wordt geleid op weg naar enkele prettig geestverruimdende videos met daartussen een licht vervreemdend medusahoofd.

Palmer groeit met het jaar en wordt beter, mooier, volmaakter, wat misschien in haar geval niet helemaal aanbevelingswaardig is, want te behaaglijk moet het niet gaan worden en daar begint het nu wel naar te neigen. Misschien moet ze even naar De Ateliers om bij Skali af te kijken wat lowbudget C-film scifi-esthetiek is, om vervolgens weer des te overtuigender te worden in haar zingende zinsbegoochelingen die met klank en kleur bedoeld zijn helend op de bezoeker uit te werken.

Molly Palmer

Molly Palmer

Molly Palmer

Molly Palmer

Stop 3 Marwan

Ik begeef me om de hoek naar Marwan, waar Jason Hendrik Hansma toont. Een heel groot gordijn dat dwars door de ruimte hangt en een muziekje van transistor-kwaliteit. Soms heb je bij tentoonstellingen dat je denkt: wie houdt hier nu wie voor de gek – verwacht de kunstenaar nu echt dat ik tien minuten ga kijken naar een doorkijkgordijn, met wat zilversnippers, dat wat onhandig in de ruimte opgehangen is. Aan de muur hangt een soort plastic replica ervan, in idem punky esthetiek, waarbij steeds op de achtergrond die transistor die een soort folk laat horen, waar ik de tekst niet van kan verstaan, omdat op straat, zo lijkt, de jaarlijkse parade van de motorclub aan de gang is.

Uit beleefdheid en respect voor de kunstenaar onderga ik het een tijdje, en net als ik denk dat het genoeg is word ik er warempel toch een stukje door opgetild. Niet lang, niet hoog, maar toch heel even opgetild, en erin meegenomen, in die sfeer van het werk. Tot het genoeg geweest is. Achteraf lees ik dat het over verspilling gaat, het zilver geen aluminiumfolie is, maar afvalmateriaal en het gordijn vermoedelijk gezien wil worden als grauwsluier, die iets half aan het zicht onttrekt. 

Jason Hendrik Hansma

Stop 4 De Brakke Grond

In De Brakke Grond bereidt Lisa Spillaert zich te midden van vrienden en medewerkers voor op haar talk die middag, maar ik sluip direct door naar haar wat curieuze project over een Japans kind dat het hare had kunnen zijn, omdat ze op hetzelfde moment van de conceptie van dat kind met de vader seks had gehad. Ik moest het verhaal twee keer lezen om te snappen hoe het zat (o is het dat). Ze bezoekt nu al jaren Japan om het opgroeiende kind te fotograferen en filmen.

Je denkt dan toch onwillekeurig dat ze misschien beter blij moet zijn, dat het haar kind niet is, van een man die met meerdere vrouwen tegelijk bezig is, maar Spillaert denkt daar kennelijk anders over en heeft er een obsessieve interesse in de levensloop aan overgehouden. Die wordt geprojecteerd op dat arme kind in het verre Japan, dat elk jaar die vreemde half Japanse tante uit België op bezoek krijgt om door haar te worden gefotografeerd en gefilmd in het kader van een kunstproject. Ik heb de eerste en de laatste film bekeken en een stukje van een ander, en snap er eerlijk gezegd niet zo heel veel van, deze wat tragische obsessie met dat kind, anders dan wat iedereen er vermoedelijk onmiddellijk bij zal denken.

Lisa Spillaert

Lisa Spillaert

Stop 5 W139

Heel vaak zie je het niet meer. Kunst die onverschrokken een museumzaal bestormt alsof het niks is, en die de zaal, zo niet het gebouw en de hele stad eromheen opvreet en uitspuugt met een verhaal dat onbescheiden spierballenvertoon is. Kunst dus te macho voor woorden, gemaakt door mannen en vrouwen met ballen, die niet terugschrikken voor een staaltje machtsvertoon. Ik is ego, in een woord monumentaal.

Sadik Kwaish Alfraji kiest voor groot in W139, voor heel groot. Hij toont tekeningen die zijn gemaakt om je klein bij te voelen en dat is in tijden waarin je als toeschouwer voortdurend op je eigen verantwoordelijkheden wordt aangesproken ook wel weer eens fijn.

Voor even fijn dan, want Sadik kiest in deze expositie nogal het perspectief van de man. Wie is de persoon die hier als eerste denker, levend in taal, is afgebeeld op gevelformaat? Dat is toch echt een man. Het staat er in een tekening van een vent in koeienletters bijgeschreven: ‘I am a manu-script’. Sadik zal zeggen: alstublieft, zie de abstracties, begrijp de lagen, een ‘manu’ is een ‘mens’ – we leven allemaal in taal, zijn taal, voelen taal, belichamen het.

Toch staat de gehele toonzetting recht tegenover alles wat ik van zuid tot noord deze middag ben tegengekomen, waarin de feminisering van het kunstsdiscours alomtegenwoordig is en bescheidenheid de overhand heeft. Alfraji lijkt het woord te geven aan de vader, terwijl het kind als een phoetus de eerste klanken toch opdoet via de moeder, als moedertaal. Misschien zie ik iets over het hoofd…mis ik een vertaalslag, wellicht zelfs de crux.

Sadik Kwaish Alfraji

Sadik Kwaish Alfraji

Ik loop weg van W139, nog altijd onder de indruk van die grote tekeningen van Sadik Kwaish Alfraji, die in mijn eigen brein nog nawerken, maar daar ook al snel botsen op een scène van Raphaela Vogel, uitgebeeld op de iPhone in De Ateliers, waarin ze in een hilarisch kostuum rondloopt en lijkt rondgedragen te worden door een piepkleine sumoworstelaar. Ach grote denkers, ach grote kunst, lijkt ze te denken, al het weten is ertoe bestemd weer onderuit gehaald te worden door een volgende dwarse denker. Of om te worden afgeschud van de huid als de druppels water uit de vacht van een wild draaiende hond.

De Amsterdam Art Week is alweer voorbij, maar afgezien van de films in De Ateliers zijn alle tentoonstellingen komende weken nog te bezoeken.

 

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen