metropolis m

Claudia Martínez Garay

De tentoonstellingstitel vraagt erom. Ik tel in Het meten van de wereld in Radius CCA in Delft een totale kijktijd van 261 minuten aan film en video; ruim vier uur voor – nu ik toch aan het tellen ben – 13 werken. Dat is niet mals in een tijd dat alles snel moet.

Tegelijk is de enorme claim op de tijd ook het belangrijkste punt van discussie in Delft. De tentoonstelling richt zich op de metrische orde die sinds de Verlichting de wereld is gaan beheersen en die mij (en jou) in toenemende mate gemaakt heeft tot een radertje in een enorm productieapparaat.

In Radius word ik geacht de wereld die als een machine om me heen draait en mij – het moet gezegd – zonder vertraging per trein in Delft op tijd afleverde, achter me te laten en me over te geven aan een ander regime, een ander tijdskader. Eentje waarin je de minuten beter niet telt. Aan de ingang wordt het me nog eens op het hart gedrukt door de vriendelijke medewerker: ‘niet te veel in de brochure lezen’, zegt ze, ‘ga het vooral eerst maar eens ervaren.’

De architectuur van Radius helpt een handje mee door me af te zonderen van de buitenwereld in het duistere voormalige waterreservoir van de watertoren, waar de tentoonstellingsmuren zich in desoriënterende cirkels om me heen buigen, met hier en daar een opening. Hier niet de overzichtelijkheid van de white cube en zijn heldere rationaliteit, maar een doolhof, dat je laat wenden en keren op een manier die zorgt dat elk gevoel van richting verdwijnt.

Het meten van de wereld stelt dat het Verlichtingsdenken de wereld afgelopen twee eeuwen is gaan beheersen, niet alleen een wetenschappelijk en filosofisch kennisregime is, maar ook een wrede politieke orde waarin de mens zich een machthebber over de wereld en de natuur is gaan wanen. De wereld is meetbaar gemaakt, doordat de mens zich van de wereld, waarmee hij tot dan een magische eenheid vormde, te scheiden. De Verlichting promootte een fundamenteel dualistische kijk op de wereld, die er een groot scheidingsregime op nahoudt en graag objectiveert, bekritiseert, oordeelt, opdeelt en ordent, om, zo de suggestie, te kunnen heersen. Polarisatie is het gevolg, een wereld van mijn en dijn, waarin uitsluiting aan de orde van de dag is.

In Delft valt op hoeveel kunstenaars bezig zijn af te rekenen met deze achttiende-eeuwse kennisorde, zijn beperkingen en gevolgen die zich steeds navranter aandienen, nu vooral de exploitatie van de aarde op de grenzen van het mogelijke stuit.

Er is om te beginnen veel cartografie, vitrines met kaarten en optische hulpmiddelen die je het gevoel geven in een wetenschappelijk museum te zijn beland. Andrew Peklers bijt het spits af met een interdisciplinair werk over spookeilanden die ooit zijn waargenomen tijdens koloniale verkenningstochten, en daarom te kaart gesteld, maar inmiddels niet vindbaar zijn gebleken. Het zijn spookeilanden waar tal van verhalen de ronde over doen.

Het deels in vitrines en deels op beeldscherm ontsloten werk – met een mooi muziekspoor per eiland – sluit aan op een enorme collectie plattegronden van Antarctica, die de wetenschappelijke visie op dit mysterieuze werelddeel ontvouwen en relativeren. In de brochure lees ik dat Esther Kokmeijer al tien jaar deze kaarten verzamelt; in de tentoonstelling zie ik een collectie van kaarten die weliswaar steeds min of meer dezelfde contouren van het continent schetsen maar er tegelijkertijd allerhande verschillende analyses op projecteren, waarin wetenschap en fantasie hand in hand lijken te gaan. Het werk laat zien hoe ook een gebied dat van niemand is en dat zich qua leefklimaat ver buiten de gewone menselijke verhoudingen ophoudt, toch, zij het wetenschappelijk, wordt gekoloniseerd als in een poging van landen het zich toe te eigenen.

Esther Kokmeijer

Het meten van de wereld vertegenwoordigt een bepaalde levenskijk die dat wat gemeten wordt overstijgt en een veel bredere maatschappelijke draagwijdte heeft

Andrew Pekler

Sasha Litvonska & Beny Wagner,

Filipa César & Louis Henderson

Een principieel uitgangspunt van de tentoonstelling wordt ingenomen door de film Constant van Sasha Litvonska & Beny Wagner, die ingaat op de manier waarop de metrische orde zich in het Westen heeft ontwikkeld, vanuit een wereld waarin de mens zelf de maat der dingen was en zijn werk indeelde op grond van de hoeveelheid werk die hij op een dag kon verrichten. De film volgt de ontwikkeling van de persoonlijke maatstaf tot universele meetwaarden op een opvallend theatrale manier, met deels animaties, deels een kostuumdrama, in een betoog dat vooral goed laat zien hoe het meten van de wereld een bepaalde levenskijk vertegenwoordigt die dat wat gemeten wordt overstijgt en een veel bredere maatschappelijke draagwijdte heeft.

Nog sterker spreekt dat uit de film Refracted Spaces van Filipa César & Louis Henderson, die een vrij persoonlijke poëtische vertelling maakten over de relatie tussen de methodiek van de observatie (het meten), met de surveillance, controle en militaire en koloniale technologie. Centrale figuur is de vuurtoren als baken, op een manier die herinneringen oproept aan een werk dat Tacita Dean daar twintig jaar geleden over maakte, zij het dan met kennistheoretische en postkoloniale twist.

De film vertelt over de mechanismes achter de ontwikkeling van de navigatie, van vuurtoren tot satelliet, waarbij er fijntjes op wordt gewezen dat GPS een door de Amerikanen gecontroleerd systeem is. Na de aanslagen van 11 september werd het op militair bevel uit veiligheidsoogpunt om nieuwe aanslagen te voorkomen enkele uren uit de lucht gehaald, zodat de wereld even volkomen stuurloos was.

Filipa César en Louis Henderson laten zien hoe het ordenen van de wereld in de eerste plaats vooral militaire doeleinden diende. Dat past in een vertelling waarin de Verlichting het Westen heeft gemaakt tot een machtswellustelling die de natuur heeft willen temmen en vervolgens exploiteren, zonder rekening te houden met al het leven dat een andere omgang met diezelfde wereld nastreefde. In de introductie van de tentoonstelling wordt gesproken van de ‘spoken van het westerse verlichtingsdenken’, zijn alomvattende dualisme, objectiverende verhouding tot de natuur, benauwende categorisaties en lineaire tijdsopvatting met bijpassend vooruitgangsgeloof. Radius spreekt in zijn tentoonstellingsbrochure van ‘giftige’ ideeën waarmee afgerekend moet worden.

Na het meten van de wereld in het eerste deel van de tentoonstelling volgt het classificeren, de taxonomie, die zich het meest direct richt op de verhouding van mens en natuur. Het is hier waar zich het meest nadrukkelijk kritiek ontvouwt op het ordenen van de wereld ten koste van andere kennis, ander wezens en omgangsvormen. Bijvoorbeeld in de bibliotheek die Uriel Orlow bijeenbracht, waarin alternatieve inheemse zienswijzen worden gepromoot, tegenover de systematische aanpak in de lijn van Systema Naturae (1735) van Carl Linnaeus. Orlow geeft in What Plants Were Called Before They Had a Name de tropische planten die door tal van koloniale expedities werden geïnvesteerd en herbenoemd hun oorspronkelijke naam en betekenis terug.

Effectief in zijn commentaar is ook de film The Boat People van Tuan Andrew Nguyen uit 2021. Er wordt een groep kinderen geportretteerd die in een toekomst leven. Ze lijken de laatste bewoners op aarde na een zondvloed en gaan aan land op een plek die Bataan werd genoemd. Te zien is hoe ze ronddolen door de rimboe waar ze ruïnes aantreffen met objecten die ze in hout namaken en verbranden in een eigenaardig ritueel. Het is een vorm van toe-eigening, reclaiming, nadat ze door koloniale machten zijn gestolen en gemolesteerd. In de film laat zich het verhaal van Vietnam herkennen dat hier herverteld wordt in aanmerking nemend de cultuur die door de koloniale oorlogen die er hebben plaatsgehad verwoest is. De kinderen omarmen met grote vanzelfsprekendheid die magische orde die door de oorlogen wreed verstoord is.

Biopic, film van Madison Bycroft

Karl Blossfeldt

Tuan ANdrew Nugyen

Jol Thoms

Het meten van de wereld biedt een stevig relaas, waarbij het vooral opvalt hoeveel kunstenaars zich momenteel met dit onderwerp bezighouden (ook wij bij Metropolis M wijdden er net een nummer aan Nummer 1 – 2023: Navigator). Er is in de samenleving een sterke behoefte af te rekenen met een kennisorde die steeds nadrukkelijker zijn gebreken laat zien, zijn uitsluitingsmechanismes, zijn wrede exploitatie van de aarde en de natuur.

Tegelijk blijft onduidelijk wat er nu precies het alternatief gaat worden. Hoe het leven door kan gaan en al die miljarden mensen die nu op aarde leven gevoed gaan worden, zonder het enorme apparaat dat de Verlichting van de samenleving heeft gemaakt. Kritiek is makkelijk, correctie noodzakelijk en voorstelbaar, maar een alternatief dat de wereld in zijn gelaagde complexiteit erkent is minder snel gegeven.

Het meten van de wereld is het eerste hoofdstuk van een tentoonstellingsreeks die een jaar gaat duren. Ik ben benieuwd of komende edities meer inzicht gaan bieden in wat de alternatieven op het huidige kennisregime zullen zijn en hoe serieus ze te nemen zijn.

Alle foto’s Gunnar Meier, courtesy Radius CCA

Het meten van de wereld, Radius CCA, Delft, t/m 14.5.2023 Meer info HIER

Deelnemende kunstenaars:
Karl Blossfeldt, Madison Bycroft, Filipa César & Louis Henderson, Laura Huertas Millán, Esther Kokmeijer, Sasha Litvintseva & Beny Wagner, Claudia Martínez Garay, Pedro Neves Marques, Tuan Andrew Nguyen, Uriel Orlow, Andrew Pekler & Kiwi Stefanie Menrath, Erik Peters, Jol Thoms

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen